Voor het eerst sinds 1988 is het virus mond-en-klauwzeer (MKZ) weer aangetroffen in Duitsland in de deelstaat Brandenburg. Veertien waterbuffels werden positief getest op dit zeer besmettelijke en dodelijke virus. Sinds 1 december 2024 zijn zeker 3600 kalveren vanuit deze deelstaat naar 125 bedrijven in Nederland getransporteerd, laat minister Wiersma van Landbouw in een brief aan de Tweede Kamer weten. Moeten ook Twentse boeren zich zorgen gaan maken?
Mond-en-klauwzeer is een virus dat voornamelijk voorkomt bij evenhoevige dieren zoals runderen, varkens, schapen en geiten. Ook andere evenhoevigen zoals wilde zwijnen, herten en reeën kunnen de ziekte krijgen. “Op dit moment zijn we bezig met het virus tegen te gaan en bedrijven aan sporen om hygiëne maatregelen te nemen”, vertelt Martin Oldenhof van LTO Noord-Oost Twente.
Nederland is niet onbekend met het MKZ-virus. In 2001 kende het ook een uitbraak. 300.000 dieren moesten hierdoor preventief afgemaakt worden. Oldenhof, die tevens ook zelf boer is, vertelt over de preventieve maatregelen die nu gelden: “Blijf bij je eigen bedrijf, ga niet naar anderen op bezoek en laat geen bezoekers toe in de stallen. Mocht het noodzakelijk zijn, doe dit dan met voldoende hygiëne maatregelen.”
Of het virus zich al in Nederland en dus ook in Twente aan het verspreiden is, is nog niet bekend. Sinds het nieuws van de uitbraak zijn 117 bedrijven bezocht en 3.399 kalveren bemonsterd door de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA). In de eerste 125 geteste monsters zijn nog geen positieve testuitslagen gekomen, laat de minister weten. “De kans is klein, maar niet nihil, dat in Nederland al een MKZ-introductie heeft plaatsgevonden.”
Uit voorzorg heeft het ministerie van Landbouw de eerste 100.000 vaccinaties voor MKZ besteld. Deze vaccinaties worden in de komende dagen verwacht. De inentingen kunnen direct ingezet worden bij een mogelijke uitbraak. Op 14 januari is door het ministerie aan bedrijven gevraagd om voorbereidingen te treffen voor het vaccineren in een noodsituatie als deze.
Mond-en-klauwzeer is een besmettelijk virus dat voorkomt bij evenhoevige dieren. Het virus is niet besmettelijk voor mensen, maar kan daarentegen voor dieren zelfs dodelijk zijn. Het is te herkennen aan de volgende symptomen:
blaren in de bek (met name op de tong), op de uier en de poten (met name de kroonranden)
veel speeksel aanmaken, kwijlen
koorts
minder eten
verminderde melkproductie bij runderen
Bij schapen en geiten verloopt de ziekte meestal vrij mild. Bij runderen en varkens kunnen de gevolgen ernstiger zijn.
Er geldt een meldplicht voor mond-en-klauwzeer. Veehouders en dierenartsen moeten melden als er vermoeden is van dit virus. Dit kan direct bij bij het Landelijk meldpunt voor dierziekten: (045) 546 31 88.
Bron: NVWA
“Als agrariërs mogen we nu gewoon even niet bij elkaar komen”, betreurt Oldenhof. “Maar goed, het is nu gewoon even niet anders. Alles om het virus tegen te gaan.” Van paniek is volgens Oldenhof nog geen sprake onder de Twentse agrariërs. “Maar waakzaamheid is zeker wel geboden daarin.”
De kans op een uitbraak is er dus altijd. Het virus kan zich onder meer verspreiden via melk, mest en/of urine van besmette dieren, maar ook via de lucht én via mensen. Mocht er wel een uitbraak zijn, dan worden alle dieren in een straal van twee kilometer direct gevaccineerd. “Daarmee wordt het (preventief) ruimen van gezonde, niet besmette dieren zoveel mogelijk voorkomen”, aldus minister Wiersma.