Terwijl de coalitiepartijen elkaar de tent uitvechten en bewindslieden beleidsmaatregelen schrappen zonder met nieuwe plannen te komen, worden de gevolgen van de ‘impasse’ in het landsbestuur zichtbaar in de regio. Zo maken de gemeenten in noordoost Twente zich in toenemende mate zorgen over de toekomst van het buitengebied. Voldoende aanleiding voor Dinkelland, Losser, Oldenzaal en Tubbergen de handen ineen te slaan en samen met de Provincie door te gaan met de aanpak en plannen (zoals het Nationaal en Provinciaal Programma Landelijk Gebied) die al in gang zijn gezet.
In een gezamenlijk plan (Position Paper), opgesteld in samenspraak met partners als Waterschap, agrariërs en natuurorganisaties, hebben de vier gemeenten de provincie Overijssel gevraagd om door te gaan met de in gang gezette samenwerking. Namens de vier NOT-gemeenten zal wethouder Richard de Way van Dinkelland tijdens de vergadering van Provinciale Staten op 27 november als ‘inspreker’ het plan toelichten.
Wethouder Richard de Way: “Het stoppen van het Nationaal Programma Landelijk Gebied en het Provinciaal Programma Landelijk Gebied, zonder nieuwe plannen, betekent niet dat er minder werk nodig is voor de natuur, het klimaat, het water en de agrariërs in deze regio.” Collega-wethouder Ursula Bekhuis van Tubbergen vult aan: “We kunnen het ons niet veroorloven om te wachten op nieuw landelijk beleid, zeker gezien dringende kwesties zoals de mestproblematiek, de afname van agrariërs en de achteruitgang van de natuur.”
De NOT-gemeenten willen niet langer wachten op plannen van de landelijke overheid, maar zelf met steun van de Provincie, het Rijk en andere partners projecten die al in gang zijn gezet verder uitvoeren en concrete stappen zetten. In de ‘Position Paper’ worden drie speerpunten genoemd, die ervoor moeten zorgen dat noordoost-Twente een fijne plek blijft om te wonen, werken en recreëren.
De problemen op het gebied van landbouw, natuur, klimaat en water blijven ‘groot en ingewikkeld’ in noordoost Twente. Ze zijn volgens wethouder De Way misschien zelfs wel groter geworden nu het Nationaal en Provinciaal Programma Landelijk Gebied is gestopt en ook het Transitiefonds is opgeheven zonder dat er nieuwe plannen zijn. De vier gemeenten stellen dat er de afgelopen jaren al veel energie is gestoken in nieuwe ideeën en projecten.
Nu de landelijke overheid het laat afweten, richten de gemeenten uit noordoost Twente zich tot de Provincie voor steun (ook in financiële zin) om de in gang gezette projecten in het kader van bijvoorbeeld het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG) voort te kunnen zetten. Daarbij wordt onderstreept dat de opgaven voor het buitengebied uitermate complex zijn en blijven door stapeling en soms conflicterende belangen van de agrarische sector, natuurbehoud, toerisme en leefbaarheid meer in het algemeen. Het afbouwen van projecten die al zijn opgestart in het kader van het Provinciaal Programma Landelijk Gebied (PPLG) wordt ‘desastreus’ genoemd.