Een 29-jarige Hengeloër is door de rechtbank veroordeeld tot een voorwaardelijke celstraf (en een taakstraf) vanwege zijn betrokkenheid bij een dodelijk ongeval op de Windmolenweg in Enschede. De automobilist wordt verweten dat hij onverantwoord hard heeft gereden toen hij op 26 mei 2022 ter hoogte van bedrijventerrein De Marssteden een overstekende snorfiets aanreed.
In de schemering van de avond reed de Hengeloër op de Windmolenweg, komend vanuit het havengebied, in de richting van Boekelo. Ter hoogte van de eerste kruising bij De Marssteden ging het mis: de automobilist zag de overstekende snorfiets over het hoofd. Het ongeval kostte het leven aan een 54-jarige Enschedeër. De toen 51-jarige Enschedese vrouw die achterop de snorfiets zat, hield er gebroken sleutelbeen en verbrijzelde knie aan over en loopt - negen operaties verder - nog steeds op krukken.
Bij de oversteekplaats staan haaientanden, dus feitelijk had de bestuurder van de snorfiets voorrang moeten verlenen. Uit forensisch onderzoek blijkt echter dat de Hengeloër met zijn BMW het kruispunt met een snelheid van 96 kilometer per uur naderde.
Eigenlijk had de maximumsnelheid op dit gedeelte van de Windmolenweg 60 kilometer per uur moeten zijn. Maar omdat de wegbeheerder (de gemeente Enschede) de bebording op het traject niet voor elkaar had, was er feitelijk sprake van een maximumsnelheid van 80 kilometer per uur.
Volgens de advocaat van de Hengeloër is de overtreding van 16 kilometer per uur niet zodanig dat van onverantwoord rijgedrag of 'aanmerkelijke schuld' gesproken kan worden. Maar in die lezing gaat de meervoudige strafkamer van de rechtbank in Almelo niet mee.
De automobilist had de snorfiets voorafgaand aan het ongeval op het parallel gelegen (brom)fietspad zien rijden en wist dat hij een oversteekpunt naderde. Volgens de rechter had hij als verantwoord weggebruiker bedacht moeten zijn op fouten van medeweggebruikers en dus snelheid moeten minderen.
De 29-jarige Hengeloër is vanwege onverantwoord rijgedrag door de rechtbank veroordeeld tot een voorwaardelijke celstraf van twee maanden. Hij hoeft dus niet de cel in, maar kan de straf alsnog opgelegd krijgen als hij het komende jaar niet opnieuw de fout in gaat. Ook moet hij een taakstraf van 240 uur uitvoeren en is hij zijn rijbewijs voor 3 maanden kwijt. De straf komt grotendeels overeen met de eis van de officier van justitie, maar die wilde een rijverbod van een half jaar en een proeftijd van twee jaar.