Hengelo en Enschede kunnen geen gebruik meer maken van vliegveld Twente om bommen en munitie uit de Tweede Wereldoorlog gecontroleerd door de EOD te laten ontploffen. De Technology Base wil het niet meer faciliteren. De gemeenten moeten nu op zoek naar een nieuwe plek en dat blijkt geen gemakkelijke opgave.
"Er is geen ruimte meer voor een ploflocatie op de Technology Base", zegt een woordvoerder van de gemeente Enschede. Enschede is samen met de Provincie Overijssel verantwoordelijk voor de Technology Base. Het gebied is in ontwikkeling, waardoor de plek waar tot voor kort munitie en bommen onklaar konden worden gemaakt, niet meer beschikbaar is. De grond wordt gesaneerd.
Mocht er de komende tijd een vliegtuigbom ergens in Enschede of Hengelo worden aangetroffen, dan zal er moeten worden gezocht naar een tijdelijke alternatieve plek, bijvoorbeeld ergens in een weiland. "We zijn als gemeente Enschede nog op zoek naar een nieuwe, definitieve locatie."
Regelmatig worden er in Twente nog granaten, vliegtuigbommen en andere soorten munitie uit de Tweede Wereldoorlog gevonden. In januari 2021 werd er nog een forse Amerikaanse vliegtuigbom onschadelijk gemaakt op het vliegveld. Deze bom werd bij graafwerkzaamheden in een Lonnekers weiland aangetroffen. Jaarlijks krijgt de EOD 2.500 meldingen binnen over niet-ontploft materiaal uit de Tweede Wereldoorlog.
De Explosieven Opruimingsdienst Defensie (EOD) ziet het liefst dat er permanente 'vernietigingslocaties' worden aangewezen binnen gemeenten. 'Door het ontbreken van deze vernietigingslocaties komt het nu nog veelvuldig voor dat de ruiming van een explosief vertraging oploopt. Dit resulteert in een langere verstoring van de openbare orde en veiligheid dan nodig', schreef de commandant van de EOD in 2021 in een brief aan de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG).
Ondanks de wensen van de explosievenruimers beschikken niet alle gemeenten over een vaste locatie. Een geschikte plek vinden is voor veel gemeenten niet makkelijk. "Het is lastig om binnen Hengelo een locatie te vinden die aan alle eisen van de EODD voldoet", zegt een Hengelose gemeentewoordvoerder. Een permanente locatie is echter niet verplicht.
Lees verder onder de afbeelding.
De EOD stelt veel eisen aan locaties: volgens de EOD mogen er bijvoorbeeld geen gebouwen in de directe omgeving staan, mogen er geen ondergrondse leidingen en kabels op de plofplek zijn. Ook moet het een open plek zijn, die goed af te grendelen is, zodat er voorkomen wordt dat derden dichtbij de explosie kunnen komen.
"Daarom wordt in gezamenlijk overleg met omliggende gemeenten gekeken naar een nieuwe ploflocatie in de directe nabijheid van Hengelo", aldus de Hengelose gemeentewoordvoerder.
Hengelo kwam niet ongeschonden uit de oorlog: de stad werd regelmatig getroffen door bombardementen, met als dieptepunt de bombardementen van oktober 1944. Amerikaanse bommenwerpers probeerden het treinstation en de bijbehorende spoorlijnen uit te schakelen. Een deel van de bommen kwam echter in het centrum terecht. Daarbij kwamen 160 Hengeloërs om het leven.
Naar schatting is tien procent van deze bommen niet afgegaan. Een groot deel van deze blindgangers werd direct na de oorlog al geruimd, maar het is nog steeds mogelijk dat er vliegtuigbommen kunnen worden aangetroffen in de Hengelose binnenstad.