Minder raadsvergaderingen, kortere spreektijden en parallelle sessies: de gemeenteraadsvergaderingen van Almelo zijn sinds het zomerreces op de schop gegaan. De verandering moet zorgen voor betere besluitvorming. Maar hoe bevalt dat in de praktijk? 1Twente Almelo sprak met drie raadsleden: Jeroen Wiertz (D66), Herman Zwerink (Democraten.nu) en Jorien Geerdink (PvdA).
Minder raadsvergaderingen, kortere spreektijden en parallelle sessies: de gemeenteraadsvergaderingen van Almelo zijn sinds het zomerreces op de schop gegaan. De verandering moet zorgen voor betere besluitvorming. Maar hoe bevalt dat in de praktijk? 1Twente Almelo sprak met drie raadsleden: Jeroen Wiertz (D66), Herman Zwerink (Democraten.nu) en Jorien Geerdink (PvdA).
Voor fractieleider Jeroen Wiertz (D66) heeft de nieuwe aanpak duidelijk voordelen: “Eerder bleven we vaak hangen in discussies die nergens naartoe leidden. Dat is nu een stuk minder het geval.” Herman Zwerink (Democraten.nu) stemt daarmee in. “We kunnen nu meer focussen op de hoofdlijnen van de discussie.”
Het presidium (de coördinerende tak van de gemeenteraad, red.) heeft het aantal reguliere raadsvergaderingen verlaagd van eens per vier weken naar eens per zes weken. Zo zouden raadsleden meer tijd overhouden om voorbereidingen te treffen en inwoners te spreken. Dat is belangrijk volgens Zwerink omdat politiek niet alleen draait om vergaderen.
Het presidium regelt onder meer de organisatie van raadsvergaderingen en bestaat uit de burgemeester, de raadsvoorzitter en vijf raadsleden.
Niet iedereen is enthousiast. Jorien Geerdink (PvdA) vindt de nieuwe structuur een ‘warboel’. “De regelmaat ontbreekt, waardoor je steeds moet uitzoeken welke onderwerpen wanneer aan bod komen.” Daarnaast is het stellen van mondelinge vragen lastiger geworden door de langere tussenpozen tussen de raadsvergaderingen. “De actualiteit is vaak al achterhaald tegen de tijd dat je een vraag kunt stellen. Mondelinge vragen zijn juist bedoeld voor urgente kwesties. Dat is vaak niet meer mogelijk”, aldus Geerdink. Wiertz deelt die zorg. “Mondelinge vragen zijn waardevol omdat je direct antwoord krijgt en er een discussie kan ontstaan. Dat mis je bij schriftelijke vragen.”
Een ander veelgenoemd knelpunt is de invoering van parallelle vergaderingen. Dit dwingt raadsleden om keuzes te maken en is vooral lastig voor kleinere fracties. Geerdink geeft een voorbeeld: “Laatst was er een informatiesessie die ik wilde bijwonen, maar tegelijk werden belangrijke stukken besproken in een andere zaal. Je kunt nu eenmaal niet op twee plekken tegelijk zijn.”
Raadsleden besteden gemiddeld 20 uur per week aan het raadswerk. De werkdruk neemt met de jaren steeds meer toe. Dat geldt met name voor raadsleden van kleine fracties, omdat ze met minder mensen meer beleidsdossiers moeten volgen.
Zwerink benadrukt dat dit vraagt om scherpe keuzes. “Als fractie moet je goed prioriteiten stellen. Je kunt niet alles doen. Dat dwingt je om te kijken wat echt belangrijk is.”
De invoering van spreektijden zorgt voor verdeeldheid binnen de raad. Wiertz ziet de voordelen. “Het voorkomt eindeloos gepraat over details. Tot nu toe heb ik altijd voldoende tijd gehad om mijn punt te maken.” Wat Geerdink betreft gaat de spreektijd linea recta in de prullenbak. “Het beperkt je vrijheid als raadslid om zaken echt goed uit te diepen. Dat voelt soms frustrerend.”
Volgens de raadsleden is er nog werk aan de winkel. De focus op de inhoud moet volgens hen nog een niveau omhoog. Wiertz pleit daarom voor een strakkere regie tijdens vergaderingen. “Dan verzanden we niet steeds in bijzaken. Met meer focus wordt het debat inhoudelijk sterker.” Die noodzaak onderstreept ook Zwerink. “We zijn lerende”, voegt hij daaraan toe.