KING’S MEN toert sinds 2016 langs de randen van Oost-Nederland en Duitsland met aanstekelijke (en goed bezochte) bewerkingen van Shakespeare’s klassiekers. De toekomst van het Neder-Duitse gezelschap is alleen uiterst onzeker. Net als dat van 58 andere professionele gezelschappen en festivals. De geldpotjes voor podiumkunst zijn leeg.
Aan het begin van de zomer brachten zowel het Fonds PodiumKunsten als de Raad voor Cultuur hun adviezen uit. Die bepalen wie de komende vier jaar (2025 - 2028) subsidie krijgt en wie niet. 59 gezelschappen en festivals kregen een positief advies, maar vingen toch bot. De portefeuille die het kabinet beschikbaar stelde was te krap bemeten.
Reden voor KING’S MEN om, met de collega-gezelschappen voor wie hetzelfde geldt, in de pen te klimmen en de Tweede Kamer een brief te schrijven. De strekking: aan de kwaliteit of de ambities ligt het niet, er is alleen te weinig geld beschikbaar; er dreigt kapitaalvernietiging en met deze systematiek is geen enkel gezelschap of festival langer dan vier jaar zeker van zijn bestaan. Hoe goed of geliefd ook. En daar kun je geen toekomst op bouwen.
De ‘groep van 59’ vraagt om een incidentele aanvullende financiering van 11 miljoen - dan kunnen ze alle een jaar verder -, om vervolgens samen met de sector te kijken naar oplossingen voor de langere termijn. Er is een wijziging van het bestel in voorbereiding; nu de stekker eruit trekken, zou jarenlange investeringen, net ontloken talent en opgebouwde ervaring in een klap teniet doen.
Lees verder onder de afbeelding.
Behalve KING’S MEN, met Enschedeër Laurens ten Den als een van de drijvende krachten, behoren ook De Parade, het Amsterdam Dance Event, Holland Opera en Orkater tot de ondertekenaars. Dat zijn gevestigde namen. Maar de lijst bevat ook groepen met jonge makers, die stevig aan de weg timmeren.
Al met al vertegenwoordigen zij een breed scala aan podiumkunsten en zijn ze afkomstig uit alle windrichtingen van het land. Met de kanttekening dat het zwaartepunt - met stip - bij de Randstad ligt.
KING’S MEN heeft tot nog toe gewerkt met projectsubsidies. In de praktijk: elk jaar kijken of je het volgende verder kunt. Dat laat weinig ruimte voor ontwikkeling. Of stabiliteit. Je kunt geen garantie geven dat je volgend jaar een voorstelling komt spelen. Dat betekent dat medewerkers gaan lopen, maar ook decorbouwers, technici, de hele facilitaire wereld achter voorstellingen, kunnen nergens op bouwen.
Groepen als die van Ten Den, die een breed publiek bereiken met inhoudelijk sterke voorstellingen, zouden steviger in het zadel moeten komen, is de strekking.
Lees verder onder de afbeelding.
Dat is, zo bepleit Silvia Andringa, de regisseur van het gezelschap, in 1Twente Vandaag belangrijk voor de vitaliteit van een toch al geplaagd cultuurlandschap in Nederland. Immers: ook talent heeft een veelzijdig en stabiel speelveld nodig. Zeker aan de randen van het land.
In het geval van KING’S MEN borrelt het zelfs tot over de randen van het land. “We noemen ons grensnegerend theater”, zegt Andringa.
Op 11 november debatteren de cultuurwoordvoerders van de Tweede Kamerfracties over de budgetten voor de sector. De ‘groep van 59’ hoopt dat de ingezonden brief daar besproken wordt.