Wolter Lemstra zal voor altijd de geschiedenis ingaan als de man die de plannen voor een Twentse dubbelstad de nek omdraaide. En dat terwijl hij altijd een groot voorstander was geweest. De oud-burgemeester (89) van Hengelo legt het uit in Hengeloos Peil: "De Enschedese burgemeester Ko Wieringa en ik hadden heel redelijke eisen voor een fusie bij Ruud Lubbers neergelegd. We hadden echter buiten de staatssecretaris van Binnenlandse zaken gerekend. Die zei: 'Als dat gebeurt, stap ik uit het kabinet'."
Het verhaal begint al in de jaren tachtig. Toen was Lemstra secretaris-generaal van het toenmalige ministerie van VROM. Hij was medeverantwoordelijk voor de Vierde Nota Ruimtelijke Ordening (1988). Daarin was er bijzondere aandacht voor de zeven grootste gemeenten van Nederland, waarin al werd voorgesorteerd op een Twentse dubbelstad. Deze fusiegemeente zou wat inwonertal betreft de vijfde gemeente van Nederland worden. Met alle financiële voordelen van dien.
Behalve Wolter Lemstra was ook Frank Kerckhaert te gast in deze aflevering van Hengeloos Peil. Geboren Zeeuw Kerckhaert volgde geboren Groninger Lemstra op als burgemeester. Donderdag staat zijn verhaal online bij 1Twente Hengelo
Lemstra: "Daar was ik wel voor. Onder twee voorwaarden: we moesten extra geld krijgen van het Rijk en de inwoners moesten akkoord gaan." Op dat geld liep het echter al vast, legt Lemstra uit in de Hengeloos Peil-editie van februari: "Twee keer gingen Wieringa en ik langs bij premier Ruud Lubbers en z'n minister van Financiën Wim Kok. Utrecht, de vierde stad van Nederland, kreeg jaarlijks 75 miljoen, wij wilden 45 miljoen. Dat vonden Lubbers en Kok ook best reeëel."
Dat geld moest dan uit het Gemeentefonds komen. En daar liep het spaak. De staatssecretaris van Binnenlandse zaken, die dat fonds beheerde, ging er voor liggen. Volgens Lemstra was deze Dieuwke de Graaff-Nauta er de oorzaak van dat verder praten onzinnig was: "Lubbers en Kok wilden nog praten over leningen, maar dat risico vonden Ko en ik te groot. Toen heb ik ook gezegd: 'Je moet nooit trekken aan een dood paard, tenzij er een fles korenwijn onder ligt'."
Lemstra verruilde een jaar geleden zijn woning pal naast Golfclub Driene - waar hij nog regelmatig een balletje slaat - in voor een ruim appartement aan de Grundellaan. Zijn vrouw Margien, waarmee hij 65 jaar getrouwd is, is dementerend en woont al enkele jaren in De Hiebendaal, een verzorgingshuis van Carintreggeland. Hij bezoekt haar daar dagelijks om te Rummikubben: "Of ik daar verdriet om heb? Natuurlijk, maar dan kun je twee dingen doen..."
Hij koos ervoor te genieten van de jaren die hem nog resten: "Ik woon hier prachtig in het groen, lees elke dag twee kranten, geniet van orgelconcerten op tv, ga een paar keer per week zwemmen of golfen en laat drie keer per dag mijn hond Lucky uit. Man, ik heb me nog nooit zo goed gevoeld!"
Vier jaar geleden verscheen er een 328 pagina's tellende biografie over Wolter Lemstra. Geschreven door Bert Groenman, oud-hoofdredacteur van UT Nieuws. De titel: 'Biografie WOLTER LEMSTRA, een boeiend leven in publieke dienst'. "Ik wilde iets op papier zetten voor mijn nageslacht. Ik zag het absoluut niet als ijdeltuiterij. Zou gewoon jammer zijn als al deze mooie verhalen verloren zouden gaan." Over dat nageslacht gesproken: De Lemstra's hebben 4 kinderen, 10 kleinkinderen en 4 achterkleinkinderen.
Wolter Lemstra werd in 1935 geboren als oudste zoon van de bakker in Godlinze, een dorpje bovenin Groningen. Hij was voorbestemd om z'n vader op te volgen, maar toen de gemeentebode van Bierum een keer bij z'n ouders langs kwam, liet die zich ontvallen dat er een vacature was bij de gemeente. 'Die jongen kan toch veel te goed leren om bakker te worden?', voegde hij m'n ouders toe.
De jonge Wolter ging als 'volunteer' aan de slag bij de gemeente. Moeder was er blij mee, vader ietsje minder. "Ik heb nog een jongere broer, Piet. Hij maakte in Eindhoven carrière als scheikundige." Toen vader en moeder Lemstra in 1957 naar het nabijgelegen Appingedam verhuisden, sloot de bakkerij de deuren.
Zijn carrière bracht Lemstra via Bierum naar 's Gravezande en Utrecht en in 1975 naar Amsterdam, waar hij op z'n 38e gemeentesecretaris werd: "Dat was de mooiste tijd van m'n leven. Ik was betrokken bij de bouw van de Stopera en maakte op 30 april 1980 de rellen rond de inhuldiging van Beatrix mee. Ik was die dag verantwoordelijk voor het burgerlijke deel. Dat was eigenlijk een taak van de wethouders, maar die PvdA'ers vonden dat koningshuis te chique. Hadden ze geen zin in. Ik weet nog dat we de oproerkraaiers net lang genoeg buiten het centrum wisten te houden, zodat een aantal provinciale koren nog een aubade voor stel het kon houden. Daarna brak alsnog de pleuris uit."
Na Amsterdam volgde Den Haag. In de jaren tachtig gaf hij als secretaris-generaal leiding aan drie ministeries. Tot in 1990 de Overijsselse Commisaris van de Koningin Jan Hendrikx hem belde: "Of ik geen burgemeester van Hengelo wilde worden? De fusie met Enschede zat er aan te komen en ik zag het als een mooie kans om misschien wel de eerste burgemeester te worden van die Dubbelstad. Ik was 55 en had met m'n 40 dienstjaren ook met pensioen kunnen gaan, maar in Hengelo was zoveel te doen."
Ook na het jammerlijk afketsen van de fusie bleef Lemstra zich inzetten voor zijn stad: "Wat er toen speelde? De bouw van de schouwburg, het doortrekken van de Marskant, het behoud van Holec voor Hengelo. Omdat ik in colleges met goede wethouders zat, kon ik mijn bijbaantjes ook aanhouden. Als hoogleraar Bestuurskunde (aanvankelijk in Groningen, later in Enschede, red.) en in verschillende commisariaten."
Uiteindelijk verloor Hengelo hem in 1999 (hij was net aan een tweede termijn begonnen) aan de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen. Hij lacht: "Ik kon daar met drie dagen werken twee keer zoveel verdienen als als fulltime burgemeester." Tegelijk zat hij vanaf dat moment in de Eerste Kamer (tot 2007) en was hij in 2002 en 2003 waarnemend burgemeester van Leiden.
Overigens was Lemstra in 1994 ook al door Ruud Lubbers gepolst voor de functie van Commissaris van de Koningin in Friesland: "De Dubbelstad-deal was net geploft. Ik wilde wel weg toen, maar ik mocht niet van Margien. Die was net gesetteld in Hengelo. Dat was een van de weinige keren dat ik wel naar haar luisterde, haha."
Lemstra moet bekennen dat hij altijd heeft genoten van een goed glas alcohol. "In Amsterdam dronken we zelfs alcohol tijdens de vergaderingen. Toen ik in Hengelo werd geïnstalleerd, was er een receptie zonder alcohol. Had het college onder leiding van de PvdA kort daarvoor afgeschaft. Mijn dochter zei toen: 'Pap, je gaat toch niet naar een gemeente waar niet gedronken wordt?'" Waarop Lemstra het geestrijke vocht weer op de inkooplijst zette. Daarmee voorkwam hij ook dat raadsleden na de vergadering in de kroeg allerlei raadsgeheimen deelden met journalisten: "Door in het stadhuis een kroeg te realiseren, hoefden ze niet meer naar het café na afloop van de raad, haha."
Lemstra stond bekend als een harde. Iemand waarmee niet te sollen viel. In het gesprek dat 1Twente met hem heeft, blijken de harde kantjes er wel af: "Ik ben zeker milder geworden. Maar of ik echt zo'n harde was? Sommigen interpreteerden mijn Groningse inborst misschien als arrogant of bot, maar ik was gewoon duidelijk."
Hij heeft het ziekenhuis de afgelopen decennia vaak bezocht. Vanwege een hersenoperatie en hij overleefde verschillende vormen van kanker: "Alleen op de afdeling gynaecologie was ik nog nooit, haha. Ik ben nu 89, maar heb me nog nooit zo goed gevoeld."