De rechtbank in Zwolle heeft burgemeester Roelof Bleker deze week teruggefloten in zijn besluit om een huurwoning in Enschede tijdelijk op slot te gooien. De woning van corporatie De Woonplaats is in juli op last van de burgemeester voor drie maanden gesloten, omdat er eerder dit jaar een handelshoeveelheid harddrugs is gevonden. De bewoonster, een vrouw met twee minderjarige kinderen, dreigt daardoor op straat te staan. In het belang van die kinderen oordeelt de bestuursrechter in een spoedzaak dat de burgemeester zijn besluit beter moet onderbouwen.
Tijdens een doorzoeking op 29 februari werd in de woning - waarvan de straatnaam in de uitspraak niet wordt gedeeld - een handelshoeveelheid harddrugs aangetroffen. Dat wil zeggen: op het moment dat politieagenten in de woning waren, probeerde de (ex-)partner van de vrouw er met een rugzak tussenuit te knijpen. In de rugzak werd een zak met 1136 XTC-tabletten en 105,48 gram cocaïne aangetroffen, maar ook een weegschaaltje en een mes met daarop een witte substantie.
Bij een verdere doorzoeking van de woning vonden agenten nog eens een kleine 5 gram cocaïne in een schoudertas en meer dan vijfduizend euro aan bankbiljetten verstopt in een kussensloop onder het tapijt. De man is daarop aangehouden. De bewoonster was op het moment van de doorzoeking niet thuis en is op een later moment aangehouden.
Het sluiten van overlastgevende woningen of andere gebouwen is een bevoegdheid van een burgemeester. Als het gaat om drugspanden hanteert Roelof Bleker in Enschede een lik-op-stukbeleid. Vorig jaar werden tien panden in Enschede op slot gegooid vanwege een overtreding van de Opiumwet (aanwezigheid van drugs), in 2022 waren dat dertien panden.
Ook in deze zaak concludeerde de burgemeester, weliswaar vier maanden na de daadwerkelijke drugsvondst, dat de woning verzegeld moest worden. In zijn besluit heeft hij meegenomen dat er vorig jaar via Meld Misdaad Anoniem zes keer drugsoverlast is gemeld door buurtbewoners. Er zou zijn gedeald vanuit de woning en vanuit de auto.
Voor een huurder betekent de sluiting in feite een uithuiszetting. Bij een overtreding van de Opiumwet staat de betreffende huurder bij Enschedese woningcorporaties op een zwarte lijst, waardoor een nieuwe huurwoning vinden de eerste twee jaar niet mogelijk is. Nadat het bezwaar van de bewoonster tegen de sluiting is afgewezen, ging ze in beroep bij de rechtbank.
Volgens de vrouw zelf is er van drugsoverlast geen sprake meer. Ze krijgt hulp van instanties en wil haar (ex-)partner niet meer in haar huis hebben, maar dat blijkt in de praktijk nog lastig. Hoewel ze zelf bij familie in de Randstad terecht kan, vreest ze dat uithuisplaatsing grote gevolgen heeft voor (de sociale contacten van) haar minderjarige kinderen.
De bestuursrechter oordeelt nu dat de burgemeester te snel heeft geoordeeld. De meldingen van drugsoverlast zijn van vorig jaar. Bovendien vindt hij dat Bleker beter zou moeten afwegen of de sociale gevolgen voor de minderjarige kinderen niet zwaarder wegen dan het belang van het op slot gooien van de woning.
Er moet dus een nieuw besluit worden genomen op het bezwaar van de bewoonster tegen haar uithuiszetting. Tot zes weken ná zo'n nieuw besluit mag ze in de woning blijven. Volgens de rechter is daarmee niet met zekerheid gezegd dat de vrouw en haar kinderen in het huis kunnen blijven wonen, maar is dat op voorhand ook niet uit te sluiten.