Al die willen de kapen varen moeten mannen met baarden zijn. En - in moderne tijden - een zeevaartopleiding hebben gedaan. Dat kon tot nog niet eens zo lang geleden in Enschede, ver weg van het zilte nat. Edwin Plokker, conservator van de MuseumFabriek, zoekt oud-studenten en -personeel van die Enschedese opleiding voor zeebonken.
Die Enschedese Hogere Zeevaartschool was gevestigd in de HTS, die ook niet meer bestaat, op de plek waar nu de Alfatoren over de stad waakt. Waarom uitgerekend in Enschede in 1939 een zeevaartopleiding van start ging, is een beetje een raadsel. In de hoogtijdagen leverde de opleiding zo’n vijftig stuurmannen en werktuigbouwkundigen af. Toen de opleiding in 1972 de deuren sloot, waren dat er nog vijf.
Je zou het een voetnoot in de moderne geschiedenis van de stad kunnen noemen, die paar decennia zeevaartopleiding in het uiterste oosten van het land. Verder dan Enschede kun je in dit land niet wonen - het had de beginregel van een gedicht van Willem Wilmink kunnen zijn. Als zelfs de treinen niet verder rijden, wat moet je er dan met een zeevaartopleiding.
Maar het is precies zo'n verzameling voetnoten en persoonlijke verhalen waarin de historie tastbaar wordt. En in dit geval zijn de meeste getuigen nog in leven en keerden nog niet zo heel lang geleden terug van een zwervend bestaan over de zeven wereldzeeën. Met een beetje gevoel voor romantiek.
Lees verder onder de afbeelding.
Plokker verzamelt verhalen. Voor hem is heel die MuseumFabriek een verhalenkabinet. En in dat kabinet mag het verhaal van de Enschedese zeevaartschool niet ontbreken.
Waarom er een zeevaartschool op de kleihelling van de stuwwal bij Enschede werd gevestigd? Plokker - zelf afkomstig uit een vissersgeslacht en ooit aspirant-kaapvaarder op de Amsterdamse zeevaartschool - heeft een vermoeden. Er voer vrijwel geen schip onder Nederlandse (en menig buitenlandse) vlag of hij werd voortgestuwd door een scheepsmotor van Stork. En die zeevaartscholen boden nautisch-technische opleidingen.
Jawel, je kon er doorleren voor stuurman, maar ook die moesten met een set ringsleutels en een oliekannetje de motor draaiend kunnen houden. Een stuurman moest meer kunnen dan navigeren en zijn schip door donkere en enge zeestraten loodsen. Als de boel hapert, heb je weinig aan een paatsbepaling; op zee is geen ANWB. Of een onderdelenwinkel.
Lees verder onder de afbeelding.
Dat vermoeden van Plokker is dus niet zo gek: buurman Hengelo bouwde joekels van scheepsmotoren, buurman Enschede leidde de mensen op die ze draaiend konden houden en repareren, als dat nodig was. Maar of het klopt?
De MuseumFabriek is op zoek naar oud-leerlingen en voormalige personeelsleden van de Hogere Zeevaartschool in Enschede (1939-1972). Naar verhalen, herinneringen, foto’s en objecten (een sextant of een uniform?).
De MuseumFabriek is gevestigd aan Het Roozendaal 11, Roombeek, Enschede. Je kunt Edwin Plokker ook mailen ([email protected]) of bellen (+31 53 201 20 60).