Het Openbaar Ministerie heeft een gevangenisstraf van acht jaar geëist tegen de 33-jarige Syriëganger Hasna A. uit Hengelo, die tijdens haar verblijf in het kalifaat van IS twee Jezidi-vrouwen als slavinnen zou hebben gehouden. Het is voor het eerst dat in Nederland iemand terechtstaat voor een misdrijf gepleegd tegen Jezidi's.
Het OM verdenkt A. ervan dat ze in 2015 naar Syrië afreisde om zich aan te sluiten bij de terroristische organisatie IS, waarmee ze haar 4-jarige autistische zoontje in een hulpeloze toestand bracht. Ze trouwde er een IS-strijder.
De afgelopen jaren zijn meerdere IS-vrouwen veroordeeld voor hun steun aan de jihadistische strijd. Maar de zaak van A. onderscheidt zich van eerdere processen, omdat ze daarnaast terechtstaat voor slavernij als misdaad tegen de menselijkheid.
De officier van justitie acht bewezen dat A. in de periode 1 mei 2015 tot 1 november 2015 en van 1 mei tot 1 augustus 2016 twee Jezidi-vrouwen als slaaf heeft gebruikt in de Syrische IS-hoofdstad Raqqa. A. liet de vrouwen volgens justitie vele uren per dag schoonmaakwerk verrichten, koken of zorgen voor haar zoon.
De destijds 24-jarige Hasna woonde samen met haar vader en haar vierjarig verstandelijk gehandicapte zoontje Noureddine in een flatje aan de Hengelose Rossinistraat als ze van de ene op de andere dag verdwijnt. Haar klasgenoten stuurt ze een bericht dat ze naar het IS-kalifaat is vertrokken en dat ze niet zal terugkeren. "Ik heb een slechte jeugd gehad. Had veel schulden. Was depressief in die tijd. En dacht: ik ga het geloof praktiseren. Ik kan dan wel gaan bidden, maar moet me ook zo kleden", zei ze op de eerste dag van het proces.
Tijdens de rechtszaak wordt onder meer duidelijk dat Hasna een deel van haar jeugd in pleeggezinnen heeft doorgebracht en is mishandeld en misbruikt. Ze was enige tijd dakloos en tijdens haar uitreis had ze 40 mille aan schulden. Ze lijdt aan een persoonlijkheidsstoornis, al valt dat niet altijd meteen op omdat ze verbaal aardig sterk is.
Niet uitgesloten wordt echter dat ze zich mede door haar stoornis en lage IQ nog amper in IS had verdiept toen ze besloot af te reizen. Volgens haar onderzoekers vertoont ze impulsief vluchtgedrag en zal ze in de toekomst goed moet worden begeleid, onder meer op religieus gebied.
Na haar echtscheiding van een IS-strijder belandt ze in een gevangenkamp, waar ze door de Nederlandse regering uit wordt gehaald. Sinds november 2022 zit ze vast in een speciale afdeling van de PI in Zwolle. Haar vier kinderen verblijven in Nederland bij elkaar op een opvangadres.
Hasna A. ontkende de aantijgingen maandag bij de start van het proces. Ze woonde in hetzelfde huis als de vrouwen die haar ervan beschuldigen dat ze hen als slavinnen gebruikte. Ze wist dat de vrouwen tegen hun wil werden vastgehouden en dat ze allerlei werkzaamheden moesten uitvoeren, maar zelf heeft ze nooit opdrachten gegeven. En ze wist naar eigen zeggen al helemaal niet dat de vrouwen met de IS-mannen moesten slapen. "Dat ik in hetzelfde huis woonde, wil nog niet zeggen dat ik alles heb gezien en gehoord", was haar lezing.
Hevig geëmotioneerd en in tranen vertelde ze hoe ze een uitvlucht zoekt in Syrië, het IS-kalifaat om precies te zijn. Tijdens de rechtszaak vertelt ze vooral over de ellendige tijd in het kalifaat. Iets waar ze naar eigen zeggen totaal niet op was voorbereid. Hoewel de reis ernaartoe toch al wat alarmbellen had kunnen doen rinkelen. Nadat ze via internet contact met een Engelssprekende man van IS had gelegd, moest ze naar Turkije vliegen. Daar werd ze opgepikt en naar een huis in Syrië gebracht. Een reis vol gevaren.
In Syrië wordt ze in een huis gezet, samen met andere vrouwen. Maar als alleenstaande moeder mag ze niet naar buiten, hooguit de tuin in. Ze ziet geen andere uitweg dan te trouwen. Met een Marokkaanse man, waarmee ze amper een woord heeft gewisseld. Al na een dag treden ze in het huwelijk. Een van de weinige dingen die ze weet, is dat hij IS-strijder is. Later mishandelt hij haar geregeld. "Ik moest wel trouwen. Zonder man ben je daar als vrouw niets. Maar het was geen fijne man."
Op een bepaald moment wordt ze overgebracht naar het huis van een vriend van haar man, die ze in die periode weinig ziet. Daar krijgt ze haar eigen kamer. In het huis werken drie Jezidi-vrouwen. Een van de dames, die wordt aangeduid met de codenaam Z. Zij zegt als slaaf te zijn gebruikt. Wanneer ze zou vluchten zou haar zoon worden onthoofd.
Hasna: "Ik moest op mijn eigen kamer blijven. Mocht alleen naar de badkamer en keuken. Ik groette haar weleens, maar we spraken elkaar niet. Ik spreek geen Arabisch, zij geen Engels." Haar man is bovendien duidelijk: Hasna mag zich niet met haar bemoeien: "Ik vond het heel erg voor haar. Het is onmenselijk om mensen vast te houden tegen hun wil. Maar ik kon niet anders. Je moet je echtgenoot gehoorzamen."
Een tweede vrouw – aangeduid als S. – verklaarde dat Hasna zich meermaals denigrerend zou hebben uitgelaten over Jezidi's en ze onder meer ketters en afvalligen noemde. Maar dat wijst Hasna resoluut van de hand. En de aanwezige mannen mochten de Jezidi-vrouwen dan allerlei opdrachten hebben gegeven, zelf heeft ze daar nooit aan meegedaan. "Ik kan toch mijn eigen bed wel opmaken? En ik ruimde mijn eigen zooi op." Sterker, het kwam volgens Hasna weleens voor dat zijzelf aan het werk was, terwijl de Jezidi-vrouwen bij elkaar zaten te praten. Een van de rechters: "Dat roept bijna de vraag op: wie was hier nu eigenlijk de slaaf?"
"Het is amper voor te stellen om uren per dag voor het kind van een ander te moeten zorgen, terwijl je zelf van je kinderen gescheiden bent", zei de officier. "De angst en onzekerheid waarin deze vrouwen zich bevonden was ondraaglijk. A. had geen oog voor dit leed." De vrouw ontwikkelde in haar jeugd een persoonlijkheidsstoornis. Het OM hield hier rekening mee in de strafeis.
A. werd in november 2022 samen met andere vrouwen en hun kinderen opgehaald uit een gevangenenkamp, om de vrouwen in Nederland te kunnen berechten. De zaak in de extra beveiligde rechtbank op Schiphol gaat donderdag verder met het pleidooi van de advocaten van A. Het is nog niet bekend wanneer de rechtbank uitspraak doet.