De Universiteit Twente krijgt een belangrijke rol in de ontwikkeling van een Europese proeffabriek voor fotonische chips. Deze chips verwerken data sneller en energiezuiniger via licht. Europa wil voorop lopen met deze technologie. In een gezamenlijk project van elf landen wordt met Europese steun 380 miljoen euro geïnvesteerd. Behalve de Enschedese universiteit gaat ook de TU Eindhoven meewerken aan de ontwikkeling.
Van die 380 miljoen euro komt 133 miljoen in Nederland terecht. Nederlandse universiteiten en bedrijven lopen al langer voorop in fotonica, waarbij chips informatie overbrengen via licht in plaats van via elektronen. Dit is zuiniger, sneller en goedkoper en belooft dus veel voor bijvoorbeeld zelfrijdende auto's en medische diagnoses.
De technische universiteiten in Enschede en Eindhoven én kennisinstituut TNO gaan de nieuwe proefproductielijnen opzetten. Minister Dirk Beljaarts van Economische Zaken spreekt van “goed nieuws voor het innovatieklimaat en het mkb dat hieraan bijdraagt.” Het project staat gepland om medio volgend jaar van start te gaan.
Nederland investeert zelf ook veel geld in de ontluikende industrie, in de hoop dat er nieuwe 'kampioenen' als de succesvolle chipmachinemaker ASML opstaan. Nederland is al langer koploper in fotonica-onderzoek en het project is een kans om een stevige positie te veroveren op de wereldmarkt, naast technologieën uit de VS en China. De EU heeft de laatste jaren vaak het nakijken bij nieuwe technologieën, waarmee de Verenigde Staten en China doorgaans mee aan de haal gaan. Het is de bedoeling het hele productieproces voor fotonische chips, van het laboratorium tot de productiehal, in Europa te houden.
Eerder meldde de provincie Overijssel al een investering van de anderhalf miljoen euro voor fotonica-onderzoek in een samenwerking van de Universiteit Twente met onderzoeksinstituut TNO.