In de uitzending van 1Twente Vandaag van dinsdag 4 juni 2024 was columnist Ben Siemerink te gast met de column van de dag. Ditmaal met een column waarin de Tukker een ode brengt aan Silke Veld.
Zo’n 35 jaar geleden, toen ik chef was van de stadsredactie van die goeie ouwe Twentsche Courant in Enschede, hadden we een medewerker.
Lex Mensink.
Lex zat in een elektrische rolstoel. Hij hield heel erg van muziek. En schreef daar voor ons wel eens een stukje over. Lex was fysiek dermate beperkt, dat hij alleen in staat was met een soort joystick z’n elektrische karretje te besturen. Met een breipen in z’n mond tikte hij met engelengeduld z’n stukjes in op het toetsenbord. Hij vond dat heel gewoon. En wij - na een tijdje - ook.
Lex woonde in een volledig aangepast appartement aan de Wenninkgaarde, tegenover het Wilminktheater in Enschede. We kwamen daar wel eens voor een feestje, waar dan ook veel vrienden en vriendinnen met een beperking waren. Daar klonken – naarmate de avond vorderde en de feestvreugde toenam - de nodige harde grappen vol zelfspot. Lex maakte ook deel uit van wat wij de militante rolstoelbrigade noemden. Die rukte met enige regelmaat in kolonne uit om betere toegankelijkheid van publieke ruimten te bepleiten.
Ruim een jaar geleden was ik na al die jaren opnieuw in het appartementencomplex aan de Wenninkgaarde. Om Silke Veld te interviewen. Een déja vu. Silke zit vanwege eenzelfde soort aangeboren spierziekte in eenzelfde soort elektrische rolstoel. Met eenzelfde soort beperkingen, maar ook met eenzelfde soort levenslust en zelfspot.
Ik interviewde Silke, bezig aan haar laatste jaar op het conservatorium, omdat ze middels een crowdfund-actie bezig was haar eerste songs uit te brengen. Indrukwekkende Nederlandstalige teksten. Maar daarover later meer.
Eerst iets over Silke zelf. Ik ken haar al van jongs af aan. Zie haar nog zo rondcrossen in haar elektrische karretje op een feestje van mij, waar haar vader met een band speelde. Een jaar of vijf, zes was ze toen. Haar levenslust in schril contrast met haar levensverwachting. Silke zou niet oud worden. Daar ging iedereen stilzwijgend van uit. Ik heb daar toen nog een gedichtje over gemaakt in het Twents. Dat ging over een engeltje met blonde lokken, te mooi um woar te wean, dat uit de hemel valt, waarbij haar vleugeltjes stuk gaan. Hulpeloos fladdert ze rond op aarde omdat ze met haar gebroken vleugels niet terug kan naar de hemel.
Vorige week zag ik Silke – 25 inmiddels - op het grote toneel van de grote zaal in het Wilminktheater. Stralend middelpunt van een muziektheaterprogramma, waarmee ze afstudeert aan het conservatorium. In afwachting daarvan dreint uit boxen een eindeloze loop van de oorwurm ‘Leef nu het kan’ van Jan Smit. Pas gaandeweg het programma dringt de betekenis van deze typische Silke-grap tot je door.
Aan het begin van het programma rijdt Silke, die zich omringd weet door fantastische jonge muzikanten, zangers en dansers, met haar karretje richting een trap die naar de hemel leidt. Ze moet zich melden. Het is haar tijd. Maar, omdat ze trap niet op kan en de lift stuk is, krijgt ze nog wat reservetijd.
Die benut Silke ten volle. Met een aantal werkelijk schitterende liedjes, die ze losjes en met humor aan elkaar praat en samen met het ensemble tot een coherent theatraal verhaal weet te smeden.
De liedteksten van Silke variëren van ontroerend en diep doorleefd tot grappig en cabaretesk. Zo is er een even liefdevol als schurend lied over haar vader, die áls muzikant en vrijbuiter worstelde met z’n vaderschap. Uiteindelijk vinden ze elkaar toch weer in de muziek. Ook letterlijk, want vader Toon begeleidt z’n dochter in dit nummer op de piano. Eén van de vele kippenvelmomenten in het programma. Maar er valt ook veel te lachen. Bijvoorbeeld bij een cabaretesk lied over 6 of 7 verschillende manieren om op lullige wijze de pijp uit te gaan. Met daarin een hoofdrol voor Jim Bakkum.
De kwaliteit en poëtische zeggingskracht van de liedjes van Silke worden pas echt duidelijk als je ze afzet tegen de absolute niksigheid – muzikaal en tekstueel – van een liedje van Jan Smit.
Luister en huiver hoe Silke haar lust tot leven in reservetijd verwoordt:
Ik zou beter moeten weten, maar ik blijf hier om te leven, tegen beter weten in.
Na afloop van het programma van Silke – waarmee ze naar mijn bescheiden mening cum laude zou moeten afstuderen als singer/songwriter – moest ik ook weer aan Lex Mensink denken.
Ik stelde me voor hoe Lex vanuit de hemel – hij is al meer dan tien jaar dood – neerkeek op dat grote podium van de grote zaal in het Wilminktheater in Enschede. En hoe hij dan, met een koor van engelen op de achtergrond, de loftrompet zou steken over Silke. Ik zag voor me hoe hij met engelengeduld, met z’n breipen z’n stukje zou tikken. Maar ook hoe hij, met een brede grijns, dat lovende stukje zou afsluiten met een zinnetje als: ‘Die Silke Veld zal het nog ver schoppen…met haar korte beentjes en haar nieuwe schoenen.’ Let wel, ik zou zo’n zinnetje natuurlijk nooit kunnen opschrijven of uitspreken in een column.
Maar gelukkig heb ik daar Lex Mensink voor. Die dat vanuit de hemel wel kan en mag. En ik weet ook vrij zeker dat Silke, als ze zo’n zinnetje zou lezen of horen, daar heel erg hard om zou moeten lachen. Om er vervolgens een prachtig liedje over te maken.