Enschedese liedjesschrijver en muzikant Wouter Muller was decennialang de stem van Indische Nederlanders. Hij overleed op Tweede Kerstdag 2022 op 75-jarige leeftijd. Zondag bracht een gelegenheidsgezelschap van bekende en minder bekende muzikanten een ode aan Wouter, maar vooral ook aan de geschiedenis van de ruim 300.000 Nederlands-Indiërs die na 1945 naar Nederland kwamen. De voorstelling ‘Wie ben ik?’, gemaakt door zijn broer Boudewijn, is opgehangen aan het oeuvre van Wouter Muller.
In de theaterzaal van de Kleine Willem zit het zondagmiddag tot de nok toe vol met mensen die naar de theatervoorstelling over Wouter Muller komen, zowel mensen mét als zonder Indische achtergrond. Het verhaal gaat over het leven van Wouter Muller en over anderen die eind jaren veertig en begin jaren vijftig uit het voormalige Nederlands-Indië moesten vertrekken en hun weg moesten vinden in het voor hen onbekende Nederland, ver weg van hun moederland.
Het is niet alleen een herdenking van Wouters leven, maar ook een bredere reflectie op migratie en het vinden van je plek in een nieuwe samenleving. "Wouter heeft altijd tegen mij gezegd: ‘Jouw tijd komt nog wel’”, aldus Boudewijn Muller. "Met het produceren van deze voorstelling voel ik dat mijn tijd nu is aangebroken. Het heeft betekenis voor mijzelf, maar ook voor anderen. Het is een drive geworden voor mij. Doe maar wat je fijn vindt om te doen: dat heb ik van Wouter geleerd.”
Bijna twee jaar geleden overleed Wouter Muller. "Wouter overleed vrij plotseling", begint Boudewijn Muller. "We kregen een telefoontje dat hij en zijn vrouw zich niet lekker voelden en dat ze ’s avonds niet naar het kerstdiner zouden komen. De volgende dag hoorden we dat hij in het ziekenhuis lag in Enschede. Toen we hem bezochten, kon hij niet meer praten; alleen zijn ogen en hoofd bewogen. De artsen wisten niet hoe lang het nog zou duren. Brendly, onze jongere broer, en ik gingen naar huis, omdat er nog andere vrienden en familieleden bij hem langs wilden. De volgende ochtend hoorden we dat hij was overleden."
Wouter Muller zei altijd tegen zijn broers dat hij niet ouder zou worden dan 75. Hij leed aan leukemie, maar had wel een behandeling ondergaan. “Zijn 75ste verjaardag vierde hij nog samen met ons in Enschede, een paar maanden voor zijn overlijden. Hij vroeg of Brendly en ik samen met Indische liedjes wilden zingen. Dat hadden we al jaren niet meer gedaan. Misschien voelde hij dat het zijn laatste kans was. Dat is geen toeval”, meent zijn broer Boudewijn Muller.
De broers Muller kwamen in 1950 als jonge kinderen naar Nederland, waar ze opgroeiden tussen de kaaskoppen. “Na twee jaar belandden we in een weeshuis in Den Haag”, vertelt Boudewijn. “Onze moeder werd ziek en onze vader verliet ons. Dan ben je op jezelf en op elkaar aangewezen. We hebben vier jaar in het weeshuis gewoond tussen Nederlandse kinderen, met Nederlands eten en zonder de Indische cultuur waarin veel van onze vriendjes opgroeiden. We waren ontheemd, maar tegelijk zorgde dat ervoor dat we op jonge leeftijd snel en moeiteloos inburgerden.”
De familie Muller was één van de vele die hun thuis in Nederlands-Indië verlieten. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd de toen nog Nederlandse kolonie bezet door Japan. Na de Japanse capitulatie op 15 augustus 1945 ontstond een machtsvacuüm. Japan had de macht van Nederland in Indonesië aanzienlijk ondermijnd en tegelijkertijd het Indonesische nationalisme aangewakkerd met het motto ‘Azië voor de Aziaten’.
Twee dagen na de Japanse capitulatie werd Nederlands-Indië uitgeroepen tot de onafhankelijke Republiek Indonesië. De druk van Indonesische onafhankelijkheidsstrijders op iedereen die vermeend Nederland-gezind was, nam toe. In de periode na de oorlog zochten daarom ruim 300.000 mensen hun toevlucht in Nederland, waaronder het gezin Muller.
Dat inburgeren ging hun Indische vader, militair in hart en nieren, minder goed af. Tijdens de Tweede Wereldoorlog en de koloniale oorlog diende hij in het leger. Hier in Nederland kreeg hij een werkplek in een kantoor. “Dat was niks voor hem. Hij vond het niet fijn hier en wilde niet blijven”, licht Boudewijn Muller toe. “Toen mijn moeder ziek werd, ging hij naar Amerika. Hij kon het niet aan om drie jongens alleen op te voeden. Tot mijn dertigste heb ik hem dat heel erg kwalijk genomen. Gelukkig werd mijn moeder, ook Indisch, na een aantal jaar beter en nam ons mee naar Arnhem.”
In de late jaren 70 ‘ontwaakte’ Wouter als singer-songwriter. Hij begon muziek te maken die verhalen vertelde over én voor Indische Nederlanders. “Zijn liedjes raakten mensen op een diepe manier: hij zong over gevoelens waar de eerste generaties Indische Nederlanders niet over durfden te praten. Ik zag steeds meer hoe geliefd en bekend hij werd in de Indische gemeenschap”, vertelt zijn broer. Wouter Muller werd de ‘Boudewijn de Groot van de Indische Nederlanders’ genoemd en legde met zijn muziek de basis voor de Neder-Indopop. “Hij wilde met zijn muziek een eerbetoon brengen aan de eerste generatie Indische Nederlanders die hier een nieuw bestaan hebben moeten opbouwen, en de manier waarop zij de volgende generaties een toekomst hebben gegeven.”
Een belangrijk thema in Wouters werk was zijn zoektocht naar identiteit. "Hij vroeg zichzelf af: ‘Wie ben ik om terug te keren naar de plaats waar ik geboren ben?’ We hadden geen binding meer met Indonesië, maar hij voelde dat hij erheen moest om meer te begrijpen over wie hij was. Hij kwam terug met een rugzak vol inspiratie en besloot de verhalen van onze gemeenschap te vertellen, omdat veel mensen er zelf niet over kunnen spreken."
Die zoektocht speelt ook een centrale rol in Boudewijns project: een muziektheatervoorstelling getiteld ‘Wie ben ik’, een ode aan Wouter Muller en aan alle andere ontheemden die op zoek zijn naar een nieuw thuis. "Deze voorstelling richt zich specifiek op de Indische gemeenschap, maar ik wil het ook universeler maken. De omstandigheden waarin wij ons bevonden, zijn herkenbaar voor veel migranten die nu naar Nederland komen. Zij moeten zich ook een nieuwe identiteit eigen maken."
Lees verder onder de afbeelding.