De gemeente Enschede heeft scherpe kritiek op het voorgestelde verbod op voorrang voor statushouders bij sociale huurwoningen. Volgens de gemeente is de maatregel niet alleen onmenselijk, maar ook onuitvoerbaar. Samen met vijftien andere gemeenten roept Enschede minister Mona Keijzer van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening op om het voorstel per direct in te trekken.
Het wetsvoorstel van Minister Keijzer (volkshuisvesting) moet de voorrang van statushouders bij sociale huurwoningen afschaffen. Coalitiepartijen PVV, VVD, NSC en BBB stellen dat dit de wachtlijsten verkort. Statushouders kunnen zich nog inschrijven, maar delen de wachtlijst met andere woningzoekenden. “Zo behandelen we iedereen gelijk,” aldus Keijzer. De maatregel stond al in het coalitieakkoord.
De aangekondigde inspraakronde van de minister stuit op weerstand bij de zestien betrokken gemeenten, waaronder Enschede. Zij waarschuwen dat het schrappen van voorrang voor statushouders leidt tot overvolle opvangcentra, hogere maatschappelijke kosten en minder veiligheid in steden. Ook bemoeilijkt het voorstel de inburgering van nieuwkomers en draagt het niet bij aan het oplossen van de woningnood.
Volgens de zestien betrokken steden ligt de kern van het probleem niet bij statushouders, maar bij het structurele tekort aan sociale huurwoningen. Zij pleiten samen voor een verplichting voor alle Nederlandse gemeenten om minstens dertig procent van de nieuwbouw te reserveren voor sociale woningbouw. “De schuld afschuiven op mensen in een kwetsbare positie is onmenselijk,” stellen de gemeenten.
De oproep van wordt gesteund door de gemeenten Amsterdam, Den Haag, Groningen, Utrecht, Delft, Eindhoven, Haarlem, Leeuwarden, Leiden, Maastricht, Westerwolde, Sittard-Geleen, Tilburg en Venlo.