Hobbelige wegen, modder en diepe kuilen moesten de drie vrienden Theun de Vries, Dico Timmerman en Mathijs Weenk tijdens de Carbagerun trotseren. Ze keerden afgelopen maandag terug en blikken terug op een onvergetelijke reis door Tsjechië, Polen en de Baltische staten, mét een maatschappelijke twist.
Het drietal vertrok een dag voor de start van de Carbagerun richting Oost-Duitsland. Binnen vijf dagen voltooiden ze de tocht in hun oude Volvo, die niet meer dan 1.000 euro waard mocht zijn. Dit ‘barrel’ wisten ze, met hulp van hun netwerk en donaties, op te knappen tot een Carbagerun-waardige bolide, compleet met sneeuwkettingen en een dakdrager voor de nodige bagage.
Het landschap was ruig en de behendigheid van de bestuurders werd flink op de proef gesteld tijdens deze memorabele tocht door de Baltische staten. “Omdat het onze eerste Carbagerun was, werd ons aangeraden elke dag de korte route te nemen. Die was maar een paar kilometer korter dan de lange route, maar zo wisten we zeker dat we op tijd bij het hotel aankwamen en de volgende dag weer fris konden beginnen", vertelt De Vries.
De drie vrienden reden over allerlei soorten wegen. “Tijdens de tocht maak je van alles mee. Op de eerste dag in Tsjechië reden we door de sneeuw in het Reuzengebergte en in Polen lag er ook nog een beetje sneeuw. Daarna was het vooral motregen. In Estland, Letland en Litouwen was de sneeuw verdwenen, wat we jammer vonden. Onze sneeuwkettingen hebben we niet eens nodig gehad”, vertelt de Hengelose ‘Carbagerunner’.
De vele gravel- en zandpaden eisten hun tol van de Volvo. “Na kilometers over zandwegen te hebben gereden, kwamen we weer op asfalt en begon de auto plots te trillen. We zetten hem langs de kant en haalden de wielen eraf. Toen ontdekten we een dikke laag zand aan de binnenkant van de velgen. Na een paar kilo zand te hebben weggehaald, konden we weer verder”, aldus De Vries.
Tijdens de rit kregen alle deelnemers opdrachten van de organisatie waarmee ze punten konden verdienen. “De opdrachten werden steeds moeilijker en kostten veel tijd. Zo moesten we bijvoorbeeld een paard vinden en er, als een soort Poetin, op gaan zitten”, zegt De Vries lachend.
Elke dag moesten de deelnemers uiterlijk om 22.00 uur bij het eindpunt aankomen. “We zorgden ervoor dat we rond zeven of acht uur bij het hotel waren, zodat we genoeg tijd hadden om uit te rusten na een intensieve dag rijden. Op één dag leg je wel zo’n 600 kilometer af. In het hotel speelden we ’s avonds Perudo, een dobbelspel, onder het genot van een biertje. Zowel in de auto als in het hotel hadden we het gezellig”, vertelt De Vries.
De route eindigde in Riga, de grootste stad van de Baltische staten en de hoofdstad van Letland. Het drietal reed uitbundig over de finish. “Toen we daar aankwamen, ging er van alles door ons heen. Eén van ons zat zelfs op het dak! We zijn blij dat we het samen hebben gehaald. Ik kan iedereen aanraden om een keer mee te doen”, vertelt de Hengeloër glunderend.
De mannen kijken terug op een onvergetelijke reis. Daarbij verloren ze hun doel geen moment uit het oog: “We plaatsten tussendoor berichten op LinkedIn en Instagram, zodat donateurs, vrienden en familie onze reis konden volgen”, legt De Vries uit. De inzamelingsactie voor het Noodfonds Hengelo heeft inmiddels 2.700 euro opgeleverd en loopt nog door. “We verwachten uit te komen op 3.200 euro en hopen de 4.000 euro te halen.”
De auto heeft de tocht volgehouden en de mannen veilig naar Hengelo gebracht. Nu de Carbagerun-waardige bolide zijn dienst heeft bewezen, mag hij zich aankomende zomer bewijzen tegenover de vrouwen. “Thuis ontdekten we dat de wiellager kapot is, maar die wordt gerepareerd voordat de auto door een van onze vrouwen en haar vriendinnen wordt meegenomen naar de zomereditie van de Carbagerun in Servië.”