Een overgrote meerderheid in de Enschedese politiek onderschrijft de ambities van een voor de zomer opgestelde visie voor versterking van de nachtcultuur in de stad. Er leven nog wel vragen over de bekostiging van de voorgestelde plannen en de samenhang met het bredere cultuurbeleid. De discussie over de nota ging maandagavond nauwelijks over het ‘of’, maar nog wel over het ‘hoe’.
Die zogenoemde ‘Nachtvisie’ is het resultaat van uitgebreide gesprekken tussen politiek en vertegenwoordigers van de creatieve en alternatieve sectoren in de stad. Eind vorig jaar stelde de gemeenteraad een ambitieuze cultuurnota vast, maar daarin was naar de smaak van de initiatiefnemers voor die Nachtvisie onvoldoende aandacht voor alternatieve nachtcultuur. Marijn Ouwehand (PvdA) en Linsey van der Veen (D66) pakten die handschoen op.
De sympathie voor het opgestelde document stoelt op een breedgedragen beeld dat Enschede, als grootste stad van Overijssel, voor elk wat te bieden moet hebben. En dat nog niet voldoende heeft. Dat geldt onder meer voor inwoners die zich thuisvoelen in een undergroundcultuur.
Nachtburgemeester Annebel Bunt was een van de drie insprekers, voorafgaand aan het debat. Zij zei steeds meer bezig te zijn met ‘hard werken aan een toekomst voor de nachtcultuur en de verbonden creatieve sector op de lange termijn’. In plaats van het organiseren van culturele nachtelijke evenementen. Uit noodzaak.
Dat heeft een heel praktische kant - alternatieve collectieven raakten dakloos - maar zij maakte het maandagavond ook persoonlijk. “Ik heb zelf eerstehands ervaren hoe de nachtcultuur mensen liet opbloeien, en hoe hard de impact is wanneer het ineens wegvalt of dreigt weg te gaan - en dat geldt ook voor mij persoonlijk.”
Voor makers, creatievelingen en liefhebbers van underground - onder wie veel studenten - zijn er nauwelijks plekken om elkaar te ontmoeten. ’s Nachts al helemaal niet. SP’er Karel van der Leij - een grijze, bebaarde, langharige, hippie-achtige verschijning - wees zijn collega-raadsleden op een teloorgang die al decennia geleden werd ingezet. “Toen ik, eind jaren zestig…” Het leidde tot hilariteit, meer dan iets anders vriendelijk en collegiaal.
Maar Van der Leij maakte zijn punt: waar Enschede tal van plekken had waar het alternatieve nachtleven bruiste, in de huidige tijd zijn die zo goed als verdwenen. De Kokerjuffer, de N8kelder, Spacebar, ze zijn niet meer. Metropool organiseert nog wel nachtelijke feestjes, maar die zijn incidenteel en onderdeel van een volle agenda, betoogde Sevgi Yazici, inspreker namens Nightclub Collective Enschede (NiCE). Het is geen nachtclub.
Voor het overige zijn liefhebbers van alternatief nachtelijk vertier inmiddels aangewezen op semi- of volledig illegale en zelf georganiseerde feestjes, ergens in het buitengebied.
Centraal in die Nachtvisie staan een nachtburgemeester en een nachtraad, zeg: een College van B&W van de nacht. Die nachtburgemeester is er al, in de persoon van Annebel Bunt, maar krijgt een formelere status en positie. Inclusief een bescheiden beloning en een ambtstermijn: vier jaar. Die nachtraad is nieuw en bestaat uit zes tot negen zetels voor gekozen vertegenwoordigers uit de wereld van de nachtcultuur. Vaste zetels zijn er voor Metropool, Vereniging Horeca Binnenstad Enschede en Night Club Collective Enschede (NiCE).
De nachtburgemeester wordt bijgestaan door een loco, dat hele nachtelijke college krijgt een formele status en ambtelijke ondersteuning. Het idee: gemeente, reguliere horeca en cultuurpartijen èn de autonomere underground zorgen samen voor een levendige nachtcultuur in de stad.
In de Enschedese Nachtvisie wordt, behalve de behoefte aan plek, ook aandacht gevraagd voor bijvoorbeeld veiligheid en bereikbaarheid van de binnenstad. De nachtraad krijgt een belangrijke rol als belangenvertegenwoordiger van de Enschedese nacht-scene en adviseur van stadsbestuur en politiek. Ook als het om dat soort thema’s gaat.
Die teloorgang trekt het merendeel van de gemeenteraad zich aan. Enschede moet een stad zijn die voor iedereen iets te bieden heeft. En een stad met creatieve en technische opleidingen, gericht op innovatie, moet ook de humuslaag moet bieden waarop jonge ontwikkelaars uit diverse windrichtingen zich verder kunnen ontwikkelen. Anders loopt talent weg.
Daarover is in de Enschedese politiek eigenlijk geen discussie meer. Misschien wel de grootste winst van het gesprek over alternatieve cultuur van de laatste paar jaar, vonden aanwezige vertegenwoordigers van dat stedelijke nachtleven. “Ik heb mij vanuit dit huis zelden zo gesteund gevoeld”, zei inspreker en oud-nachtburgemeester Marcel Bierling voorafgaand aan het debat. Na afloop: “Dit is, geloof ik, de eerste keer dat ik hier blij vandaan kom.” Als de neuzen dezelfde kant op staan, kan het gesprek over de inhoud gaan: hoe die gezamenlijke doelen te realiseren.
Er is in de voorbije paar jaar veel gesproken over locaties waar collectieven uit het alternatieve circuit kunnen neerstrijken. Dat werd extra urgent, na sluiting van het voormalige VVV-pand aan het Stationsplein, waar een heel aantal ‘broedplaatsen’ gevestigd waren. Ook in de Nachtvisie wordt faciliteren van ruimten bepleit, met een nadrukkelijke rol voor de gemeente.
De meningen over hoe die rol ingevuld moet worden, lopen uiteen. Al leken de verschillen, naarmate het debat vorderde, wel mee te vallen. De VVD is in beginsel niet snel geneigd de overheid een rol te geven in het faciliteren van - in dit geval - een nachtclub; dat moet je in de beginsel aan de markt overlaten. Ook het CDA zit meer op de lijn van markt en werk: als er behoefte is, zal er ook wel aanbod ontstaan.
CDA’er Ton ten Vergert zag een ‘behoorlijk dynamische horeca’ in zijn stad. “Alsof er in Enschede weinig te doen is.” Hij noemde café Rocks en de Irish Pub die binnenkort in de Bolwerkstraat opent als voorbeeld. “Die gaan straks ook ’s nachts door, heb ik begrepen.”
Toch was het VVD’er Rachel Denneboom die fijntjes aanstipte dat horeca en nachtcultuur niet hetzelfde zijn; dat moesten de initiatiefnemers voor die Nachtvisie toch nog maar eens goed uitleggen. Bierling had dat in zijn bijdrage al gedaan. “Nachtcultuur en horeca zijn twee verschillende werelden. Nachtcultuur kan in een normale markt opereren in een interessant tussengebied, waar relevante culturele programmering gepaard gaat met het genereren van inkomsten uit ticket- en consumptieverkoop.
Maar, betoogde Bierling, de vastgoedmarkt anno 2024 is totaal overspannen. “Overal in het land moeten clubs wijken voor financieel lucratievere plannen. De woningnood is te groot, het vastgoed te duur en projectontwikkelaars te machtig.” Anders gezegd: alternatieve (nacht)cultuur, die veel minder drijft op commercie, delft in een geldgedreven wereld het onderspit.
Hij noemde Münster als voorbeeld, waar de lokale overheid sinds 2004 het Am Hawerkamp-terrein, waar vijf culturele nachtclubs gevestigd zijn, uit de wind van verkoop en projectontwikkelaars houdt. Bierling’s pleidooi: niet voor elk stuk grond of gebouw het onderste uit de marktkan willen, maar afwegen wat dat vastgoed op de langere termijn voor de stad kan betekenen.
De vertegenwoordigers van die Enschedese underground stelden maandagavond niet aan een subsidie-infuus te willen. “Het moet geen ‘Disco Diepemaat’ worden”, zei Bierling, met een verwijzing naar een eerdere uitspraak van cultuurwethouder Jeroen Diepemaat (VVD) zelf. Die trok in de afgelopen paar jaar intensief op met de alternatieve sector in de stad in een zoektocht naar mogelijkheden bij een beperkt overheidsbudget. Boodschap van de alternatieve sector maandagavond was: wij kunnen onszelf goeddeels bedruipen, mits gevrijwaard van dominant marktdenken en -handelen.
Rest de vraag waar de penningen vandaan moeten komen om de ideeën uit die Nachtvisie uit te voeren. Niet eenmalig, maar als structurele investering. Denneboom (VVD) zei daarin geen ‘valse verwachtingen’ te willen wekken. Wat haar betreft ontberen de plannen nog een deugdelijke financiële onderbouwing. Henri de Roode (CU) wilde aansluiten bij de al eerder vastgestelde cultuurnota, waarin nadrukkelijk aandacht is voor creatieve broedplaatsen. “Met elementen uit die Nachtvisie, om dan gebalanceerde afwegingen te kunnen maken.”
GroenLinks-woordvoerder Robin Wessels nuanceerde die ‘financiële paragraaf’. “Wil je een aantrekkelijke stad zijn, dan moet je de underground een plek bieden. Wij staan volledig achter deze visie.” Hij wees op de reactie van B&W op het plan, dat de ambities ervan nadrukkelijk onderstreept. “Daar ben ik buitengewoon positief over”, zei Diepemaat in zijn bijdrage nog maar eens.
Maandblad Rails publiceerde in 2003 een eigen ‘onderzoek’ naar de aantrekkelijkheid van studentensteden. Enschede kwam er met een 4,8 het bekaaidst vanaf. Studenten en stadsbestuur gepikeerd: dat beeld zou niet kloppen (en de stad ten onrechte een slecht imago bezorgen). De kwaliteit van dat onderzoek was discutabel, maar wat wel overeind bleef is de vaststelling dat het Enschedese nachtleven minder te bieden heeft dan in andere (middel)grote studentensteden het geval is. Daarin is sindsdien ook niet veel veranderd.
Enschede onderkent dat ook. Talentbehoud is al een jaar of wat onderwerp van politiek en bestuurlijk gesprek, een divers cultureel aanbod, inclusief nachtcultuur, is daarbij een terugkerend thema.
80% van het talent dat naar Enschede komt, verdwijnt na de studie uit de stad
50% van de vertrekkers is tussen de 20 en 30 jaar oud
70% van de 1.500 ondervraagden in 2024 vindt het nachtleven elders interessanter
13% is tevreden over het aantal plekken waar ’s nachts iets te beleven valt
23% is tevreden over de diversiteit van het nachtelijke uitgaansaanbod
62% vindt dat de Enschedese underground iets te bieden heeft dat je elders niet vindt
De meeste van de hier genoemde cijfers zijn ontleend aan een onderzoek van Kennispunt Twente in 2024, naar aanleiding van de te ontwikkelen visie op nachtcultuur in Enschede.
“Waar hebben we het dan over”, stelde Wessels. In totaal 60.000 euro, waarvan eenderde structureel. “Op de begroting van de gemeente van ruim 800 miljoen is dat echt peanuts.” Hij vroeg de wethouder uit te zoeken waar dat geld te halen valt en wat dat betekent voor budgetten. Van der Veen (D66), met Ouwehand (PvdA) initiatiefnemer voor de Nachtvisie, voegde daar aan toe dat de doelen uit de Nachtvisie acht verschillende beleidsterreinen raken. Anders gezegd: overlap en dus potjes genoeg om de financiële dekking bij de ideeën te kunnen vinden.
Blijft de vraag waar nachtcultuur, in de vorm van een alternatieve nachtclub, dan kan landen. Daar ligt een belangrijke parallel met de eerder genoemde cultuurnota, waarin het stadsbestuur plek wil vinden en behouden voor culturele broedplaatsen. “Als zich een kans voordoet, moet je die grijpen”, zei Wessels maandagavond. Dat ging over mogelijke locaties voor een alternatieve nachtclub, voor broedplaatsen lag die opdracht er al.
En, het moet gezegd, als het daar om gaat heeft de stad de slag aardig te pakken. Vrijwel alle collectieven die in de afgelopen periode dakloos raakten inmiddels weer onderdak gevonden. Alleen Sickhouse is nog zoekende. De stad weet geschikte locaties vrij te spelen voor alternatieve cultuur. Dat zou dan, in hetzelfde spoor, allicht ook voor nachtcultuur kunnen, zo klonk het in de Enschedese raadszaal.
In de komende raadsvergadering moet de Enschedese volksvertegenwoordiging haar standpunt over die Nachtvisie gaan bepalen.