Verkeer
Stuur appje
Zoek

Buurthuizen, wijkcentra en noaberschap: de kurk waar maatschappelijke hulp in Enschede op moet gaan drijven

Harmjan Vedder
Wethouder Harmjan Vedder zet een nieuwe koers in om ervoor te zorgen dat Enschedeërs de hulp en ondersteuning blijven krijgen die nodig is.
Beeld: Ernst Bergboer

Wie op welk gebied dan ook ondersteuning nodig heeft, kan een beroep doen op een hele trits aan wetten en voorzieningen. Betaald door ons allemaal. In Enschede is de vraag daarnaar groter dan het budget dat de stad er voor krijgt. Dat tekort wordt de komende jaren alleen maar groter. Grote vraag is dan ook hoe die bal in de lucht te houden. Wethouder Harmjan Vedder presenteerde eerder deze week een plan.

‘Samen leven, samen zorgen’, heet het. Het telt achttien maatregelen, die in de kern twee doelen moeten bereiken: iedereen krijgt ook in de komende jaren de hulp en de ondersteuning die nodig is en dat op een behoorlijke manier. En het tekort op de begroting krimpt. Van dik 5 miljoen naar 1,4 miljoen in 2028.

De menselijke maat, meer vraag en oplopende kosten

Enschede heeft forse ambities, als het om de zorg voor haar inwoners gaat. De stad heeft een periode van streng sociaal beleid achter de rug en wil het, na forse kritiek uit de stad zelf en de maatschappelijke verontwaardiging rondom het toeslagenschandaal, anders doen. De menselijke maat, sociaal en warm, makkelijk en toegankelijk zijn de nieuwe norm.

Tegelijkertijd lopen de kosten voor zorg en ondersteuning op, kampt de zorg met personeelstekorten èn zijn er aanbieders die een greep doen in de toch al beperkte middelen om er vooral zelf beter van te worden.

“We hebben niet meer de luxe om alleen maar over naoberschap te praten”

Aan dat laatste probleem - zorgfraude - wordt in ‘Samen leven, samen zorgen’ een enkele alinea gewijd. De nadruk ligt op die 18 maatregelen, die er voor moeten zorgen dat hulp- en ondersteuningsbehoeftige Enschedeërs ook in de komende jaren goed, maar ook goedkoper, worden bijgestaan.

Van ‘maatwerk’ naar ‘algemeen’

Samengevat komen die maatregelen neer op een forse verschuiving van zorg en hulp op maat, aan huis, naar voorzieningen die voor iedereen toegankelijk zijn. In de wijk, dichtbij en laagdrempelig.

In vaktermen: minder ‘maatwerkvoorzieningen’, meer ‘algemene voorzieningen’. Voor zo’n persoonlijke ‘maatwerkvoorziening’ heb je een indicatie nodig. Voor een algemene voorziening niet. Zo’n maatwerkvoorziening is individueel en wordt geleverd door een professional. Een algemene voorziening kan vaak in groepsverband en met vrijwilligers.

Alle lichte ondersteuning in 2026 collectief

Alle ‘lichte ondersteuning’ moet in 2026 geboden worden door ‘collectieve voorzieningen’, iets waar meerdere mensen tegelijk gebruik van kunnen maken op een plek in de wijk. Zonder ingewikkelde procedures en onnodige rompslomp. Denk aan eenvoudige dagbesteding en begeleiding. Was een inwoner eerst afhankelijk van een indicatie voor dagbesteding, in de toekomst moet hij eenvoudig kunnen aanschuiven bij activiteiten in het wijkcentrum, bijvoorbeeld. Zonder indicatie.

icon_main_info_white_glyph

Een maatwerkvoorziening, wat is dat?

Als iemand ondersteuning of hulp nodig heeft en daarvoor aanklopt bij de gemeente, wordt gekeken wat voor en hoeveel hulp specifiek nodig is. Wat kan iemand zelf nog, waar kan de omgeving - familie, vrienden, kennissen, buren - bijspringen? De gemeente voorziet dan in wat er aanvullend nodig is. Daarvoor wordt dan een zogeheten ‘indicatie’ afgegeven. Zorgorganisaties leveren op basis van zo’n indicatie de concrete ondersteuning.

Dat gaat om hulp in de huishouding, maar ook om hulpmiddelen en vervoer, bijvoorbeeld. Dagbesteding, begeleiding en verschillende vormen van wonen en opvang vallen daar ook onder.

Daarmee wordt ‘maatwerk’ geleverd, op het individu afgestemde hulp. En dat kan voor iedereen die hulp nodig heeft net even anders uitpakken. Een ‘maatwerkvoorziening’, dus. Het aantal mensen dat afhankelijk is van zo’n maatwerkvoorziening stijgt. Huishoudhulp met 12,4 procent van 2020 tot en met 2023; dagbesteding, begeleiding en opvang met ruim 5 procent.

Er bestaan ook ‘algemene voorzieningen’. Denk aan sportverenigingen, bijvoorbeeld. Soms opgezet door de gemeente, vaak door inwoners. Iedereen kan er gebruik van maken, zonder indicatie. ‘Samen leven, samen zorgen’ zet sterk in op een verschuiving van ‘maatwerkvoorzieningen’ naar ‘algemene voorzieningen’.

Een inwoner die zich heel aardig redt maar moeite heeft om rekeningen op tijd te betalen, komt nu vaak terechtkomt bij welzijnswerk of - als het te laat is - schuldhulp. In de toekomst is het de bedoeling dat hij snel wordt doorverwezen naar de formulierenbrigade in een buurthuis.

Dat betekent minder inzet van professionals, meer ondersteuning door andere inwoners. Hulp die makkelijker en toegankelijker is. En die allicht beter aansluit bij de sociale of culturele achtergrond. Maar dat gaat niet vanzelf, want dat soort voorzieningen in wijken is er nog onvoldoende.

In de wijk, met een nog grotere rol voor wijkteams

Die professionals krijgen wel meer eigen verantwoordelijkheid, met name als het om wijkteams en welzijnsorganisaties gaat. Vedder (met het College van B&W) wil ‘stevige teams’ die heel goed weten wat er speelt in ‘hun’ wijk, maar ook in staat zijn om verder te kijken dan de hulpvraag waarmee inwoners komen. Neem het voorbeeld van de inwoner die moeite heeft om zijn administratie op orde te houden, maar aanklopt omdat ‘ie slecht slaapt en klaagt over een lawaaiige buurman.

Stijgende kosten maatschappelijke ondersteuning
De kosten voor maatschappelijke ondersteuning in Enschede stijgen.
Beeld: Gemeente Enschede

Die wijk- en welzijnsteams krijgen in de nieuwe aanpak meer ruimte voor eigen initiatief, ze mogen (en moeten) meer zelf doen. Denk aan het organiseren van lichte vormen van dagbesteding of andere ondersteuning, als daar in hun wijk veel vraag naar is. Op een geschikte plek, dichtbij de mensen die er behoefte aan hebben. Met de vrijwilligers die daar bij kunnen helpen.

Een centrale wasservice

Ook als het gaat om professionele (en duurdere) ondersteuning, wordt er gezocht naar andere manieren om die te organiseren. Goedkoper, meer gezamenlijk, zonder dat de kwaliteit van de ondersteuning eronder lijdt. Een voorbeeld is ondersteuning bij wassen en strijken. Dat gebeurt nu thuis, door een hulp in de huishouding. Zo’n 3.000 Enschedese huishoudens maakt er gebruik van. Op basis van een indicatie, vergoed door de gemeente op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Afhankelijk van de specifieke situatie heeft een inwoner recht op tien tot vijfenveertig minuten ondersteuning daarbij.

De meeste wasprogramma’s duren langer. En dan is er nog niets opgehangen of gedroogd. Dat betekent dat de huishoudhulp later op de dag terug moet komen. Omslachtig en duur. Als het aan het College ligt, komt er dan ook een centrale wasvoorziening (maatregel 8).

De grootste besparing

Het is deze verschuiving van professionele en individuele naar collectieve ondersteuning die - by far - de grootste besparing moet gaan opleveren. Zonder in te leveren op kwaliteit of dat ‘warm en sociaal’; het wordt makkelijker (een indicatie is niet meer altijd nodig), ondersteuning is dichter bij en de behoefte wordt eerder gezien. Dat is in elk geval de bedoeling.

Vergrijzing

Er zijn meerdere redenen waarom de kosten voor hulp en ondersteuning toenemen. Vergrijzing is er één; grootgebruikers zijn 65- tot 80-jarigen (4.295 Enschedeërs) en daar komen er de komende jaren steeds meer van. In het algemeen: hoe ouder, hoe meer ondersteuning er gevraagd wordt. Ook de leeftijdsgroepen daar meteen boven en onder, doen een relatief groot beroep op hulp (beide ongeveer 3.500).

Lees verder onder de afbeelding.


Leeftijdsgroepen en het beroep op maatschappelijke voorzieningen - 2023
Vergrijzing en het beroep op maatschappelijke ondersteuning nemen in Enschede toe.
Beeld: Gemeente Enschede

Vorig jaar was 18% van de Enschedese bevolking 65 jaar of ouder. In 2050 is dat 20%. Dat geldt niet alleen in Enschede; vergrijzing is een landelijke fenomeen.

Enschede moet relatief veel bijleggen

Wèl specifiek Enschedees is de gemiddeld zwakkere sociaal-economische positie die de stad bekleedt. Dat heeft effect op welzijn en de gezondheid. Enschedeërs leven bijvoorbeeld bijna drie jaar minder lang in goede gezondheid dan de doorsnee Nederlander.

De behoefte aan ondersteuning is er dan ook een stuk hoger dan het landelijk gemiddelde. De compensatie die de stad daarvoor krijgt van het Rijk, sluit daar alleen niet bij aan. Anders gezegd: Enschede moet fors meer bijlappen dan een gemeente als - pak ‘m beet - Wassenaar. Of Tubbergen.

icon_main_info_white_glyph

Wat levert het op en wat kost het?

‘Samen leven, samen zorgen’ levert besparingen op, maar vraagt ook om inzet en investeringen. Enschede is zo’n 60 miljoen kwijt aan maatschappelijke hulp en ondersteuning. In 2023 was het budget 59 miljoen, maar bedroegen de kosten onder de streep ruim 63 miljoen. Per saldo 4,2 kwam de gemeente 4,2 miljoen tekort. Dat loopt volgend jaar op tot 4,5 miljoen.

De 18 maatregelen leveren bij elkaar een besparing op van 6,6 miljoen euro. Het leeuwendeel (6,4 miljoen) uit de verschuiving van maatwerkvoorzieningen naar algemene voorzieningen, de rest uit maatregelen om hulp makkelijker toegankelijk te maken (minder indicaties), werkprocessen te vereenvoudigen, meer techniek in de zorg en soepeler samenwerking tussen organisaties.

Invoering van de maatregelen kost ook geld. Dat zit ‘m in de inrichting van meer algemene voorzieningen, extra taken voor wijkteams, de invoering van die maatregelen zelf en periodiek toetsen of ze wel werken. Dat gaat alles bij elkaar om een structurele investering van 5,2 miljoen (per 2028). En een incidentele investering in de aanloop daar naartoe van ruim 7 ton (2024-2027).

Als die verwachtingen uitkomen, dringt dat het tekort op de begroting van 2028 terug tot 1,4 miljoen euro. Als het erg meezit is er in 2028 geen tekort meer. Zit het tegen, dan resteert er een gat van 2 miljoen.

In 2023 moest de stad 4,2 miljoen euro bijleggen op maatschappelijke hulp en ondersteuning. Als er niets gebeurd, loopt dat volgend jaar op tot 4,5 miljoen. Met de 18 maatregelen uit ‘Samen leven, samen zorgen’ wil het College dat in over vier jaar terugdringen tot 1,4 miljoen euro. Als het meezit tot praktisch nul. Of, bij tegenwind, tot 2 miljoen.

Raadszaal Gijsbert Vonk Ernst Bergboer
Lees ook
Gemeenteraad eensgezind: Enschede moet meer rekening houden met inwoners bij bijstand en Wmo

Een aantal maatregelen is al ingevoerd. Sommige zijn behoorlijk concreet - neem die wasservice. Andere moeten nog nader worden uitgewerkt en vragen tijd en investeringen. In 2028 moet het hele plan zijn ingevoerd.

Heb je een nieuwstip of nieuwe informatie?
Tip onze redactie via mail of telefoon. Deze vind je op onze contactpagina.