Almelo doet veel om jeugdarmoede te bestrijden, maar de weg naar hulp wordt niet altijd gevonden. Tegelijkertijd nemen de hulpvragen toe in aantal en complexiteit, maar moet Almelo ook bezuinigen. Hoe gaat de gemeente dat aanpakken? “We hopen juist dat het aantal aanvragen toeneemt.”
Van de Rijke schooldag tot het programma schoolontbijt. Het is een kleine greep uit vele initiatieven die kinderen helpen beter te leren en volwaardig mee te laten doen met hun leeftijdsgenoten. Ze zorgen dat kinderen niet met honger naar school hoeven te gaan en de kans krijgen om bijvoorbeeld lid te worden van een sportclub of muziekles volgen. Naar schatting groeit 9 procent van de kinderen in Almelo op in gezinnen die leven op of rond de armoedegrens.
Verantwoordelijk wethouder van Mierlo (CDA) prijst de inzet van verschillende organisaties die zich inzetten om kinderarmoede te bestrijden. Van Mierlo: “Een ander voorbeeld is het verstrekken van fashioncheques voor gezinnen met lage inkomens. Hiermee kunnen wat duurdere uitgaven worden gedaan, zoals voor een winterjas. Dit initiatief bleek zo succesvol dat de gemeente het gaat verlengen. De resultaten van deze inspanningen zien we ook terug in de cijfers. Die laten zien dat kinderarmoede afneemt.”
Maar we zien dat de kosten stijgen en daarmee ook het besteedbare inkomen snel minder wordt onder arme gezinnen. Hulporganisaties geven bovendien aan dat in de afgelopen jaren het aantal aanvragen voor hulp toeneemt.
“Dat is het lastige van dit probleem. De absolute cijfers geven aan dat kinderarmoede afneemt terwijl de realiteit anders kan aanvoelen. Als gemeente hebben we geen invloed op de inkomens van inwoners, dat ligt in Den Haag. We gaan wel onderzoeken wat de impact is van onze aanpak op het besteedbare inkomen van deze gezinnen. Zodat we armoede zo effectief mogelijk kunnen bestrijden.”
Het aantal aanvragen neemt niet alleen toe, maar wordt ook complexer volgens hulporganisaties. Het is bovendien niet altijd duidelijk waar organisaties en burgers naartoe kunnen voor hulp, blijkt uit het onderzoeksrapport van de Rekenkamer. Dat lijkt een zorgelijke combinatie.
“Het klopt dat niet iedereen die recht heeft op voorzieningen of hulp, de weg naar ons weet te vinden. Tegelijkertijd kijken andere gemeentes met grote ogen naar hoe Almelo haar sociale vangnet heeft ingericht. Als een buurvrouw bijvoorbeeld eenzaam is en schulden heeft, kan ze zich melden bij het wijkteam. Die kijkt dan samen naar welke hulp nodig is, bijvoorbeeld een doorverwijzing naar Almelo Sociaal. Deze organisatie biedt begeleiding bij het aanvragen van toeslagen en voorzieningen. Zo proberen we de hulp zo laagdrempelig mogelijk te maken.”
Hulp vragen kan een grote stap zijn. De gemeente Almelo heeft daarom meerdere maatregelen getroffen. Niet alleen via wijkteams, maar ook via verschillende websites en samenwerking met verschillende organisaties zoals Almelo Sociaal. Die veelheid leidt ook tot onduidelijkheid; zowel inwoners als organisaties geven aan niet altijd te weten waar ze terecht kunnen voor hulp.
Jullie leveren verschillende inspanningen om de hulp laagdrempelig te maken, maar het wordt niet altijd als overzichtelijk ervaren.
“We willen dat mensen zo goed mogelijk weten waar ze terecht kunnen en wat hun rechten zijn. Veel gemeentes kijken met bewondering naar ons samenwerkingsverband, genaamd Armoedepact Almelo. Verschillende organisaties als scholen, zorginstellingen en welzijnsorganisaties – en de gemeente zelf – zijn daarin verenigd. Hierdoor kunnen we armoede op een brede manier aanpakken, bijvoorbeeld door ondersteuning op het gebied van schulden, onderwijs en toegang tot zorg. Dit maakt het mogelijk om in te kunnen zetten op preventie en hoeven we zo minimaal mogelijk door te verwijzen. Op die manier is de veelheid aan organisaties en inspanningen geen versnippering, maar een kans.”
“We willen de problemen zo vroeg mogelijk signaleren. Als een jongere bijvoorbeeld met zowel schulden als psychische klachten kampt, willen we waar mogelijk doorverwijzen naar een initiatief als het TEJO-huis in plaats van naar de jeugdzorg. Op die manier bieden we al aan de voorkant hulp, voordat de problematiek verergert.”
Volgens de Rekenkamer is er in Almelo nu al niets mis met preventie en samenwerking. Daarmee is de onoverzichtelijkheid niet verdwenen.
“We kunnen zeker meer doen aan de bekendheid van beschikbare hulp. Naast onze fysieke wijkteams hebben we ook digitale platforms opgezet zoals deverbindingalmelo.nl, waar alle voorzieningen van Almelo op één plek te vinden zijn. Daarnaast is er https://datgeldtvoormij.nl/gem..., een website waar mensen kunnen zien op welke toeslagen ze recht hebben. Beide platforms zijn bedoeld om de bekendheid van hulp te vergroten. Uiteraard kunnen mensen ook altijd terecht op het stadhuis.”
Verwacht u meer aanvragen als het duidelijker wordt waar gezinnen terecht kunnen voor hulp?
“Ja, dat hopen we wel.”
Er komen bezuinigingen aan voor de gemeente Almelo. Is er rekening gehouden met een toename aan hulpvragen in het budget?
“Zelfs als er meer inwoners ons weten te vinden, kunnen we dat financieel aan. We hebben bovendien besloten het minimabeleid te ontzien in de aankomende bezuinigingen.”
De Rekenkamer heeft eerder aangegeven dat de gemeente Almelo zou moeten komen met een specifiek armoedebeleid. Dat doet u niet?
“Het is heel fijn dat we een spiegel voorgehouden krijgen, maar armoede is geen opzichzelfstaand probleem. Het is multifactorieel en complex. Dat vraagt om een brede aanpak. Alleen dan kan je de armoedeproblematiek bij de bron aanpakken. Daarom werken we in onze huidige aanpak samen met maatschappelijk organisaties op het gebied van schulden, onderwijs en zorg. We gaan ons wel extra inspannen om de samenwerking tussen alle betrokken organisaties te versterken. Daarbij zullen we duidelijke doelen stellen."
“Het tegengaan van jeugdarmoede vraagt ook om een stukje vertrouwen. Armoede gaat niet alleen gepaard met schulden, maar bijvoorbeeld ook met mentale problemen. Hulpverleners komen letterlijk bij mensen achter de voordeur. Om echt te kunnen helpen, is wederzijds vertrouwen cruciaal. Dat lukt moeilijker als je je alleen richt op de schulden en niet op het hele verhaal.”