Er worden tot 2030 in Twente maximaal zo'n 48 windturbines gebouwd. Dat is de uitkomst van de zogeheten programmeringsafspraken die de provincie Overijssel met gemeenten heeft gemaakt om aan de duurzaamheidsdoelstellingen te voldoen. Drie gemeenten hebben geen afspraken willen maken: Enschede, Dinkelland en Wierden. Zij krijgen daarom een maximumaantal windturbines door de provincie toegewezen, waarbij in principe het hele grondgebied van de gemeente 'vrij baan' is voor initiatiefnemers.
De oorsprong van de programmeringsafspraken ligt in de Regionale Energiestrategie (RES). In Overijssel zijn dat er twee: de veertien gemeenten in Twente en de andere elf gemeenten. De bedoeling van de RES is om afspraken te maken over de verdeling grootschalige duurzame energieprojecten. Zo zou er in Overijssel tot 2030 in totaal 3,3 terawattuur (TWh) aan energie opgewekt moeten worden. En wel in de verdeling 40 procent via zonne-energie en 60 procent via windenergie. Al met al zijn dat zo'n honderd windturbines.
Alle gemeenten hebben binnen hun RES een voorstel ingediend hoe deze doelen te bereiken. Opvallend, maar niet verrassend, is dat het aanbod van windenergie lange tijd achterbleef bij de streefpercentages. Veel gemeenten zijn huiverig, omdat er vanuit de samenleving veel weerstand is en zij de minimaal 230 meter hoge turbines niet in het landschap vinden passen en er nog vraagtekens zijn bij afstandsnormen en gezondheidseffecten.
Na de installatie van het nieuwe college van Gedeputeerde Staten, vorig jaar, raakte het duurzaamheidsbeleid in Overijssel in stroomversnelling. De coalitie van BBB, VVD, GroenLinks, PvdA en SGP heeft bepaald dat er een verbod op zonneparken op landbouwgrond moest komen. Daartegenover staat dat er werk wordt gemaakt van de komst van windturbines, onder meer met het aanwijzen van voorkeursgebieden.
Lang verhaal kort: gedeputeerde Tijs de Bree (PvdA), die duurzaamheid in zijn portefeuille heeft, is de boer opgegaan om er bij gemeenten op aan te dringen (meer) gebieden aan te wijzen waar windturbines zouden kunnen komen. Dit worden de zogeheten programmeringsgesprekken genoemd. In veel gemeenten voelde dit in eerste instantie als een dreigement van de provincie om de 'regie' over te nemen. Twentse wethouders schreven een boze brief naar het provinciehuis.
"Maar", vertelt De Bree daar nu over, "de provincie is gewoon het bevoegd gezag als het om windenergie gaat." En daar heeft de gedeputeerde gelijk. Op basis van de Elektriciteitswet [artikel 9e] moet een vergunning voor in feite elk project met de huidige generatie windturbines bij het loket van de provincie worden aangevraagd. Met andere woorden: in de regel is een gemeente niet of nauwelijks een partij.
Als een initiatiefnemer zoals Pure Energie of Vattenfall een vergunning aanvraagt voor een windproject, dan moet deze in behandeling worden genomen. "Dat was ook zo geweest als we deze afspraken niet zouden hebben gemaakt", zegt De Bree. "Maar wat wij hiermee willen doen is een maximum per gemeente vastleggen. Dat doen we met een goede ruimtelijke onderbouwing." Zo moet voorkomen worden dat in theorie alle windturbines in één gemeente terechtkomen. "Ik heb altijd gemeend om constructief hierover met de gemeenten in overleg te treden, met respect voor hun standpunten."
Zo is er mede op basis van die overleggen een kaart opgesteld die de provincie Overijssel deze donderdagochtend heeft gepubliceerd. Op de kaart staan de voorkeursgebieden van de provincie, als het om windenergie gaat en de afgesproken locaties die bij gemeenten de voorkeur hebben. Er wordt niet gesproken over harde aantallen, maar over het aantal gigawattuur (GWh) opgewekte energie. Stelregel is dat er per windturbine ongeveer 20 GWh wordt opgewekt.
In onderstaande afbeelding is te zien dat Almelo, Twenterand en Tubbergen samen voor maximaal 180 GWh, ofwel 9 windturbines aan de lat staan. Het zoekgebied is dan ook het gebied waar de drie gemeenten elkaar grenzen. Daarnaast zorgt Tubbergen op een andere locatie voor nog eens twee turbines.
Lees verder onder de afbeelding.
Een ander samenwerkingsverband is die tussen Borne, Hengelo, Hof van Twente en Haaksbergen. Laatstgenoemde gemeente zat eerder aan tafel met Enschede (maar trok zich daaruit terug) en brengt 4 of 5 turbines bij Buurse in. De andere drie zoeken bij knooppunt Buren langs de A35, waar de gemeenten elkaar grenzen, naar nog eens zo'n 4 turbines.
En zo staan Hellendoorn (6), Losser (4) en Rijssen-Holten (6) ook in samenspraak met de provincie aan de lat voor een aantal windturbines. In Oldenzaal komt geen windmolen, omdat de gemeente zo weinig buitengebied heeft dat er in de praktijk geen mogelijkheden zijn.
En dan zijn er nog drie gemeenten met een bijzondere status. Het gaat om Enschede, Dinkelland en Wierden. Deze gemeenten wilden om verschillende redenen geen afspraken maken met het provinciebestuur over het aantal te plaatsen windturbines. Enschede denkt bijvoorbeeld aan 2 of 3 turbines langs de N18 ten zuiden van Usselo, maar pas als nieuwe landelijke regels over afstandsnormen definitief zijn. Dat duurt volgens de provincie te lang en bovendien is het aanbod qua opbrengst 'te laag'.
Dinkelland heeft de provincie gevraagd om het Nationaal Landschap Noordoost-Twente (dat voor een belangrijk deel in die gemeente ligt) te behoeden voor windturbines, maar kreeg nul op het rekest. De gemeenteraad van Wierden heeft eerder deze maand op basis van een rapport van bureau Witteveen+Bos bepaald dat er geen ruimte is voor windturbines, maar daar denkt de provincie dus anders over.
In de praktijk betekent dit dat Enschede, Dinkelland en Wierden elk maximaal 4 windturbines leveren in het Overijsselse energieplan. Zo is dat immers door de provincie bepaald. Daarmee is niet het onderste uit de kan gehaald; in theorie zijn er in Enschede al wel meer turbines mogelijk. "Het is ook niet dat we gemeenten willen straffen omdat zij geen afspraken wilden maken. Daar ben ik niet van", zegt gedeputeerde Tijs de Bree daarover. "Wij hebben eerlijk gekeken naar wat wij ruimtelijk gezien maximaal wenselijk vinden."
Ervan uitgaande dat er maximaal zo'n 48 windturbines in Twente worden mogelijk gemaakt, kan gesteld worden dat een groot deel van deze locaties al in meer of mindere mate in beeld zijn. In de volgende situaties wordt er zelfs al een concreet plan voor windturbines voorbereid:
- Windpark Oude Buurserdijk: Pure Energie wil 4 of 5 windturbines bouwen bij Buurse (gemeente Haaksbergen) op steenworp afstand van de grens met Enschede.
- Wind voor Buren: Een initiatief van lokale coöperaties 2 turbines in Ambt Delden, op de gemeentegrens tussen Hof van Twente en Borne.
- Energiepark Daarle: Bewoners van het gebied willen 5 tot 7 windturbines ten westen van de N751, deel in Hellendoorn en deels in Wierden.
- Windpark Langeveen: Bijna op de Duitse grens wil Pure Energie 2 windturbines ontwikkelen, die een cluster vormen met een Duits windpark.
Daarnaast zijn er nog vier principeverzoeken, die pas in behandeling worden genomen als het windbeleid door de Provinciale Staten is vastgesteld. Het gaat om Windpark A35 (Wierden, 2 turbines), Vletgaarsmaten (Rijssen-Holten, 4 turbines), De Stouwe Daarle (Hellendoorn, 2 tot 4 turbines) en De Norkerij (Rijssen-Holten, 4 tot 6 turbines).
Het enige verschil met het wél maken van afspraken is dus dat de zoekgebieden nu niet vastliggen. In Enschede komen naast Usselo ook de voorkeursgebieden van de provincie in aanmerking, zoals buurtschap Broekheurne en bedrijventerrein De Marssteden. Uitgerekend locaties waar de gemeente eerder heeft afgesproken geen plannen voor windturbines te willen ontwikkelen.
Wierden wordt nu al geconfronteerd met de voorbereidingen voor het Windpark Daarle, dat deels op eigen grondgebied en deels op grondgebied van Hellendoorn ligt. In Dinkelland liggen geen voorkeursgebieden van de provincie, maar provinciaal beleid schrijft voor dat er buiten voorkeursgebieden wel 'clusters' van minimaal vier turbines mogelijk zijn. Dat kan dus in theorie in de hele gemeente zijn. Overigens geldt dit principe theoretisch gezien ook voor bijvoorbeeld buurtschap Esmarke in Enschede.
Tijs de Bree benadrukt dat het op de Overijsselse 'windkaart' gaat over maximumeenheden. "Er is geen sprake van een minimum", voegt hij daaraan toe. Met andere woorden: als er vanuit een gemeente vergunningaanvragen binnenkomen voor meer turbines dan als wenselijk wordt gezien, worden er uiteindelijk initiatieven afgewezen. Als er om welke reden dan ook veel minder windprojecten worden ontwikkeld dan mogelijk is, dan is dat de realiteit. "Daarom hebben we ook een buffer ingebouwd door in totaal meer gigawattuur toe te staan dan onze doelstelling."
Provinciale Staten besluiten in oktober definitief over het voorgestelde beleid. Als zij instemmen, gaat voor de eerste gebieden het tijdvenster open waarbinnen initiatiefnemers een aanvraag kunnen doen.