Enschede wil leerlingenvervoer betaalbaar houden en gaat 'zelfstandig reizen' meer stimuleren
Ongeveer 450 scholieren in Enschede worden met touringcars of taxibusjes naar school gebracht, omdat zij die reis vanwege een beperking niet zelf of onder begeleiding van een ouder kunnen maken. Toch gaat de gemeente Enschede om kosten te besparen meer inzetten op 'zelfredzaamheid' van kinderen in het speciaal basisonderwijs. De lokale regels voor leerlingenvervoer worden daarvoor aangepast en uitgebreid.
De druk op leerlingenvervoer is redelijk hoog. Al in 2022 trok het Enschedese college aan de bel omdat de betrouwbaarheid van het vervoer van scholieren onder druk stond vanwege personeelstekorten. Maar ook de kosten van de voorziening zijn 8 ton per jaar gestegen. En dat komt onder meer door stijgende brandstofkosten en omdat in de aanbesteding extra eisen zijn gesteld aan het gebruik van emissievrije voertuigen.
Nieuwe modelregels
Drie jaar geleden kondigde de gemeente al aan om een wat strakkere lijn te hanteren bij nieuwe aanvragen voor leerlingenvervoer. Dat wil zeggen: het stimuleren van zelfstandig reizen in plaats van (individueel) vervoer met een (taxi)bus. Maar dit bleek in de praktijk binnen het toenmalige beleid nog niet zo eenvoudig.
Aan de andere kant was er veel rompslomp, omdat ouders van kinderen met een beperking elk jaar een nieuwe aanvraag moesten doen voor leerlingenvervoer. Ook als op voorhand al duidelijk is dat de betreffende kinderen deze voorziening gedurende meerdere jaren nodig zullen hebben. Een lobby van gemeenten bij de VNG heeft geleid tot nieuwe 'modelregels' in het leerlingenvervoer.
Medische rapporten inzien
Op basis van die modelregels heeft Enschede ook het lokale beleid wat aangepast. Belangrijkste veranderingen: het nieuwe uitgangspunt wordt dat leerlingen gecombineerd met andere leerlingen vervoerd worden. Individueel vervoer wordt alleen bij hoge uitzondering toegepast, als groepsvervoer aantoonbaar niet mogelijk is.
Ook wil de gemeente medische rapporten kunnen opvragen om een aanvraag voor leerlingenvervoer te kunnen beoordelen. Een andere wijziging is dat aanvragen nu ook voor meerdere jaren tegelijk kunnen worden toegekend, in plaats van dat er elk jaar een nieuwe aanvraag nodig is.
Zelfstandig reizen stimuleren
Subtieler in het nieuwe beleid zijn de paragrafen over 'zelfstandig reizen' en 'zelfredzaamheid'. Die stonden ook wel in de oude regels, maar een stuk minder uitvoerig. De uitbreiding komt er vooral op neer dat de gemeente bij een aanvraag voor leerlingenvervoer zal inzetten op de goedkoopste variant die - gezien de beperking van de leerling - tot de mogelijkheden behoort.
Meer dan 3 kilometer
Ouders van kinderen met een beperking kunnen een beroep doen op leerlingenvervoer. De afstand tot de dichtstbijzijnde voorziening in het speciaal (basis)onderwijs moet dan minstens 3 kilometer zijn. In het speciaal voortgezet onderwijs is alleen een tegemoetkoming mogelijk voor het openbaar vervoer, indien de ouders een inkomen hebben van maximaal 120 procent van de bijstandsnorm.
Dat kan zijn: 'gewoon' op de fiets onder toezicht van een begeleider die door de ouders zelf moet worden geregeld. Voor deze begeleider is dan wel een 'reiskostenvergoeding' beschikbaar. Hetzelfde geldt voor eigen vervoer per auto. Ook openbaar vervoer (of vervoer per touringcar met andere leerlingen) behoort tot de opties.
Elke leerling krijgt een 'vervoersontwikkelingsplan' waarin de (on)mogelijkheden uiteen worden gezet. Er zijn zelfs 'vervoerstrainingen' beschikbaar om kinderen te leren zelfstandig met het ov te kunnen reizen. In het uiterste geval - indien van zelfredzaamheid geen enkele sprake is - wordt nog individueel vervoer of busvervoer onder begeleiding vergoed. De gemeenteraad moet nog wel akkoord met de aangepaste regels.
Gerelateerd
