‘Handvest open Enschede’. Het staat er in koeienletters boven. In huisstijl. Eronder twee handtekeningen: die van de opsteller en wethouder en loco-burgemeester Niels van den Berg. Het stadsbestuur verbindt zich aan een elftal beloftes aan inwoners, die ‘leidend zijn en blijven in alles wat we voor hen doen’.
Het Handvest overheid-burger is een initiatief van prof. mr. dr. Bert Marseille, hoogleraar bestuursrecht aan de Rijksuniversiteit Groningen (RUG). Want ‘de dienstverlening en de besluiten van veel overheidsorganisaties zijn niet op orde’, stelt hij in een artikel op Binnenlands Bestuur. Marseille is kritisch op het functioneren van de overheid.
Enschede heeft ervaring met Groningse hoogleraren. Vier jaar geleden was het RUG-professor Gijsbert Vonk die in opdracht van de gemeenteraad onderzocht hoe het er voor stond met de uitvoering van bijstand in de stad. Dat leverde een ongezouten rapport op: jawel, er was verbetering ingezet, maar Enschede was rete-streng geweest en de menselijke maat was ver te zoeken. Niks dienstbaarheid.
Of het met Groningen te maken heeft, is speculeren. Maar dat uitgerekend hoogleraren van de RUG zich druk maken om laakbaar overheidshandelen is opvallend. Die provincie is er, met gasboringen en aardbevingen, hard door geraakt.
Evengoed: Enschede heeft zich die kritiek op streng beleid - van Vonk en vanuit de stad - aangetrokken. Er wordt vrijwel geen enkel beleidsstuk meer geschreven waarin je de termen ‘menselijke maat’ of ‘dienstbaarheid’ niet tegenkomt. En niet zonder gevolgen: zo heeft het bijstandsbeleid een draai van jewelste gemaakt.
Maar Enschede maakt ook werk van duidelijke communicatie over beslissingen en het makkelijker maken van de toegang tot ondersteuning en hulp. Bijvoorbeeld. Je kunt niet zeggen dat de stad zich weinig aantrekt van kritiek op haar handelen. Dat Enschede de eerste gemeente is die dit handvest van Marseille ondertekent, is geen toevalligheid.
Marseille erkent dat hij met zijn handvest een open deur intrapt. Er staat niks nieuws in en er is geen overheidsinstantie te vinden die niet belijdt wat Engelstaligen in een begrip hebben vervat: ambtenaren zijn ‘civil servants’. Met de woorden van de Groningse professor: “Ambtenaren moeten in hun genen hebben dat zij de burger van dienst moeten zijn.” Maar de praktijk blijkt keer op keer weerbarstig. Het handvest is een poging om dat concreet te maken.
En er staat nogal wat in. Elf toezeggingen aan burgers over maatwerk, eerlijkheid, duidelijkheid, bereikbaarheid en openheid. Dat soort gedragskenmerken. Allemaal geen punt, zolang alles koek en ei is. Maar verrekte lastig wanneer er iets goed mis is gegaan. Neem ‘We bieden u toegang tot alle informatie over het verloop van onze besluitvorming die voor u van belang is’.
Op de site van 1Twente vind je meerdere onderzoeksdossiers waarbij zelfs de gemeenteraad niet open is geïnformeerd over beslissingen met grote gevolgen voor inwoners. Laat staan die inwoners zelf. Dat is bij lopende onderzoeken niet anders. Het is dus de vraag wat die handtekening van de wethouder onder het handvest in de praktijk gaat betekenen.
Met de ondertekening van dit handvest doen we de toezegging aan onze inwoners dat deze gedragsregels leidend zijn en blijven in alles wat we voor hen doen. Hierin staat wat zij van ons kunnen verwachten als ze contact met ons hebben.
Dat laat onverlet dat de intenties van het stadsbestuur - en die van ambtenaren - oprecht zullen zijn. Maar met intenties of een handtekening alleen ben je er niet. Die kunnen hooguit het begin zijn van een veel grondigere aanpak van de bestuurlijke en ambtelijke mechanismen die maken dat burgers in overheidsmolens vermalen raken. Er moet boter bij de vis.
Werk aan de winkel voor stadsbestuur en ambtenarij, dus. Ook de lokale democratie staat of valt met vertrouwen, en dat is in een paar decennia tijd broos geworden. Niet in de laatste plaats door een gebrek aan alles waar dat door Enschede ondertekende handvest voor staat.