Zorgfraude stond en staat hoog op de agenda van overheden. Logisch: het gaat per definitie om burgers in een afhankelijke positie en gemeenschapsgeld. Je wilt niet dat malafide aanbieders daar misbruik van maken. Tegelijkertijd: fraude is een stevige aantijging die grote gevolgen heeft voor alle betrokkenen. Dat vraagt om zorgvuldigheid bij onderzoek en aanpak. En daar lijkt het soms flink mis te gaan. Ook in Twente.
We schrijven 2015: Nederlandse gemeenten worden zelf verantwoordelijk voor zorg. En dus ook voor een goede besteding van zorggeld. Zorgbureautjes schieten als paddestoelen uit de grond. Niet allemaal kosjer. Maar hoe controleer je dat? Twente en Tilburg (Hart van Brabant) steken de vinger op: er komt een landelijke proeftuin om ervaring op te doen met de aanpak van zorgfraude. Het is dan 2017.
Twente is dus, met dat Hart van Brabant, voorloper in die aanpak van zorgfraude. Dat loont: kwaadwillende zorgbureaus worden vervolgd en verdwijnen van het toneel, soms wordt er zorggeld teruggehaald. Maar dat succes heeft ook een schaduwzijde.
Onderzoeksplatform Follow the Money legde in een aantal artikelen de vinger op zere plekken in de aanpak van zorgfraude in Tilburg. Het ontbreekt aan duidelijke kaders voor fraude-onderzoek en dat onderzoek is dan ook willekeurig en onzorgvuldig. Een aantal zorgbureaus kreeg het stempel ‘frauduleus’ opgedrukt, waarna zorgcontracten werden ontbonden. Onterecht, bleek later. In april van dit jaar leidde dat tot Kamervragen.
Uit onderzoek van 1Twente blijkt dat er in de jacht op zorgfraudeurs ook in deze regio missers zijn gemaakt. In elk geval drie Enschedese zorgbureaus raakten hun contract met de veertien samenwerkende Twentse gemeenten kwijt na fraude-aantijgingen. Onterecht, bleek later. Onterecht als in: niet bewezen (en onderbouwd weerlegd, maar toen was het leed al geschied). En daar wringt een schoen, want in een rechtsstaat ben je onschuldig totdat het tegendeel bewezen is.
In de periode waarin de onderzoeken naar deze drie bureaus liepen, lagen er jaarlijks tussen de twintig en dertig zorgaanbieders uit de regio onder de loep. Het Enschedese college meldde in januari 2021 aan de gemeenteraad dat er twaalf zorgondernemers uit de stad waren doorgelicht, van negen was het contract ontbonden en geld teruggevorderd. Daaronder twee van de drie in dit artikel genoemde bureaus. Tegen het derde liep in die periode een onderzoek, dat korte tijd later tot contract-ontbinding leidde.
De paralellen tussen de Tilburgse en Twentse aanpak zijn onmiskenbaar. Dat is ook niet vreemd; beide proeftuinen trekken nauw met elkaar op en wisselen ervaringen uit. Het patroon is steeds hetzelfde: er komt een signaal binnen, er volgt een onderzoek waarvoor geen heldere en eenduidige zorgvuldigheidseisen zijn vastgelegd, de uitkomst leidt tot een vermoeden van fraude, de geldkraan gaat dicht en het zorgbureau gaat failliet.
Pas later blijkt dat het onderzoek naar fraude onzorgvuldig is geweest, dat zorgbureaus niet of nauwelijks de kans hebben gehad om zich tegen - vaak onduidelijke - aantijgingen te verweren en dat de fraude, of opzet bij geconstateerde gebreken, helemaal niet is aangetoond.
De drie Enschedese zorgbureaus - Buro Maatwerk, CareFree Twente en Humaan Overijssel - zetten alles op alles om duidelijkheid te krijgen over wat hen precies is nagedragen, wanneer meldingen zijn gedaan en hoe het onderzoek daarnaar gelopen is. Maar dat blijkt buitengewoon lastig: informatie ligt bij verschillende organisaties, die bovendien niet allemaal even genegen lijken om het aan te leveren. De zoektocht naar wat er nou precies is gebeurd, verloopt moeizaam.
Voor alle drie de zorgbureaus geldt dat zij met meerdere partijen te maken hadden. De geleverde zorg werd betaald door de gemeente en/of Menzis. Het zorgcontract was afgesloten met de samenwerkende Twentse gemeenten (OZJT/Samen14). De Belastingdienst gaat over dienstverbanden, het UWV over uitkeringen. Al die organisaties doen eigen onderzoeken, maar spelen ook informatie aan elkaar door. En maken soms gebruik van elkaars opsporingsdiensten.
Volgens interne rapportages hanteren de samenwerkende Twentse gemeenten (OZJT/Samen14) een definitie voor zorgfraude waarin opzet een belangrijke rol speelt.
‘Onder fraude met zorggelden verstaan we: het opzettelijk misleidend handelen binnen het zorgdomein, waarbij doelbewust in strijd met de regels wordt gehandeld met het oog op eigen of andermans (financieel) gewin.’
Om van fraude te spreken, moet er dus opzet in het spel zijn.
Wil je daar inzicht in krijgen, dan moet je bij al die loketjes aankloppen om informatie. Als er iets is misgegaan - bij meldingen, aanleiding van een vermoeden van fraude of in onderzoeken - is dat bijna een gebed zonder end.
Buro Maatwerk leverde zorg aan een ‘zware’ doelgroep van ex-gedetineerden, TBS’ers, verslaafden en mensen met psychische problemen. Het bureau kwam eind 2016 in problemen. Begin 2017 zegden de samenwerkende Twentse gemeenten het zorgcontract op, ondanks protesten van cliënten. Het bureau was binnen een paar maanden failliet.
Eind 2017 beëindigen zowel de externe accountant (Pricewaterhouse Coopers) als de politie hun onderzoek naar fraude. Er is geen bewijs. De bestuurders van het zorgbureau wordt niets gemeld en komen daar pas een paar jaar later achter. In dat geseponeerde accountantsonderzoek wordt ook gemeld dat Maatwerk, volgens de accountant van het zorgbureau, nog geld tegoed had van de Twentse gemeenten; er was meer zorg geleverd dan gedeclareerd.
CareFree Twente verzorgde dagbesteding voor ouderen en kinderen met een beperking met een Syrische achtergrond, die bij reguliere zorginstellingen geen aansluiting vonden. Niet zelden werden die doorgestuurd door de gemeente, Menzis of collega-instellingen. Dat leidde tot flinke groei in 2018.
Eind 2018 startte zorgverzekeraar Menzis, die een goed deel van de zorg vergoedde, een onderzoek. En stopte meteen daarop de betaling. Dat onderzoek leidde in 2019 tot ‘voorlopige bevindingen’: CareFree fraudeerde en moest 6 ton terugbetalen. Kort daarna legde ook de gemeente Enschede een vordering van een paar ton bij het zorgbureau neer. De totale claim beliep een miljoen. Het zorgbureau hield het niet lang vol en ging halverwege het jaar failliet.
De curator stelde de bestuurders aansprakelijk en sleepte hen voor de rechter. Aanvankelijk achtte die de bestuurders nalatig, maar eind 2024 volgde de uitspraak in hoger beroep: van nalatigheid of onrechtmatig handelen was geen sprake, de administratie van het bedrijf was op orde en de vorderingen van Menzis en Enschede staan helemaal niet vast. Sterker: CareFree had gemotiveerd betoogd nog een flinke som geld van Menzis tegoed te hebben.
Humaan Overijssel roert inmiddels landelijk de trom. Verschillende media berichtten al over een doorgeslagen fraudejacht op deze organisatie, die vooral ambulante zorg levert en dagbesteding biedt aan mensen met psychosociale problemen. Ook leden van de Eerste en Tweede Kamer buigen zich over de kwestie.
Midden 2022 tekenden Enschede en Humaan een vaststellingsovereenkomst: de gemeente liet een claim van vier ton op het van fraude beschuldigde bureau vallen, Humaan trok de klacht tegen de gemeente in en zou afzien van verdere gerechtelijke procedures, beide partijen zouden geheimhouding in acht nemen.
Lees verder onder de afbeelding.
Uit de stukken die inmiddels boven water zijn gekomen, blijkt dat aantijgingen die leidden tot het fraude-stempel niet kloppen. Of ze zijn gebaseerd op enkel constateringen, zonder dat de verklaring daarvoor is gehoord of meegenomen. De melding die aanleiding zou zijn geweest voor onderzoek berust op een persoonsverwisseling. Er lopen inmiddels verschillende rechtszaken.
Dat Eerste en Tweede-kamerleden zich over de zaak van Humaan Overijssel buigen heeft vooral te maken met zorgen over de uitwisseling van gegevens tussen (semi)overheidsinstanties, die een belangrijke rol speelt in de bestrijding van fraude. Die zorgen leven breder.
Begin deze maand publiceerde de Volkskrant een interview met Aleid Wolfsen, baas van de vaderlandse privacywaakhond: de Autoriteit Persoonsgegevens. De aanhef van dat artikel is veelzeggend: ‘Bij zo’n beetje elke tegel die we lichten, ontdekken we discriminerende algoritmen bij de overheid’. Er is, zo stelt Wolfsen daar, ‘bitter weinig veranderd’ sinds de Toeslagenaffaire.
In september vorig jaar werd de uitwisseling van persoonsgegevens tussen overheidsdiensten bij de aanpak van fraude voorlopig aan banden gelegd.
Alle drie de Twentse zorgbureaus in dit artikel worden of werden geleid door bestuurders van niet-autochtoon-Nederlandse afkomst. Zij stellen alledrie meerdere zorgondernemingen te kennen die worden of werden geleid door niet-blanke eigenaren of bestuurders en te maken hebben met fraudegerelateerde onderzoeken door opeenvolgende (semi)overheidsdiensten.
Volgens onderzoekers wordt er met twee tot vijf procent van het totale landelijke zorgbudget gefraudeerd. Dat is vergelijkbaar met de fraudecijfers van uitkeringen en toeslagen. Hoe dat op gemeentelijke niveau ligt, is minder duidelijk. Maar de lokale cijfers zullen niet veel afwijken van dat landelijke gemiddelde. Op een gemeentelijk budget gaat dat al gauw om enkele miljoenen, geld waarmee je een hoop andere dingen zou willen en kunnen doen.
Enschede besteedt jaarlijks zo’n 212 miljoen euro aan zorg op grond van de Wmo en de Jeugdwet. Afgaand op de landelijke fraudecijfers komt daarvan dus zo’n 4 tot 10 miljoen in verkeerde zakken terecht. Daar komt natuurlijk bij dat zorgfraude altijd ook betekent dat kwetsbare inwoners niet de hulp krijgen die nodig is.
Relatief gezien mag die omvang van zorgfraude misschien meevallen, het is niet zo vreemd dat er veel energie wordt gestoken in het voorkomen en bestrijden ervan. Fraude met gemeenschapsgeld - zeker als het om zorg gaat - raakt ook maatschappelijk een gevoelige snaar.
Verder valt op dat zij lang geen weet hadden van een vermoeden van fraude of een lopend onderzoek en amper gelegenheid kregen om aantijgingen te weerleggen. Het vermoeden van fraude was voldoende om de geldkraan dicht te draaien; waarop dat vermoeden was gebaseerd, bleef lang (of is nog altijd) onduidelijk.
Dat roept vragen op. Over de zorgvuldigheid van onderzoek en de onderbouwing van fraude-aantijgingen. Over de kaders en afspraken waaraan handhavers en toezichthouders zich moeten houden. Over de informatie-uitwisseling tussen overheidsdiensten en externe partijen als Menzis. Over het gebruik van algoritmen bij fraude-opsporing. Over transparantie en de mogelijkheden die onderzochte zorgbureaus krijgen om zich tegen verdenkingen en beschuldigingen verweren.
Eind 2022 kregen Hart van Brabant en Samen14, de Twentse zorgkoepel, 1,6 miljoen euro extra van het Rijk om zorgfraude nog beter aan te leren pakken. “Twente is voorloper en dat doen ze heel goed. Ze zijn heel transparant over hun werkwijze, zodat de rest van Nederland daarvan kan leren”, zei minister Helder daarover bij RTV-Oost.
In de komende weken en maanden gaan we de verschillende Enschedese voorbeelden afpellen en proberen een antwoord te vinden op die vragen. Hou onze website in de gaten.