Het is een van de nieuwste aanwinsten van de Enschedese MuseumFabriek: een joekel van een zwerfkei met een serie inkepingen waarvan de betekenis onduidelijk is. Een uniek stuk, nooit eerder gevonden in Nederland.
Stenen als deze zijn wel eerder gevonden in Duitsland, Denemarken en Zweden. Maar nooit eerder in ons land. De overeenkomsten zijn dat in de bronstijd door mensenhanden uitgehakte lijnenpatroon en de vindplaats: een ‘ritueel landschap’. In dit geval Hezingen, nabij offerplaatsen en grafheuvels.
De steen zelf - een joekel van een zwerfkei - is in de laatste ijstijd aangevoerd vanuit Zweden. Vanuit de omgeving van Växsjö, om precies te zijn. Daar wordt dit soort graniet gevonden. Niet opmerkelijk of heel bijzonder, of het moet de grootte van de kei zijn. Het zijn vooral die veel later aangebrachte inkepingen, die het hart van archeologen sneller doen kloppen.
Petrogliefen zijn symbolen, figuren, of andere afbeeldingen die in de rotsen zijn gekrast, gekerfd of gehakt. Het woord petroglief is afkomstig van het Griekse woord petros "steen" en glyphein "kerven". Vaak worden petrogliefen in het Nederlands rotstekeningen genoemd.
Het feit dat dit de eerste vondst van deze soort in Nederland is, maakt dat dit gevaarte zo snel mogelijk vanuit de kelders van de MuseumFabriek naar de tentoonstellingsruimte wordt gepromoveerd.
De kei is gevonden in het weiland van een boer, die er al verschillende malen zijn ploegscharen bijna aan verloor. Hij trok het ding met een trekker uit de Twentse klei en legde hem als afscheiding aan het begin van de oprit naar het erf.
Daar lag hij mos te verzamelen, tot het oog van een archeoloog van de provincie op de ‘petrogliefen’ - die inkepingen - viel. De man maakte aantekeningen, maar zowel de steen als die aantekeningen raakten in de vergetelheid.
Lees verder onder de afbeelding.
Het was amateurarcheoloog en vrijwilliger bij de MuseumFabriek Dick Schlüter die het gevaarte weer op het spoor kwam. Hij veegde het mos uit de groeven en tipte collectiebeheerder Edwin Plokker: kopen dat ding, dit kon weleens een stopstuk zijn.
Over de bedoeling van die met veel pijn en moeite aangebrachte petrogliefen buigen de geleerden zich nog altijd het hoofd. Het komt er op neer dat we geen idee hebben. Een landkaart, misschien. Met de route naar en afstanden tot belangrijke plaatsen. Of die groeven hebben een religieuze betekenis. Iets van een prentenboek, waarbij die inkepingen ergens symbool voor staan? Kan allemaal.
Een verband met dat rituele landschap waarin deze stenen worden gevonden, ligt voor de hand. Maar zeker weten doen we het niet. Die rituele landschappen vind je overal in de wereld: het zijn oeroude begraafplaatsen, grafheuvels, hunebedden en offerplaatsen waar objecten worden gedaan die een religieuze betekenis hadden.
Lees verder onder de afbeelding.
In het geval van deze zwerfkei is dat niet meer dan een vermoeden. Maar je kunt je voorstellen dat archeologen juist daarom opgewonden raken van zo’n vondst. Hun werk bestaat er immers uit om te proberen dit soort losse puzzelstukjes te verbinden met andere en zo het hele plaatje beetje bij beetje compleet te krijgen.
Het mysterie - en eindeloos speculeren over wilde en minder wilde verklaringen - is vast leuker dan de oplossing.
Elke week lichten collectiebeheerder Edwin Plokker en 1Twente-verslaggever Ernst Bergboer een object uit het depot van de Enschedese MuseumFabriek. Dat depot is een verhalen-kabinet: al die objecten vertellen stukjes Twentse geschiedenis - oeroud èn kakelvers. Meer zien en lezen? In het dossier op de website van 1Twente vind je alle afleveringen die tot nu toe verschenen zijn.