Bij het roemruchte muziekgezelschap Stroat Ensemble uit Oldenzaal is altijd alles net even anders. Als de Grote Twentse Carnavalsoptocht alsmaar groter wordt, begint het gezelschap met een kinderwagenoptocht. En als het gala van de Kadolstermennekes zichzelf wat al te serieus begint te nemen, wordt er een ludiek GALO georganiseerd met louter onervaren artiesten uit eigen kring, Niet zo verwonderlijk, dus, dat ook aan de 50 jaar oude tourbus van het gezelschap alles anders is.
In het wonderlijke universum van het ‘Stroat’ – zoals het ensemble liefkozend wordt genoemd – is het dan ook niet meer dan logisch dat er een muzikaal feestje wordt gevierd wanneer de tourbus Abraham ziet. Dat feestje rond de bus, die tegelijkertijd een rijdend kunstwerk, bruine kroeg en onuitputtelijke bron van sterke verhalen is, vond op eerste pinksterdag plaats in de stadstuin bij de Bombazijn.
Daar ook bracht stadsdichter Geert Christenhusz een poëtische ode aan De Bus, die inmiddels bijna 900.000 (!) kilometer heeft.
Toen de Bus geboren werd bij DAF,
reisde men vanuit Oldenzaal met de ONOG of de TET,
de A1 was nog niet af
en veel van de Stroatmuzikanten bestonden niet, of nog maar net.
De schoorsteenpijp van Molkenboer werd neergehaald,
men deed de Jeskes oet met carnaval,
voor een pilsje werd Fl. 1,25 betaald
en Hölzenbein zette het Nederlands elftal van de bal.
Ne stroat was nog gewoon ne stroat,
’n ensemble iets oet de klassieke meziek,
ne harmonie a’j met meziek de stroat op goat
en Olnzel was twee van dee korpsen riek.
De Bus kon als jong automobieltje niet bevroeden,
dat zij naar de Boeskoolstad zou gaan,
om een stel maffe muzikanten te behoeden
voor reisperikelen nadat zij hun schnabbel hadden gedaan.
Trouwens, is de Bus een ‘zij’?
Is zij misschien toch een ‘hij’,
of hebben zij of hij
toch iets van allebei?
De Bus is daarenboven inclusief.
Zie hoe hen heel kleurrijk is
en betrouwbaar en zo lief.
Nee, met de Bus is echt niets mis!
De Bus uit de leukste gemeente van het land,
toonbeeld van de Boeskoolstad.
De Bus; je staat er zelden mee langs de kant,
en toevluchtsoord wanneer je iets te veel hebt gehad.
De Bus; wie kent hen niet.
Met de Bus door heel Europapa.
De Bus; waarin men ontspannen geniet.
De Bus; nog minsten 50 jaar en driemaal hoera, hoera, hoera!
(Geert C.A.M. Christenhusz, Stadsdichter van de Stad Oldenzaal.)