In de Enschedese wijk Wesselerbrink is lichte onrust ontstaan over een nieuwe aanvraag voor een woonzorgcomplex voor mensen die intensieve begeleiding nodig hebben. De zorgen zijn niet nieuw: al jaren is de spreiding van opvanglocaties voor kwetsbare doelgroepen een heet hangijzer. Met name in de zuidwijken leeft het idee dat de concentratie van kwetsbare of verwarde personen er groter is dan elders in de stad. Wethouder Harmjan Vedder ziet dat anders.
Raadslid Meryam Sümer (CDA) kaartte het onderwerp maandagavond aan tijdens het wekelijkse vragenuurtje van de gemeenteraad. Aanleiding is de vergunningaanvraag voor een woonzorgcomplex aan de Geessinkbrink 7, een voormalige huisartsenpraktijk. De bedoeling zou zijn om er mensen met een zogeheten VG6-zorgindicatie op te vangen. Die indicatie is bedoeld voor mensen met een (ernstige) verstandelijke beperking - psychische problemen en gedragsproblematiek - die weinig zelfstandig kunnen en dus veel begeleiding nodig hebben.
In de omgeving van de Geessinkbrink is een briefje rondgegaan van bezorgde bewoners. Ze roepen daarin op om een bezwaarschrift bij de gemeente in te dienen tegen de komst van het woonzorgcomplex. Directe aanwonenden zouden dat al hebben gedaan. In de brief staat dat er mensen komen te wonen die 'mogelijk ernstige delicten hebben gepleegd vanwege psychische stoornissen of complexe gedragsproblematiek'.
Er worden zorgen geuit: 'Dit vormt een direct gevaar voor de veiligheid van onze buurt waarin gewoon veilig buiten willen spelen.' Voor de duidelijkheid: een VG6-indicatie wil niet betekenen dat er in het verleden sprake is geweest van ernstige delicten. Een onderzoek van bureau NHM bracht in 2023 uiteenlopende achtergronden van deze doelgroep in kaart.
Hoe dan ook: de onrust leidde maandag tot een kort onderhoud in het politieke vragenuurtje. CDA-raadslid Meryam Sümer uitte - mede namens BBE en PVV - haar zorgen over een hoge concentratie aan woonzorgcomplexen voor mensen met gedrags- of verslavingsproblematiek in de zuidwijken, waar al veel mensen met een lagere sociaaleconomische status wonen.
Zo zijn er onder meer de locaties Mediant Helmerzijde, Tactus aan de Vlierstraat en de RIBW aan de Rechtveldbrink. Laatstgenoemde was in 2019 spil van een politieke discussie - waarbij ook al om meer spreiding van kwetsbare doelgroepen werd gevraagd - die toenmalig wethouder Jurgen van Houdt (CU) uiteindelijk een motie van wantrouwen opleverde. Die motie haalde het niet.
Van Houdts opvolger Harmjan Vedder (CU) stelt deze maandagavond dat verspreid over Enschede zo'n honderd locaties in beeld zijn waar 'zorg met verblijf' wordt aangeboden. "Er is geen grotere concentratie van woonzorglocaties in de Wesselerbrink", aldus Vedder. Alleen in het centrum en enigszins in Enschede-Noord is er volgens hem een hogere concentratie dan gemiddeld. "Maar alles wel in een goede spreiding over de stad."
Vedder wil - en kan - niets tegen de vergunningaanvraag aan de Geessinkbrink doen. "Bij een aanvraag voor een vergunning horen procedures die we netjes doorlopen", aldus de wethouder. "Het bevoegd gezag kan een aanvraag niet buiten behandeling laten."
Uit aanvullende vragen van BBE-fractieleider Barry Overink blijkt wel dat er bij de gemeente maar een beperkt overzicht is van de aanwezige woonzorgcomplexen. "Weten we wat hier (vanuit de landelijke stroom, red.) wordt geplaatst in de stad?", wil Overink weten. "Daar maakt u een goed punt", reageert Vedder. "De overlast die wordt ervaren is meestal niet aan goede woonzorginitiatieven op te hangen, maar er is vooral veel overlast van PGB-bureautjes en kleine zorgbureautjes die om die half-half zorg leveren."
Stadsdeelwethouder Marc Teutelink zou specifiek voor dat laatste punt op zoek zijn naar mogelijke oplossingen. Opvallend is trouwens dat de lokale Rekenkamer in 2022 concludeerde dat woningcorporaties zich zorgen maken over concentraties van kwetsbare inwoners en overlast door zorgmijders. Met als reden juist de uitstromers: 'mensen die uitstromen uit beschermd wonen en maatschappelijke opvang komen vaak terecht in gebieden in Noord en Zuid waar relatief vaak woningen vrij komen die haalbaar zijn voor deze groep.'