“Een echte familieman die niet tegen onrecht kan.” Zo kenschetst Ayfer Koc haar man Pieter Omtzigt in de kerstspecial van 1Twente. En omgekeerd zegt Pieter over zijn Ayfer: “Zij vangt door de week alles op, zodat ik kan draaien.”
Beiden zitten in de politiek, beiden in het CDA. Koc is fractievoorzitter van de Enschedese CDA. Pieter zit in de Tweede Kamer en is een van de bekendste gezichten van de partij.
In de uitzending praat presentator Ernst Bergboer een uur lang over hun politieke handwerk, hun persoonlijk leven en de mallemolen waarin ze beiden zijn terechtgekomen. “Ik ben eigenlijk kapot en moet een paar dagen vakantie hebben. In het weekend komt de stress me zo nu en dan uit de oren. Dan moet ik van Ayfer gaan sporten. En ik moet meer tijd aan onze kinderen besteden. Maar dat lukt nu niet”, geeft hij aan.
Voor Ayfer is het iets minder hectisch. Het CDA-smaldeel in Enschede vaart zo z’n eigen koers. “Ik ben volksvertegenwoordiger. Ik vraag me steeds af wat je kunt betekenen voor de mensen die op je hebben gestemd. Ik hou van Twente. De nuchterheid. Het harde werken. Mensen die met beide benen op de grond staan. We zijn voor onze dochters naar de Enschedese School Vereniging geweest. We gingen kijken hoe het daar is. Een rondje gemaakt, maar aan ’t eind heb ik gezegd: ik voel met hier niet prettig, het is te elitair. Mijn kinderen moeten met iedereen om kunnen gaan. Heb ze ook gezegd, ga in de supermarkt werken. Daar leer je mensen kennen en hoor je wat er speel in de samenleving.”
Pieter knikt. “Ik wil dingen veranderen als volksvertegenwoordiger. Daar ligt mijn hart. Daarom ben ik aan de slag gegaan met het Pensioenstelsel, in Malta en met het toeslagenschandaal.” Hij steekt niet onder stoelen of banken dat hij vindt dat deze niet nog lang niet afgedaan is.
“De crisis van onze rechtsstaat is veel groter dan we denken. Als we in staat zijn 30.000 ouders tussen de wielen te laten belanden en het kost me een jaar om dat boven tafel te krijgen dan vraag ik me af hoe het is gesteld met de jeugdzorg, de schuldhulpverlening en de politieketen. Ik ga dat onderzoeken en kijken wat er verder schort aan onze rechtsstaat. Dat is mijn opdracht.”
Hij weet niet of dat straks na de verkiezing als minister, staatssecretaris of volksvertegenwoordiger gebeurt. Dat staat nog open. Diep in zijn hart is hij liever volksvertegenwoordiger. “Ik heb moeite om de Ruttedoctrine te volgen, moeite om informatie achter te houden. Ik zou er doodongelukkig van worden.”
Er moet hen nog iets van het hart. Tjeenk Willink schreef het al in het regeerakkoord. ‘Let op dat u de burger niet verliest’. Pieter wijst op die uitspraak: “Mensen raken steeds vaker verdwaald in het uitkeringsstelsel, het toeslagenstelsel, bij de gemeente. Het systeem werkt niet meer. We raken grote groepen kwijt. De maatschappij is te ingewikkeld. We zijn het evenwicht kwijtgeraakt.”