Enschede heeft er niet zoveel mee, maar op talloze plekken in het land organiseren natuur- en milieuclubs, ondernemers en gemeenten activiteiten rond de Nacht van de Nacht. Het idee: laat de nacht een keer de nacht zijn. Zo donker mogelijk. Op Hof Espelo maakten zo’n negentig Enschedeërs - jong en oud - een wandeling door het donker. Of een minisafari door zo’n acht landen en evenzoveel opvallende dieren.
Nederland is één van de lichtste landen ter wereld als het donker is. Kan zijn dat dat komt omdat Philips hier de gloeilamp grootmaakte, maar al dat licht heeft een paar flinke schaduwkanten, stellen natuur- en milieuclubs. Veel ervan is onnodig, het vraagt een bak energie en het levensritme van dieren en mensen wordt erdoor verstoord. Tijdens Nacht voor de Nacht gaat op talloze plekken in het land het licht van openbare gebouwen, monumenten, kantoorpanden en reclamepanelen uit.
Vrijwilligers van Landschap Overijssel organiseren al een kleine tien jaar een nachtelijke wandeling rond Hof Espelo tijdens dat Nacht voor de Nacht. Telkens een groot succes, zegt een enthousiaste Annie Koster. Zij houdt de kleine dertig vrijwilligers aan het werk die voor Landschap Overijssel bezoekers van Hof Espelo ontvangen. “We hebben elk jaar een ander thema”, zegt Koster. Dit jaar is dat ‘dieren en Europa’.
In het bos, achter het Koetshuis van het oude landgoed, is de route met waxinelichtjes - op een batterij, dat dan weer wel - uitgezet. Soms lukt het om de onvermijdelijke blubberplassen te omzeilen, soms ook niet. Regelmatig pakken papa’s of mama’s een zaklantaarn erbij. Het is eigenlijk niet de bedoeling, maar anders wordt het helemaal plavuizen boenen thuis. Of erger.
Om de zoveel meter - probeer maar eens afstanden te schatten in het donker - staat een koppeltje werkgroepleden de groepjes die pluksgewijs vertrekken op te wachten. Aan een boom een vlag. Of de kinderen weten van welk land die is. En wat voor dieren daar leven.
“Duitsland!” zegt een bijdehand knaapje. Volwassenen zat die het niet hadden geweten, maar het klopt als een bus. En wat voor dier er op die vlag staat. “Een adelaar.” Tien met een griffel en een kus van de juf. “Die kunnen verschrikkelijk goed zien”, weet het werkgroeplid dat de groep stond op te wachten. “Maar niet in het donker.” Of ze dan misschien goed kunnen horen, als je geen hand voor ogen ziet. Vast wel, denken sommigen.
Lees verder onder de afbeelding.
“Dat kunnen we wel even uitproberen”, stelt de man voor. Er komt een adelaarsmasker tevoorschijn. Of er vrijwilligers zijn. Zeker zijn die er. Hij neemt een kereltje mee het bos in en zet hem het masker op. “Zie je iets?” Het kereltje schudt zijn hoofd. De man wenkt. Drie leden uit het groepje banjeren tot vlak voor de neus van het gemaskerde mannetje. “Hoeveel zijn het er, denk je?” Stilte. Er wordt nagedacht. “Vier.” Nee, adelaars zien ook niets in het donker. Uilen wel, maar daar ging het nu niet over.
“Nee, we doen geen Halloween”, zegt Koster na afloop, als de nachtwandelaars rond vuurtjes marshmellows zwart staan te bakken, lebberend aan warme chocolademelk. De volwassenen inspecteren hun schoenen, vermoedelijk met die plavuizen en automatten in het achterhoofd. Het jongvolk heeft wel wat anders aan het hoofd.
Lees verder onder de afbeelding.
De boodschap van Koster is duidelijk: de nacht is voor rust en stilte, deze activiteit om wat van op te steken. “Dit is zo leuk! Kijk toch eens, hoe gezellig.”