Wat vinden jongeren nou leuk aan de geschiedenis van Enschede? Een speciaal stripboek voor het 700-jarig bestaan van de stad moet interesse en bewustwording creëren bij kinderen. Het verhaal neemt ze mee langs de spannendste momenten uit de historie van hun woonplaats.
“Ik werd geïnspireerd door mijn zoon. Hij heeft bijgedragen aan het historische stripboek ‘De Hanze’ over Deventer. Wij vonden zoiets ook mooi voor de 700e verjaardag van Enschede”, vertelt Geert Bekkering. Hij is bestuurslid van de Historische Sociëteit Enschede-Lonneker, dat samen met De Museumfabriek het stripboek ontwikkelt.
“We hebben wel vijftig fases uit de geschiedenis op een rij gezet. Zoals de stichting van de stad en de textielindustrie, maar Enschede is bijvoorbeeld ook vijf keer verbrand. Natuurlijk kan niet alles erin, dus we hebben de spannende momenten geselecteerd.” Welke dat zijn wil Bekkering nog niet verklappen.
In het verhaal komt een schoolklas op bezoek bij De Museumfabriek om te leren over het 700-jarig bestaan van de Enschede. Hier gebeuren vreemde dingen en leerlingen worden zelfs terug in de tijd gestuurd.
Het verhaal moet natuurlijk historisch correct zijn. Daarvoor ging scriptschrijver Manouk Moreau in gesprek met de historische sociëteit. “We zijn er zelf natuurlijk niet bij geweest, dus het is belangrijk om de tekst goed te laten controleren.”
En dat blijkt soms ook nodig. “Zo had ik bedacht dat de personages met pijl en boog schoten. Later hoorde ik dat er in die periode helemaal niet meer met pijl en boog werd geschoten, maar met kogels.”
In een stripboek mag het natuurlijk niet ontbreken; de tekeningen. “Ik krijg het proces van het schrijven al wel mee, zodat ik onderzoek kan doen en de eerste schetsen kan maken,” vertelt striptekenaar Milou van Montfort.
Het boek moet zo realistisch mogelijk worden. “De uitdagingen hierbij zijn de verschillende periodes in de geschiedenis, die er allemaal anders uitzien. Daarbij komt nog dat Enschede door de jaren heen heel veel veranderd is qua omgeving en een andere bouwstijl heeft dan de rest van Nederland.” Hiervoor heeft Van Montfort veel onderzoek moeten doen, met behulp van oude beelden van de historische sociëteit en De Museumfabriek.
De strips worden met de hand geschetst. Deze worden ook weer gecontroleerd op historische nauwkeurigheid. Wanneer de feedback is verwerkt kan Van Montfort gaan tekenen met inkt. “Ik ben zo’n anderhalve werkdag bezig met het inkten van een pagina, dus er gaat zeker veel tijd in zitten.” Als de pagina’s geïnkt zijn worden ze ingescand en digitaal ingekleurd. Daarna kan ook de tekst aan de pagina worden toegevoegd.
In het najaar moet het boek af zijn. Het eerste exemplaar wordt dan gepresenteerd in de Museumfabriek, in het bijzijn van de leraar en klas die een rol spelen in het stripboek. De overige exemplaren zijn dan te vinden in de boekhandel.