Er werd jaren over gepraat, verschillende pogingen strandden zelfs, maar nu hebben we dan eindelijk onze eigen Canon van Hengelo. Donderdag werd-ie onthuld in de Stadhuishal. De openingshandeling werd verricht door de weduwe van André Gilara. Zij liep daarvoor dwars door een venster.
André Gilara overleed eind vorig jaar na een lang ziekbed. Hij was de bedenker van een Hengelose canon in de klas. De oud-leraar van de Anninksschool werkte er jaren aan, maar zag zijn versie nooit voltooid worden.
"Zijn ziekte haalde hem vorig jaar in, maar wij zullen straks zorgen dat zijn canon voor de jeugd afgemaakt wordt. Dat heeft hij verdiend, want André gooide destijds de knuppel in het hoenderhok." Dat vertelt streekhistoricus en journalist Marco Krijnsen bij de aftrap in het Hengelose stadhuis. Krijnsen is een van de kartrekkers en schrijver van de canon, zoals hij er nu ligt.
1Twente was aanwezig bij de opening en vroeg een aantal betrokkenen en bezoekers naar hun favoriete venster.
Wethouder Marie-José Luttikholt weet het wel: "Het jaar 1802 is mijn favoriet. In dat jaar werd Hengelo een onafhankelijke gemeente. Toen telde het dorp 3.000 inwoners. In ruim 200 jaar is Hengelo gegroeid naar bijna 85.000 inwoners. Dan realiseer je je wat de industrialisatie betekend heeft. Ik vind het bewonderenswaardig: hoe hebben we dat gedaan? En hoe zijn we tegelijkertijd toch zo'n samenhangende stad gebleven? "
Historicus Marco Krijnsen wil twee vensters, die vlakbij elkaar hangen, belichten: "Die van de nieuwe culturen. We vergeten wel eens dat Hengelo een veelkleurige stad is. Voor heerlijke hapjes ga je naar een winkel op de Markt met Syrische lekkernijen, gemaakt door mensen die nakomelingen zijn van de vluchtelingen uit de jaren '70 en '80. Maar er zijn ook de gastarbeiders, die gehaald zijn om hier het vuile werk te doen. Hengelo bestaat niet alleen uit geboren Tukkers. Dat laten die vensters zien en dat vind ik leuk aan Hengelo."
Saskia woont al 36 jaar aan de Boekeloseweg in wat we tegenwoordig Hart van Zuid noemen: "Ik heb alle ontwikkelingen in die wijk van dichtbij meegemaakt. Neem de straat waar ik woon. Dat was vroeger een heel drukke weg. Ik rammelde 's ochtends altijd uit mijn bed van het langsrijdende vrachtverkeer. Tegenwoordig is het een rustige straat. Ik ben een paar keer verhuisd, maar dat kon altijd met een winkelwagentje, haha. Dat ik daar blijf is niet voor niks, je blijft er hangen. Het is een gemengde wijk met veel reuring, vlak bij het centrum en vlak bij het buitengebied. Heerlijk!"
De Canon van Hengelo is de hele maand maart te zien in de Stadhuishal en daarna is-ie (als het allemaal lukt) vanaf april te zien op het platform www.canonvannederland.nl. Daar zijn ook de andere Nederlandse en Overijsselse canons te vinden. Wat er gebeurt met de fysieke posters is nog niet bekend; daarover gaat de projectgroep zich beraden. Van alle Twentse steden ontbeert alleen Almelo nog zo'n 'geschiedkundige tijdlijn met plaatjes'.
Een vrouwelijke gemeenteambtenaar staat met een glas thee in haar handen te genieten van het venster met daarop Tuindorp 't Lansink en de gelijknamige vijver: "Die wijk werd destijds gebouwd voor mensen uit alle lagen van de bevolking. Zowel de arbeiders als de ingenieurs. En ze gingen samen zwemmen in het bad. Het zorgde voor binding en verbinding tussen die groepen. Wonen en vertier vlakbij elkaar. Prachtig, toch?"