Die oude Grieken hebben zich nooit gerealiseerd hoe groot in invloed op de ontwikkeling van de Westerse beschaving zou zijn. De sporen van hun filosofie, wetenschap, bestuursmodellen en cultuur zijn overal te vinden. Die reiken zelfs tot in onze fantasie.
De eenhoorn is een voetnoot uit die Griekse erfenis, maar wel eentje die de eeuwen heeft overleefd. Zijn verschijning is niet veranderd, zijn betekenis wel. Ooit een figurant uit de mythologie, later een oerbeest dat toch moest bestaan maar nog nooit was gezien, nog altijd een symbolisch beest dat eigenheid en uniciteit verbeeldt.
Eeuwenlang werd gedacht dat de eenhoorn werkelijk moest bestaan. Niet in de laatste plaats omdat hij voorkwam in verschillende oud-testamentische teksten. Zo’n verwijzing was het eind van iedere discussie: als het in de Bijbel staat, is het waar. In latere vertalingen ontbreken die verwijzingen; ze zouden onjuist zijn. Waar ‘eenhoorn’ stond, staat nu ‘woudos’, ‘wilde stier’ of ‘buffel’.
Van oudsher - de vroegste verwijzingen komen van de Indusbeschaving uit de bronstijd - was de eenhoorn een woest en ontembaar wezen. Dat is hij ook altijd gebleven.
Alleen een maagd kon hem temmen. De aartsbisschop van Sevilla tekende in de 7e eeuw op hoe zo’n maagd dat moest doen: in het geval zij een eenhoorn in het vizier kreeg, hoefde zij alleen haar borsten maar te ontbloten, waarna de eenhoorn zijn kop op haar boezem zou neervlijen. Een eenvoudige instructie, die voor zover bekend nooit aan de praktijk is getoetst. Evengoed: altijd handig om te weten.
Nòg een reden waarom lang gedacht werd dat de eenhoorn toch echt moest bestaan, als een monster van Loch Ness avant la lettre: er waren eenhoorn-hoorns in de handel. Het beest zelf was dan wel nooit gezien, er werden wel hoorns gevonden. En die vonden gretig aftrek: schraapsel van de hoorn kon ontgiften en genezen, en het bevorderde de geslachtsdrift.
Lees verder onder de afbeelding.
In werkelijkheid ging het om narwal-tanden. Maar als je zo’n tand ziet en vasthoudt, kun je je goed voorstellen dat er lang is gedacht dat die van eenhoorns afkomstig waren.
In onze tijd, waarin geen plaats meer is voor mythen, is de eenhoorn een fabeltjesdier geworden. Met evengoed magische eigenschappen, een toonbeeld van zuiverheid en kracht. Onder meer de queer-gemeenschap heeft die symboliek omarmd.
Elke week lichten collectiebeheerder Edwin Plokker en 1Twente-verslaggever Ernst Bergboer een object uit het depot van de Enschedese MuseumFabriek. Dat depot is een verhalen-kabinet: al die objecten vertellen stukjes Twentse geschiedenis - oeroud èn kakelvers. Meer zien en lezen? In het dossier op de website van 1Twente vind je alle afleveringen die tot nu toe verschenen zijn.