Borduren, quilten, tuften, naaien en punchen: deze technieken gebruiken vrijwilligers in de Museumfabriek in Enschede om een mega-wandkleed te fabriceren. Met het kunstproject, genaamd 'Draden van het Overijsselse slavernijverleden', wordt de rol van onder meer Enschede in de geschiedenis van slavernij getoond. De eerste tien meter van het wandtapijt hangt tot en met 1 december in het museum in Roombeek. "Er moet nog veel gebeuren voor het af is", aldus één van de vrijwilligers.
Een team van vrijwilligers en coördinatoren is nu precies een maand bezig met het wandtapijt. Het participatieproject, dat is bedacht door Ricardo Burgzorg, is op 14 september van start gegaan. In totaal wordt er een oppervlakte van 35 meter lang en 2,5 meter hoog gevuld met vele verschillende kleuren wollen en stoffen.
Het idee voor dit project is ontstaan na een onderzoek van de Overijsselacademie. "Lange tijd werd bij het thema slavernij gedacht aan het Westen van ons land", vertelt dagcoördinator Liesbeth Boelens. "Maar ook Twente speelde – dat blijkt – een grote rol in de geschiedenis van kolonialisme en slavernij. Zo was Enschede natuurlijk een textielstad en werd veel gebruik gemaakt van katoenplantages."
De sporen van die pijnlijke en zwarte bladzijde uit de geschiedenis zijn opgenomen in het ontwerp van het enorme wandkleed. Ontwerper Amber Hyacinth maakte de illustratie geïnspireerd door verhalen uit het boek 'Overijssel & Slavernij' van de Overijsselacademie. Gebaseerd op de 25 historische verhalen en de 5 interviews met nazaten van tot slaaf gemaakte mensen maakte de illustratrice zeven scènes voor het wandtapijt, met elk een eigen betekenis.
Lees verder onder de afbeelding.
Van het 35 meter lange tapijt wordt de eerste tien meter in de Museumfabriek in Enschede gemaakt. "Wij doen het stuk tot en met de eerste zonnestralen, de eerste twee scènes", vertelt Boelens. "Andere delen worden op andere locaties in de provincie gemaakt: in Hengelo, Zwolle en Deventer. Later naaien we al die stukken aan elkaar vast tot één geheel."
Het Enschedese gedeelte moet op 1 december klaar zijn. "Na een maand hebben we al best veel kunnen doen, maar er moet ook nog heel veel gebeuren", aldus vrijwilliger Jacqueline Flink. "Het is een groot project waar vele uurtjes in gaan zitten. Met een klein stukje ben je al gauw een uur bezig."
Tijdens al die uren werk maken de handwerkers het gezellig met elkaar, maar leren ze elkaar ook beter kennen. Het laatstgenoemde heeft alles te maken met één van de hoofddoelen van het kunstproject. De bedoeling van het project is namelijk dat vrijwilligers – terwijl ze aan het werk zijn – het gesprek met elkaar aangaan. De totstandkoming van het wandkleed zou de dialoog over ons gedeelde slavernijverleden moeten stimuleren en mensen van verschillende achtergronden met elkaar in contact moeten brengen.
Vrijwilliger Jacqueline Flink bevestigt dat ze veel aan het slavernijverleden denkt, maar niet per se wanneer ze aan het werk is. "Als ik aan het borduren ben, moet ik me concentreren op wat ik doe", vertelt ze. "Maar, ik vind thema’s als slavernij, discriminatie en racisme erg belangrijk: daar ben ik veel mee bezig. Daarom wilde ik graag meewerken aan dit project. Ik denk dat het kleed heel indrukwekkend wordt."
Lees verder onder de afbeelding.
Omdat er nog veel moet gebeuren, zijn nieuwe vrijwilligers altijd welkom. "Iedereen kan en mag meedoen", vertelt Liesbeth Boelens. "Of je nu jong of oud bent of wel of geen ervaring hebt met de verschillende technieken. Daarnaast hoeft het niet eens op locatie: sommige mensen nemen een stuk stof mee naar huis, zodat ze daar verder kunnen werken."
Volgend jaar, op 1 juli 2025, moet het wandtapijt af zijn. Op die dag wordt Keti Koti gevierd, een van oorsprong Surinaamse feestdag ter viering van de afschaffing van de slavernij.
Om mee te helpen aan het wandkleed kunnen vrijwilligers zich aanmelden door een e-mail te sturen naar [email protected]. Daarin moet worden vermeld: je naam en eventueel de namen van personen die samen met jou mee willen doen, welke dagen en data je zou willen helpen en op welk tijdsblok (van 11.00 tot 13.00 uur of van 14.00 tot 16.00 uur).