Politiek én bestuur in Oldenzaal worstelen met fikse verhoging toeristenbelasting
Beetje bij beetje wordt voor politiek en bestuur in Oldenzaal duidelijk hoe ogenschijnlijk kleine maatregelen om de financiële schade te beperken in het ‘ravijnjaar’ 2026, pijnlijk kunnen uitpakken in de praktijk. Zo stuit een voorlopig voorstel van het college om de toeristenbelasting (fiks) te verhogen op grote weerstand van ondernemers in de sector verblijfsrecreatie. En dat maakt het voor de politiek weer lastig om ‘de rug recht te houden’, omdat er met instemming van de raad ruim 90.000 euro aan extra inkomsten is ingeboekt.
Hoe gevoelig dit dossier ligt, bleek al aan het begin van de bespreking in het Politiek Forum maandagavond, toen wethouder Evelien Zinkweg benadrukte dat er nog geen afgerond raadsvoorstel voorligt. Ze noemde de voorgenomen verhoging van de toeristenbelasting ‘best fors’. En omdat deze ‘best wel impact’ heeft op de ondernemers in de sector, wilde Zinkweg ‘checken’ of het college wel ‘met het juiste verhaal de boer op gaat’.
Ondernemers ‘overvallen’
De wethouder beklemtoonde daarbij wel dat die ondernemers tijdig moeten weten waar ze aan toe zijn. Vooralsnog voelen de ondernemers zich ‘behoorlijk overvallen’, zo maakte Remi Nieuwenhuis (vakantiepark Eureka) als inspreker namens de sector duidelijk. Belangrijkste boodschap van Nieuwenhuis, gesteund door een aantal collega-ondernemers: “Oldenzaal gaat zich uit de markt prijzen.”
Concurrentiepositie verslechtert
Met cijfers onderbouwd – keurig op sheets, uitgedeeld door z’n collega’s – betoogde Nieuwenhuis dat Oldenzaal duurder wordt voor de toerist. Wanneer die toerist uitwijkt naar goedkopere omliggende gemeenten, verslechtert niet alleen de concurrentiepositie van de Oldenzaalse ondernemers in de sector, maar worden ook de horeca, detailhandel en andere sectoren die profiteren van toerisme geraakt.
Voorstel tariefsverhoging
Het voorlopige voorstel van het college voor de indeling van verblijfsaccommodaties en de tarieven behelst de volgende aanpassingen:
· mobiele kampeer accommodaties € 1,60
· overige accommodaties (hotel, B & B, vakantieonderkomen) € 2,95
· camping op basis forfait (mobiele onderkomens) € 195,04.
Uitgaande van het aantal overnachtingen in 2023 wordt de totale opbrengst begroot op € 168.204,99.
‘Buiten alle proporties’
In vergelijking met tarieven in bijvoorbeeld Dinkelland, Losser en Tubbergen noemde Nieuwenhuis de verhoging van de belasting voor bungalows naar €2,95 per persoon per nacht ‘buiten alle proporties’. Volgens Nieuwenhuis kunnen ondernemers deze verhoging van de toeristenbelasting er eigenlijk niet bij hebben, omdat de sector nog kampt met de (financiële) naweeën van de coronacrisis, maar ook te maken heeft met stijgende energiekosten en verhoging van de OZB en BTW.
Oude tarieven
Voor 1 januari 2022 bedroeg het tarief voor de toeristenbelasting voor alle accommodaties € 0,71.
Daarna zijn de tarieven voor het eerst sinds jaren verhoogd, te weten:
· € 0,85 voor mobiel kampeeronderkomen, stacaravan, recreatiewoning, kampeerplaats en (jeugd)kamp
· € 1,60 voor de overige accommodaties
· € 103,60 voor camping op basis forfait (mobiele onderkomens). Dit was voorheen € 86,54.
Omdat de gemeenteraad vorig jaar zelf groen licht gaf voor verhoging van de toeristenbelasting, als bijdrage aan het sluitend maken van de begroting vanaf het ‘ravijnjaar’ 2026, is er geen bewegingsruimte om deze terug te draaien. Hooguit kan er op onderdelen nog iets ‘geschoven’ worden met tarieven, waardoor de pijn bij sommige ondernemers wat wordt verzacht. Verschillende fracties vroegen daar dan ook om tijdens het Politiek Forum. Voor wethouder Zinkweg aanleiding om bij wijze van ‘handreiking’ de raad uit te nodigen op korte termijn met concrete voorstellen te komen. “Als u een beter voorstel hebt, kom daar dan mee.”
Grote tariefverschillen
Probleem bij het vaststellen van de toeristenbelasting is, dat de 4 gemeenten in noordoost Twente verschillende tarieven hanteren. Een opmerking daarover, deed wethouder Zinkweg verzuchten dat ze ook heel graag 1 tarief zou zien. “Maar dat zie ik niet gebeuren.” In het verleden zijn diverse pogingen ondernomen om tot 1 tarief te komen in NOT-verband, maar dat is om uiteenlopende reden nooit gelukt. Onder meer omdat de markt van verblijfsaccommodaties er in Oldenzaal (7 procent) heel anders uitziet dan in Tubbergen (45 procent), Dinkelland (30 procent) en Losser (17 procent). Deze verschillen leiden er bijvoorbeeld toe dat er in Dinkelland een miljoen euro aan toeristenbelasting wordt ‘opgehaald’.
Tijdens het Politiek Forum verwoordde Leon Lulofs (PvdA) het grote dilemma van de raadsleden nog het meest treffend. “We hebben bij ons volle verstand ja gezegd tegen de verhoging van de toeristenbelasting. Als we dit nu niet doen, moeten we anderen zwaarder belasten.” En, wijzend naar de delegatie van verontruste ondernemers op de publieke tribune: “Het is heel moeilijk om de rug recht te houden met belanghebbenden in onze nek.”
