De gemeente Almelo moet de regels voor maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp aanpassen na eerdere uitspraken door rechters. Eén van de opvallende plannen is dat cliënten weer moet huren van de zorgaanbieder bij Beschermd Wonen op Afstand. “Cliënten vallen van een zorgvraag in een wooncrisis.”
Sinds 2015 zijn Jeugdhulp en de WMO (Wet Maatschappelijke Ondersteuning) door het Rijk ondergebracht bij gemeenten. Daarmee kregen zij de verantwoordelijkheid voor inwoners die extra hulp nodig hebben. Almelo wil nu de regels aanpassen om deze beter aan te laten sluiten op de dagelijkse praktijk. Hiermee wordt duidelijk welke vormen van ondersteuning wel of niet worden vergoed.
Bestuurder Gert Mensink van Thuisteam Twente schrok toen hij las dat de gemeente weer terug wil naar Beschermd Wonen in instellingen. Dit betekent dat Almeloërs, die thuis beschermd wonen, straks moeten verhuizen naar een instelling. “Dan raken we weer in dezelfde problemen als tien jaar geleden”, waarschuwt Mensink.
Almelo was in 2019 een van de eerste gemeenten die Beschermd Wonen thuis mogelijk maakte. En dat heeft volgens Mensink tot mooie resultaten geleid: mensen konden hun leven sneller weer oppakken. Daarom schrikt hij van het plan om hiermee te stoppen. “Dan moet zo iemand weer weg uit z'n vertrouwde omgeving. Dat is niet alleen slecht voor de cliënt, het kost de gemeente ook meer geld.”
Volgens Mensink zorgt dit beleid voor langere verblijven in Beschermd Wonen, omdat het lastig is om vanuit een instelling een eigen woning te vinden. “De woningmarkt zit op slot. Je kunt niet zomaar verhuizen van een instelling naar een eigen huis.”
Mensink vergelijkt het met arbeidsmigranten, die hun huis verliezen als ze hun baan kwijtraken. “Dat geldt ook voor cliënten die hun indicatie voor Beschermd Wonen verliezen. Je dreigt op straat te komen staan, omdat een nieuwe woning niet zo gevonden is.” Dit probleem is volgens hem te voorkomen: “We hebben zoveel zorgaanbieders in de stad. Er is altijd wel een aanbieder in de buurt, waardoor je thuis beschermd kunt wonen.”
Mensink waarschuwt bovendien voor stagnerende doorstroom in de instellingen, omdat cliënten noodgedwongen langer blijven hangen.
Als het voorstel wordt doorgevoerd, zullen er drie cliënten van Thuisteam Twente niet meer aan de nieuwe regels voldoen. “Een van hen woont in een huis dat eigendom is van zijn vader, die daarmee voor zijn huisvesting zorgt. Volgens de nieuwe regels moeten wij deze woning huren van zijn vader, zodat de cliënt in aanmerking blijft komen voor de benodigde ondersteuning.”
Daarnaast benadrukt Mensink dat bepaalde zorgaanbieders belang zouden kunnen hebben bij het terugdraaien van de regels. Voor hen betekent het immers een stabiele bron van inkomsten. “We moeten eerst kijken in hoeverre Beschermd Wonen op Afstand mogelijk is, en pas daarna komt Beschermd Wonen binnen een instelling aan de orde.”
Bij de raadsvergadering van 25 februari spreekt Mensink in, om de gemeente te wijzen op zijn zorgen.
Thuisteam Twente biedt ondersteuning aan mensen die moeite hebben zelfstandig te leven, waaronder ouderen en mensen met een beperking. Die hulp valt onder de zogeheten ‘Wet maatschappelijke ondersteuning’ (WMO), een regeling die ervoor moet zorgen dat mensen thuis kunnen blijven wonen zo lang dat kan. Onder de WMO vallen zaken als huishoudelijke hulp, dagbesteding en woonbegeleiding. Gemeenten betalen deze ondersteuning.