Wie Krekkelstad - het Enschede in carnavalsland - een loer draait, krijgt ‘m: een soort gouden eikel, maar dan goedbedoeld en vriendelijk. Dat gebeurt niet vaak, je moet het dus behoorlijk bont maken. Zondagochtend viel de enigszins bedenkelijke eer te beurt aan Jeroen Diepemaat, kersvers burgemeester van Aoskesdorp (Losser).
De Loerkrekkel werd in 1986 in het leven geroepen door de toenmalige Krekkelprins Antonio. Sedertdien is de titel toegekend aan slechts drie personen die het carnaval in de grootste stad van Overijssel een loer hebben gedraaid: tweemalig Elfsteden-winnaar Evert van Benthem, oud-cabaretier wijlen Henk Elsink en voormalig Commissaris van de Koning Jan Hendrikx. De onderscheiding bestaat uit een sjerp, een beeldje en een oorkonde. Diepemaat kreeg daarnaast ook nog een blok zout omgehangen dat voor molensteen moest doorgaan.
Toegegeven: voor wie er niet tot over z’n nek in zit, zijn die carnavalsrituelen niet heel erg duidelijk. Dat lijkt ook niet per se de bedoeling, ook al worden ze bar serieus genomen, die rituelen. Met die Loerkrekkel is het niet anders, want: wat heeft Diepemaat nou precies gedaan dat hij ‘m verdient?
Lees verder onder de afbeelding.
De toespraak van oud-Prins van Krekkelstad Ben Sanders lichtte een tipje van die sluier op. Diepemaat is geen carnavalsman, heeft in zijn periode als wethouder van Enschede ook allesbehalve zijn best gedaan om er een te worden en dat kan zo niet langer.
Vraag is natuurlijk waarom de Enschedese Karnavals Vereniging (EKV) uitgerekend dit moment heeft uitgekozen om de aan Krekkelstad ontsnapte carnavalsontduiker te arresteren. Diepemaat werd zondagochtend door oud-collegawethouder en ere-Krekkel Arjan Kampman van zijn bed gelicht, in de kraag gevat en afgevoerd naar Restobar Borr, het episch centrum van Aoskesdorp.
Lees verder onder de afbeelding.
Navraag leerde dat Diepemaat bij zijn benoeming als eerste burger plechtig beloofde carnaval in het dorp eer aan te doen, maar ontbrak bij de opkomst van de Prins van ‘zijn’ Losser op 4 januari. Dat, met de ervaringen in Enschede, was voor EKV aanleiding om in te grijpen. Die Twentse carnavalsverenigingen onderhouden nauwe banden en je kunt het niet hebben dat noordoost-Enschede blijft zitten met een carnavalsontduiker als burgemeester.
Diepemaat moest dan ook beloven zich te ontwikkelen als ‘rasechte Opper-nar’ van Losser, het Twents volkslied uit zijn hoofd te leren, de Prinsengarde van Enschede als VIP’s te behandelen bij een bezoek aan Aoskesdorp en acte de présence te geven bij een van de aanstaande Enschedese Galafeesten.
Die belofte deed Diepemaat. Ten overstaan van een Borr vol Doorluchte Hoogheden met zwierige steek en rijkelijk gedecoreerde borstkas. En zijn in carnavalskostuum gehesen ambtsgenoot uit Boeskoolstad (Oldenzaal), in dat opzicht Diepemaats tegenpool en lichtend voorbeeld. Daar komt hij niet meer onderuit.