Alle denkbare hulp- en ondersteuningsdiensten uit ‘Poliziedirektion Osnabrück’ waren zaterdagmiddag betrokken bij een grootschalige oefening voor het scenario van een terroristische aanslag. Ruim achthonderd politie- en brandweermensen en reddingswerkers deden mee, tweehonderd acteurs en lotusslachtoffers zorgden voor een setting die de werkelijkheid zo goed mogelijk benaderde.
Een onbekende man rijdt in op een groep mensen die zaterdagochtend verzamelen voor een manifestatie voor Europa en eerbiediging van mensenrechten. Er valt een dode en er zijn meerdere gewonden. De dader stapt uit, rent in de richting van het terrein waar het podium staat en steekt willekeurig in op bezoekers van de manifestatie. Ook daarbij vallen doden en gewonden. Als de politie arriveert, is de man er in onbekende richting vandoor.
Het begin van de oefening, die wordt gehouden op een ruim industrieel terrein, is dramatisch. Als zoiets gebeurd, zijn dit de beelden die de televisie halen. Voor politie- en hulpdiensten begint het daarna pas. Heel veel gebeurt ongemerkt, achter de schermen - tenzij je weet wat er bij een dergelijke inzet komt kijken.
Het begint al als ik de poort naar het terrein binnen willen rijden. Een agent met helm en scherfvest, een automatisch wapen over zijn schouder, stuurt me resoluut verder, weg bij de poort. Als ik een eindje verder bij een brandweergang toch maar in het gras parkeer, staat er in een mum van tijd een Polizei-pkw naast me. Ik meld dat ik pers ben, hier om een reportage te maken, met een uitnodiging.
Lees verder onder de afbeelding.
Na vier kilometer omrijden sta ik opnieuw bij de bewapende ordepolitie. Perskaart, identiteitsbewijs, de e-mail waarin staat dat ik welkom ben; tot twee keer toe moet ik de hele trits laten zien en wordt er eerst gebeld, voordat ik me mag melden bij de persauto. Ook van de politie. Of ik echte pers ben of nep. Even begrijp ik het niet, dan daagt het me. Ook deze agenten oefenen en er lopen acteurs rond die journalistje bij een aanslag spelen.
Als ik met de persagenten sta te praten, loopt er een groepje ramptoeristen het terrein op. Jonge mannen van het type voetbalhooligan. De persagenten onderbreken het gesprek en weten het achterste plukje tegen te houden. De anderen stuitten even verderop op een vijftal ME-achtige agenten in meer dan vol ornaat; ook zij dragen automatische wapens, geen gummistokken.
Ik heb nog geen dode of gewonde gezien. Nog niemand die rechtstreeks bij de aanslag betrokken was.
Op het moment dat zich een dergelijk grootschalig incident voordoet, wordt er een enorm circus opgetuigd: allerhande diensten en hulptroepen komen in beweging en het is van groot belang dat iedereen precies weet wat ‘ie moet doen. Het rampterrein wordt afgegrendeld. Er worden plekken ingericht en rijbanen gecreëerd en vrijgehouden voor reddingswerkers, ambulances, brandweer. Mobiele commandoposten geplaatst. Tenten opgezet om lichtgewonden te behandelen, tafels geplaatst om aangeslagen toeschouwers op te vangen en zorgvuldig te registreren.
Lees verder onder de afbeelding.
Er gaan observatiedrones de lucht in om degenen die leiding over de operatie hebben overzicht te bieden. Inmiddels kammen mannen en vrouwen van forensische opsporingsdiensten het terrein af, op zoek naar wapens en sporen. Er worden getuigen gehoord, politiemensen zijn op zoek naar de dader. Of de daders. Het is nog onduidelijk of het ging om iemand die alleen handelde of niet.
Doden worden voorlopig geïdentificeerd en toegedekt; zij blijven voorlopig liggen, de gewonden gaan voor.
In een tent zit een klein groepje militairen. Die hebben geen direct actieve rol, begrijp ik. Het zijn communicatiemensen, die op de hoogte blijven van de situatie. In het geval het nodig is, kan dat ook de Bundeswehr vlug schakelen. Dat laatste geldt ook voor Nederlandse politiediensten; ook die worden op de hoogte gehouden. Mocht de dader de grens over vluchten, dan weten de Nederlanders wat de Duitsers weten en kunnen ze met die kennis handelen.
Op het moment van de oefening zelf, lijkt alles vlot en soepel te verlopen. Hoofdcommissaris van politie Marco Ellerman is tevreden. Over veertien dagen volgt een uitgebreide evaluatie, waarbij ieder onderdeel nauwgezet onder de loep wordt genomen.
Ook dit is mensenwerk, stelt Ellerman. Dan gaat er altijd wel iets mis. Je hoopt dat het er nooit van komt, maar in het geval zich werkelijk een dergelijk drama voordoet, liggen de draaiboeken klaar. En ze werken. Dat wijst deze oefening in elk geval wel uit.
Als ik terugloop naar de gebutste redactie-Kangoo, kom ik brandweerlieden en politiemensen tegen die met flessen water en sap sjouwen. Je moet die hulpverleners en slachtoffers bij zo’n urenlange operatie op de been houden, natuurlijk. Ook in het echt.