“De spanning begint te komen, het begint te kriebelen. Vrijdag gaan we weg.” Naar dat moment werkt handbiker Mark Mekenkamp uit Saasveld al maanden toe: deelname aan de Paralympische Spelen van Parijs 2024, die gehouden worden van 28 augustus tot en met 8 september.
De start van de spelen is vandaag, woensdag 28 augustus. “Een deel van onze ploeg, de baanwielrenners, is er al. Deze wielrenners moeten eerder aantreden”, zegt Mekenkamp in de ochtendshow Twente wordt Wakker.
Mekenkamp zelf vertrekt met de rest van het team op vrijdag, vanaf Papendal, in een grote bus richting Parijs. “Nee, de openingsceremonie maak ik niet mee, de afsluiting van de Spelen wel.”
De Saasvelder had de afgelopen periode een paar kleine fysieke probleempjes. “Dat lijkt nou redelijk opgelost. Ik weet niet of ik helemaal 100 procent zal zijn volgende week. Het gaat de goede kant op, ik zie het wel zitten.”
De handbiker heeft meerdere fietsen. "Ik heb nog net op tijd een nieuw uitgekomen model, kunnen aanschaffen, met een nieuw type voorvork waar grotere wielen in kunnen. Blijkt dat die ook net weer iets harder gaat. Materiaal is belangrijk, vooral de aerodynamica. Alles carbon, alles op maat gemaakt.”
Alleen de allerbeste handbikers ter wereld staan aan bij de Paralympics aan de start. “Aan de World Cup doen we met een man of 50 mee, met het WK is dat al minder, een man of 30, daar moet je voor geselecteerd worden. En nu zijn we er met een kleine 20 handbikers.”
Mekenkamp en zijn teamgenoten moeten woensdag 4 en donderdag 5 september aan de bak. “Woensdag staat de tijdrit op het programma, zo rond een uur of half vier. De precieze starttijd heb ik nog niet. Donderdag 5 september is de wegwedstrijd en dan starten we om 16.00 uur.”
“De tijdrit is 28 kilometer, twee rondjes van 14 kilometer. We zitten een beetje aan de buitenkant van Parijs. Het rondje gaat als het ware Parijs uit, een stukje door het bos, door een dorpje en dan Parijs weer in”, geeft Mekenkamp aan.
Zijn kansen vindt hij moeilijk in te schatten. “Een deel van het rondje ligt me echt wel: de lange rechte stukken waar je snelheid kunt maken. Er zitten per rondje ook twee klimmen in en dat ligt me iets minder. Maar als ik echt in topvorm ben, zou er een medaille in kunnen zitten!”