Het gebeurt niet vaak en ook niet snel: maar brand in of nabij een vuurwerkopslag, ‘kan de brandweer voor dilemma’s plaatsen’. Dat stelt Brandweer Twente in antwoord op vragen van 1Twente. Die dilemma’s hebben te maken met de instructie om in dat geval niet te blussen maar de omgeving te evacueren. Dat is ‘niet altijd praktisch uitvoerbaar in dichtbevolkte gebieden’.
1Twente stelde vragen na een publicatie van EenVandaag, eerder dit jaar, waaruit bleek dat Enschede in verhouding verreweg de meeste opslagen voor consumentenvuurwerk in woonwijken telt. Afgelopen weekend verscheen een artikel met een overzicht van vragen, antwoorden en reacties uit de vuurwerkbranche. De antwoorden van Brandweer Twente kwamen na publicatie.
Brandweer Twente kent de opslagen in de regio en wisselt gegevens over die opslagen uit met Omgevingsdienst Twente, die controleert en handhaaft als dat nodig is. Voor elke locatie is er een bereikbaarheidskaart, zo meldt de brandweer, waarop onder meer staat hoeveel vuurwerk er maximaal in een opslag mag liggen. Dat gaat in de meeste gevallen om 10 ton. Een enkele opslag is kleiner. Eentje is vijf keer zo groot, maar daar ligt geen vuurwerk dat aan consumenten wordt verkocht.
Dat gaat in alle gevallen om licht consumentenvuurwerk. De opslag van zwaarder professioneel vuurwerk is naar Duitsland verplaatst. Brandweer Twente zegt in geval van brand in of bij zo’n locatie uit te gaan van de daar maximaal toegestane hoeveelheid opgeslagen vuurwerk. Als onbekend is wat voor vuurwerk er ligt, of als het gaat om onverpakt vuurwerk, gaat de brandweer er bovendien vanuit dat het om de zwaarste soort gaat. Zo luidt althans de instructie.
Ook Brandweer Twente handelt bij brand volgens de nu geldende instructies: eerst evacueren, dan op afstand blijven en pas blussen als het gevaar voor explosie is geweken. De straal waarbinnen geëvacueerd moet worden, is afhankelijk van de hoeveelheid en het soort vuurwerk dat er ligt.
‘Ons werk is vaak verbonden met onzekerheden’, meldt Brandweer Twente. ‘Bij een incident weet je nooit vooraf wat je precies kunt verwachten’. Naast de gegevens op die eerder genoemde bereikbaarheidskaart, wordt bij een brandmelding en op de locatie ‘zoveel als mogelijk informatie verzameld’. Die gegevens, aangevuld met ‘eigen waarneming en informatie van bijvoorbeeld bedrijfsleiders en omstanders’, bepalen de precieze invulling die de brandweer aan de instructies geeft.
Het risico dat er brand in een vuurwerkopslag uitbreekt - of dat een externe brand overslaat - is niet heel groot, stellen handhavers en ook vuurwerkhandelaren. De voorwaarden voor zo’n opslag zijn streng en er wordt periodiek en onaangekondigd gecontroleerd. Maar als het misgaat, kan het goed misgaan.
Ook licht vuurwerk kan massa-explosief reageren, als het in brand vliegt. Wat al een paar decennia bekend was, maar liever niet hardop gezegd, ligt sinds eind vorig jaar pontificaal op tafels van bestuurders, politiek en ook brandweer. Aanleiding was een onderzoek en een onderzoeksrapport van UT-professor René Torenvlied naar de vuurwerkrampen in Culemborg (1991) en Enschede (2000).
De brandweer heeft ‘bereikbaarheidskaarten’ voor bedrijfspanden, gebouwen en andere objecten waar bij brand extra risico’s gelden. Daarop staan plattegronden van het gebouw en de omgeving, alle voorzieningen om brand te voorkomen en te bestrijden (denk aan brandkranen en -leidingen, en brandwerende muren en deuren), maar ook aanwezige gevaarlijke stoffen, bijvoorbeeld. Onderweg naar de brand, worden die gegevens erbij gepakt om het aanvalsplan te bepalen.
De Nationale Brandweer paste de werkwijze aan: als er brand uitbreekt in een vuurwerkopslag, houdt de brandweer afstand in plaats van te blussen en moet de omgeving worden ontruimd. In een straal van 400 tot 1000 meter. Enschede telt verhoudingsgewijs veel van dat soort opslagen, verreweg de meeste van alle Nederlandse gemeenten. De halve stad ligt in zo'n evacuatie-zone.