Na het unverfroren mea culpa van het Enschedese college, steekt nu ook de gemeenteraad de hand in eigen boezem. Met het schaamrood op de kaken, zoals Hadassa Meijer (CU) het verwoordde. De raad is unaniem: er moet onderzoek komen. Extern, onder de verantwoordelijkheid van de raad, en grondig.
De zaak Ardesch draait om een Enschedese ondernemer, Gertjan Ardesch, die klokkenluider was in de dubieuze verkoop van een voormalig textielpand. De ondernemer werd door een handvol top-ambtenaren de vernieling in geholpen. In de jaren daaropvolgend werd een misleidend verhaal opgehangen over de toedracht. Het college en de gemeenteraad hebben dat, ondanks een toenemende stroom aan bewijzen waaruit anders bleek, jarenlang laten lopen.
Burgemeester Roelof Bleker maakte, met het college, een maand geleden een diepe knieval: Ardesch had al die jaren gelijk gehad, de overheid had zich onbetamelijk gedragen en hem en de gemeenteraad ook in de nasleep bij herhaling onjuist en onvolledig geïnformeerd. Er is sprake geweest van onbehoorlijk bestuur.
Ardesch was maandagavond aanwezig bij een raadsvergadering naar aanleiding van de brief waarin Bleker in niet mis te verstane bewoordingen die knieval maakte.
In de voorbije jaren - de zaak speelt publiekelijk sinds 2020 - heeft een handjevol raadsfracties zich om de kwestie bekommerd; de meerderheid hield zich afzijdig of hield de boot actief af. De meeste fractievoorzitters van de partijen voor wie dat laatste geldt, betuigden spijt.
Dat gold ook voor Gertjan Tillema, voorman van D66, die zich twee geleden wèl op de zaak stortte na de jaren daarvoor zwijgend deel te zijn geweest van de coalitie. “Ook wij hebben toen niet gezegd: ‘Laten we de oppositie de ruimte geven.’ We moeten hier echt dingen anders gaan doen.”
Rachel Denneboom, fractieleider van coalitiepartij sinds jaar en dag VVD, ‘was sprakeloos’ nadat Bleker zijn excuusbrief openbaar maakte (en Ardesch persoonlijk excuses aanbood). “Maar ik dacht ook: wat een opluchting moet dat zijn voor de heer Ardesch, na jaren gelijk te krijgen als je al die tijd gelijk hebt gehad.” Ook zij stak de hand in eigen boezem: “Ik trek mij de uitkomst van dit dossier persoonlijk aan en heb mezelf de vraag gesteld: wat had ik kunnen doen om dit te voorkomen?”
Yara Hümmels (PvdA) sprak van ‘een zaak die ons allen, denk ik, zwaar valt’. “Ik heb in mijn rol als raadslid willen vertrouwen op het college.” Ten onrechte, hoezeer dat ook prettiger werken is. Denneboom zei iets vergelijkbaars: “Ik had dat wellicht kunnen voorkomen als ik dieper had gegraven en minder had vertrouwd. Vertrouwen is goed, maar mijn taak om het college te controleren is even belangrijk.”
Ook CU-voorvrouwe Hadassa Meijer worstelde ‘met de informatie waar we ons de afgelopen jaren door hebben laten leiden’. “Hoe kritisch zijn we zelf? Achteraf gezien hadden we het anders moeten doen, maar achteraf is het makkelijk lullen.”
Alledrie - Denneboom, Hümmels en Meijer - leiden een fractie die onderdeel uitmaakt van coalitie. En hebben een wethouder geleverd, die bestuurlijke verantwoordelijkheid draagt voor een correcte informatievoorziening richting de raad.
Coalitiegenoot Barry Overink, fractieleider van BurgerBelangen Enschede, de grootste partij in de raad, maakte geen excuses. Hij wenste de aanwezige Ardesch wel alle goeds en vroeg zich vooral af hoe ‘deze situatie kon ontstaan’. “Dat vraagt om een scherpe analyse en een extern onderzoek.” Die roep werd breed gedragen.
Dat onderzoek hoeft geen antwoord meer te geven op de vraag wat er in die kwestie Ardesch nou wel en niet is gebeurd; de gemeente heeft zich schandalig gedragen, daar was iedereen het over eens. Meijer: “Er ligt een lijst op tafel waar geen discussie over is.” Waarheidsvinding is niet meer nodig. Rest de vraag waarom het zo lang heeft geduurd voordat is gebleken dat Ardesch al die jaren gelijk had. Vooral omdat de documenten waaruit dat blijkt al jaren publiek zijn.
Dat maakt in elk geval pijnlijk duidelijk dat een goed deel van de Enschedese gemeenteraad haar controlerende taak heeft verzaakt. Om welke reden dan ook.
Maar het maakt ook duidelijk dat er veel schort aan de informatievoorziening richting college en raad. Want: wie hebben er jarenlang hardnekkig gejokkebrokt, informatie achtergehouden en misleidende antwoorden geformuleerd? Hoe blijf dat kaartenhuis zolang overeind, tegen alle signalen in? En waarom, wie had daar belang bij?
Het zijn dat soort vragen waarop het raadsonderzoek - welke vorm dat dan ook krijgt - antwoord moet geven. En dat gaat verder dan de zaak Ardesch: diverse raadsfracties willen, net als Bleker, dat het hele overheidsapparaat wordt doorgelicht. Raad, college, ambtenarij. Op alle lagen.
“Dit is niet de enige case”, zeiden verschillende raadsleden, in verschillende bewoording. “We proberen u altijd goed te informeren, ook bij gevoelige dossiers”, zei Bleker. “Maar nu blijkt dat dat niet altijd goed gebeurt, ook op andere dossiers, eerder.” Daarmee kunnen die nog steeds spelen, op dit moment, concludeerde hij. “Dit heeft ook te maken met integriteit, dit willen we echt weten.”
D66’er Tillema diende afgelopen zomer een motie in met de veelzeggende titel ‘Orde op zaken in het Stadhuis’, die unaniem werd aangenomen. Hij wil de opdracht in die motie nu aanscherpen: niet alleen ontrafelen wat er is gebeurd, maar ook analyseren wat je in bepaalde functies wel en niet moet doen.
Of, zoals GroenLinks-woordvoerder Bart Peeters Weem het verwoordde: “Informatiestromen lijken te stokken bij de hogere ambtenarenlaag, bij de hogere posities die de mogelijkheid hebben om informatie door te spelen of tegen te houden. Dat moeten we expliciet meenemen in het onderzoek.” Hümmels verwees naar de ‘leemlaag’, zoals ambtenaren op Haagse ministeries het noemen. Enschedese ambtenaren hebben het over een ‘kleilaag’.
Kortom: maandagavond werden de contouren geschetst van een onderzoek dat op unanieme steun van de raad èn het college kan rekenen. Naar de zaak Ardesch, maar naar meer dan dat. En dat moet niet te lang gaan duren, was de algemene stemming.
In de komende paar weken wordt alvast gezocht naar iemand die het onderzoek kan leiden en moeten er een paar onderzoeksvragen worden geformuleerd. “Dat moet niet al te ingewikkeld zijn, als ik de stemming zo beluister”, verwacht Tillema, die daarin het voortouw neemt. Bij de eerstvolgende vergadering, op 27 januari, moet de raad daar dan een klap op geven.
Het onderzoek zelf moet evenmin al teveel tijd in beslag nemen. Over ruim een jaar vinden er nieuwe gemeenteraadsverkiezingen plaats en de Enschedese fracties willen voor die tijd tot een afronding komen.
Dat betekent niet alleen een rapport met conclusies en aanbevelingen, maar ook gelegenheid om daar een begin mee te maken. Voordat er een nieuwe gemeenteraad in het zadel zit.
Meer weten over wat er misging, wat daar achter zat en hoe de doofpot werkte in de zaak Ardesch? Kijk dan eens in het dossier op de website van 1Twente. Daar vind je behalve artikelen en reportages ook een tweedelige documentaire over de aanloop, het conflict tussen de ondernemer en de gemeente, de manier waarop ambtenaren hem mangelden en hoe dat onder het tapijt werd gehouden.