Ruim een jaar na verschijning van het langverwachte rapport over de vuurwerkramp die Enschede nog lang niet is vergeten, presenteerde bestuursprof René Torenvlied zijn bevindingen aan het Enschedese publiek. Maar met ‘Leren van twee vuurwerkrampen’ is het laatste woord daarover niet gezegd. Dat bleek ook maandagavond in de Burgerzaal van het Enschedese stadhuis.
‘Leren van twee vuurwerkrampen’ verscheen eind december 2023. Het was de weerslag van een onderzoek op last van de Tweede Kamer en de politieke reactie op de bijna vijf jaar geleden verschenen review van klokkenluider Paul van Buitenen. Het onderzoek richtte zich op de vuurwerkrampen in Culemborg van februari 1991 en in Enschede, negen jaar later.
Dit was de eerste keer dat de onderzoekscommissie die onder leiding stond van Torenvlied haar bevindingen deelde met de Enschedese bevolking. De Burgerzaal van het Enschedese stadhuis zat goed vol.
Onder meer oud-SE Fireworksdirecteur Rudi Bakker en zoon Raymond, brandweerweduwe Mathilde van der Molen en oud-rechercheur Jan Paalman hoorden Torenvlied en diens onderzoekscollega Matthijs Moorkamp en toelichting geven op de belangrijkste bevindingen van ‘Leren van twee vuurwerkrampen’.
Zij dragen elk hun eigen herinneringen en een zoektocht van bijna 25 jaar naar de waarheid over de ramp met zich mee. Dat gold, zo bleek wel, voor meer aanwezigen. De Enschedese vuurwerkramp is voor velen nog altijd geen gesloten boek.
Dat rapport van Torenvlied bevat welbeschouwd niet veel nieuws. Zeker niet voor diegenen die al lang met de Enschedese vuurwerkramp bezig zijn. Nee, er was niet geleerd van de vuurwerkramp in Culemborg. Na die ramp van begin 1991 was al geconcludeerd dat vuurwerkopslag niet in woonwijken thuishoort. Een conclusie die op alle relevante Haagse bureaus en bij onderzoeksinstanties bekend was, maar waar niets mee gebeurde.
Verder concludeerde Torenvlied dat de rol van overheid veel groter was dan altijd werd voorgespiegeld en dat licht vuurwerk in opslag bij brand onvoorspelbaar en massa-explosief kan reageren. Ook dat was oud nieuws.
Evengoed leidde het in maart 2024 tot een wijziging van de blusinstructies. En een landelijke discussie over hoe het nu verder moet met de opslag van consumentenvuurwerk in woonwijken. Dit keer wel.
De meeste onvrede en emotie zit bij die nooit erkende rol van met name de rijksoverheid. Die bleef buiten schot. Het volledige verhaal werd nooit verteld. Alleen Bakker en diens compagnon van destijds werden veroordeeld. Verder werd niemand ter verantwoording geroepen. Dat steekt betrokkenen nog altijd.
Torenvlied waagde zich niet aan de schuldvraag, maar stelde in zijn rapport wel dat ministeries invloed uitoefenden op inspectierapporten en dat ook zijn onderzoeksteam weliswaar inzage kreeg in enkele honderdduizenden documenten, maar de andere stukken waar wel naar verwezen wordt onvindbaar bleken. Harde bewijzen voor opzet ontbreken, volgens de onderzoekers.
De Staat en afgeleide instanties hebben hun verantwoordelijkheid voor de Enschedese ramp dan ook nooit erkend. Mathilde van der Molen, de weduwe van brandweerman Hans van der Molen die omkwam bij de ramp, gaf daar maandagavond woorden aan: “Voor mij betekent dit dat er geen afsluiting mogelijk is. Hoe kan ik verder, als de waarheid wordt verzwegen? Hoe kan ik genezen van een trauma dat door dit onrecht in stand wordt gehouden?”
Lees verder onder de afbeelding.
Bakker had geen goed woord over voor het rapport van Torenvlied & co. Dat bevat een aantal beschuldigingen aan het adres van de oud-eigenaren van SE Fireworks die volgens hem onterecht, niet geverifieerd of uit de lucht gegrepen zijn. De oud-directeur hield een gevarenbord omhoog dat op 13 mei 2000, de dag van de ramp, was bevestigd op alle vuurwerkopslagen op het terrein van het vuurwerkbedrijf. “Kent u dit bord? Weet u wat dit betekent?”
Het was een reactie op Torenvlied’s conclusie dat de brandweer op de rampdag goeddeels naar de op dat moment geldende instructies had gehandeld. Maar die borden duiden op gevaar voor massa-explosie en dan moet er worden ontruimd. Bakker heeft herhaaldelijk verklaard de blussende brandweereenheden daar op de rampdag op te hebben gewezen, maar afgepoeierd te zijn door de bevelvoerend officier: “Bek dicht, Bakker. Jij hebt hier niets meer te vertellen.”
De oud-directeur heeft na verschijning van het rapport van Torenvlied een klacht ingediend bij Universiteit Twente. In zijn optiek heeft de commissie onder leiding van de UT-prof zich niet gehouden aan de Nederlandse code wetenschappelijke integriteit. Dat waarschuwingsbord stond er maandagavond symbool voor: die werden genegeerd en dan kun je in een rapport met een wetenschappelijke pretentie niet stellen dat de brandweer zich aan de richtlijnen hield, vindt Bakker.
In zijn klacht noemt Bakker een kleine twintig voorbeelden van stellingen in het rapport waar Torenvlied volgens hem over schreef ging. De UT heeft er geen gehoor aan gegeven en ook de rechter, waar Bakker zijn grieven onlangs neerlegde, heeft ze niet in behandeling genomen.
Zo waren er meer die kritische kanttekeningen plaatsten bij de bevindingen van Torenvlied. Die betroffen een waaier aan onderwerpen: van gebeurtenissen die in het rapport worden gemist tot passages die niet zouden kloppen of onvolledig zouden zijn.
Zo is Bakker door Torenvlied niet gehoord. Oud-rechercheur Paalman hekelde de omzichtigheid waarmee de volgens hem gebleken massa-explosieve werking van licht vuurwerk wordt omschreven. Een andere aanwezige zocht een bevredigend antwoord op de vraag hoe het kan dat de overheid de bevolking 25 jaar een rad voor de ogen heeft gedraaid.
De UT-professor deed zijn best om de kritiek te pareren en beriep zich daarbij op de beperkingen van zijn onderzoek. Dat draaide om verifieerbare documenten, niet om herinneringen: “Maar die respecteren we wel.” Het was geen pyrotechnisch onderzoek naar de precieze verschijnselen van explosies. En het richtte zich weliswaar op de rol van de rijksoverheid, maar dan toch vooral waar dat gaat om het leervermogen van die overheid.
Minder op de vraag welke rol overheden precies hebben gespeeld bij onderzoeken en gebrekkige, onvolledige of onjuiste informatievoorziening. Niet op de vraag wie daar verantwoordelijk voor was. Of die naar het eerste vlammetje.
Anders gezegd: ‘Leren van twee vuurwerkrampen’ laat de antwoorden op vragen die velen nog altijd bezighouden onbeantwoord. Wel een nieuw onderzoek, weinig of geen nieuws. Daarmee blijft de indruk bestaan dat er vooral nog altijd veel niet is verteld. Er werd maandagavond dan ook nog lang nagepraat.
Al 25 jaar leef ik met het onnoemelijke verlies van mijn man, een toegewijde brandweerman die zijn leven gaf tijdens de vuurwerkramp in Enschede. Al 25 jaar zoek ik naar gerechtigheid, maar keer op keer stuit ik op een muur van stilzwijgen en ontkenning. Wat ik niet begrijp, is hoe de gemeente Enschede, als formele werkgever van de brandweermensen die omkwamen en gewond raakten, nooit haar verantwoordelijkheid heeft genomen. Mijn man en zijn collega’s werden met verkeerde werkinstructies naar een ramp gestuurd die niet had mogen gebeuren.
Uit uw onderzoek, evenals dat van Paul van Buitenen, is duidelijk gebleken dat de werkgever wist dat ook consumentenvuurwerk massa-explosief kon zijn. Dit was geen onbekende kennis; de explosie in Culemborg had allang laten zien welke risico’s eraan verbonden waren. En toch bleef die cruciale informatie achterwege. Nog steeds houdt de overheid feiten achter, nog steeds weigert de gemeente haar fouten te erkennen. Voor mij betekent dit dat er geen afsluiting mogelijk is. Hoe kan ik verder, als de waarheid wordt verzwegen? Hoe kan ik genezen van een trauma dat door dit onrecht in stand wordt gehouden?
U doet alsof er niets aan de hand is, maar voor mij – en voor de andere nabestaanden en slachtoffers – is dit nog elke dag een rauwe werkelijkheid. Dit onrecht sleept zich nu al een kwart eeuw voort en het moet stoppen. Ik vraag u dringend om de gemeente Enschede ertoe aan te zetten de conclusies uit uw rapport eindelijk mee te laten wegen in een herbeoordeling van de hele afwikkeling. Zij moeten hun verantwoordelijkheid nemen.
Ik heb de afgelopen 25 jaar veel nagedacht over recht en onrecht. Wat er is gebeurd, hoe ermee is omgegaan – ik kan het niet anders noemen dan onrecht. Ik hoop dat u uw onderzoek niet alleen ziet als een wetenschappelijk verslag, maar als een middel om recht te laten zegevieren voor de slachtoffers die nog steeds met de gevolgen worstelen. Laat hun strijd niet vergeefs zijn.
Met verdriet, maar ook met hoop,
Mathilde van der Molen
Meer weten over de vuurwerkramp in Enschede? Kijk dan eens in het dossier op de website van 1Twente.