Nu Enschede haar energiedoelstelling niet met duurzaamheidsprojecten op eigen grondgebied lijkt te halen, kan de stad ook een stukje van die doelen kopen. Het aandeel 'hernieuwbare energie' in Enschede neemt in één klap met zo'n 3 procent toe, zonder dat er een extra zonnepaneel (of een windturbine) is geplaatst. Het enige wat de gemeenteraad hoeft te doen is de knip trekken en 15 miljoen euro uitgeven aan aandelen van Twence.
Zoals eerder deze maand bekend werd, hebben Enschede, Hengelo en Losser een akkoord bereikt over de overname van Twence-aandelen van Almelo, Oldenzaal en Twenterand. Deze drie laatste gemeenten stappen uit de afvalenergiecentrale, omdat zij zich niet kunnen vinden in de strategie van Twence als 'duurzaamheidsbevorderaar met aandeelhouderschap van Münster'. Onder meer plannen om een regionaal warmtenet aan te leggen ziet Almelo bijvoorbeeld niet als kerntaak van Twence.
Alle vijftien gemeenteraden van publieke aandeelhouders (de Twentse gemeenten en het Achterhoekse Berkelland) kunnen komende weken hun wensen en bedenkingen geven over de nieuwe verdeling van aandelen en het bijbehorende papierwerk.
Daarnaast dienen de raden van Enschede, Hengelo en Losser nog akkoord te gaan met de aankoop van aandelen. Dat is belangrijk, want zonder groen licht uit Enschede en Hengelo valt de hele transactie in het water. In Enschede gaat het om de aankoop van 77.300 aandelen à 197 euro per stuk. Een totaalbedrag dus van ruim 15 miljoen euro.
Wat bereikt Enschede met deze aankoop? In eerste instantie ziet de grootste aandeelhouder van Twence haar portefeuille verder vergroten van circa 24 procent naar ruim 35 procent van de aandelen. Dat verstevigt de positie in besluitvorming, al worden daar strengere eisen aan gesteld om te voorkomen dat Enschede en Hengelo met hun gezamenlijke meerderheid alles kunnen bepalen. Enschede had zelfs meer aandelen willen kopen, maar dat stonden de andere aandeelhouders niet toe.
Een groter aandelenbezit betekent ook dat Enschede nog verder vooraan staat bij het uitdelen van het jaarlijkse dividend. Afgesproken is dat er jaarlijks 'gegarandeerd' 7 miljoen euro van de winst wordt uitgekeerd aan de aandeelhouders. In 2022 ging het zelfs om meer dan 16 miljoen. Enschede kan straks dus minimaal 2,4 miljoen euro per jaar tegemoet zien. Dat geld vloeit terug in de afvalstoffenheffing.
Maar dan is er nog een rekensommetje waar het Enschedese college blij van wordt. De (duurzame) energie die afkomstig is van Twence, mag ook naar rato worden verdeeld onder de aandeelhouders. Het gaat dan om de opbrengst van elektriciteit (zonneparken), warmte (afvalverbranding voor stadsverwarming) en biogas (vergisting).
En je kan nagaan dat dat met de vele miljoenen kilo's afval die Twence verwerkt aardig optelt. Het aandeel dat aan Enschede toegeschreven kan worden is meer dan 6,8 procent van het totale energieverbruik in de stad. Na aankoop van de aandelen groeit dat tot bijna 9,7 procent. Ter vergelijking: het totale aandeel duurzame energie in Enschede - dus Twence plus álle zonnepanelen in de stad - is dan 12,8 procent van het energieverbruik. De doelstelling staat overigens op 16,6 procent in 2030.
Maar risico's zijn er ook bij het aankopen van de aandelen. In zijn algemeenheid geldt dat in het verleden behaalde resultaten geen garantie zijn voor de toekomst. Daar komt bij: tot 1 juli 2027 verwerken Almelo, Oldenzaal en Twenterand hun restafval nog bij Twence zoals dat in het contract is vastgelegd. Daarna valt een van het afvalvolume weg, met gevolgen voor het financiële resultaat (en dus dividend) op de publieke afvallijnen.
Om dat scenario te voorkomen gaat Twence op zoek naar nieuwe aandeelhouders die hun afval op de Boeldershoek willen verwerken. Er wordt bijvoorbeeld gekeken naar Duitse gemeenten, al dan niet op dezelfde wijze zoals er ook een samenwerking is met Münster. De vraag is wel of dat binnen 3,5 jaar lukt. Het aandeelhouderschap van een Duitse gemeente is nogal een lastige exercitie.