Vers op het raam: gedicht Almelose stadsdichter prijkt op voorgevel stadshuis

De Brouwer noemt zichzelf een nieuwkomer, maar is van de Almelo gaan houden: “Ik ben niet alleen inwoner, ik raak niet uitgekeken op Almelo." Eén van haar gedichten is nu levensgroot te aanschouwen op een glasplaat aan de voorkant van het stadhuis. De stadsdichter noemt het 'een eervolle plek', al zijn de witte letters op het glas niet bepaald makkelijk te lezen.

Wethouder Margreet Overmeen-Bakhuis (D66) nodigde De Brouwer uit voor een gesprek na haar benoeming als eerste stadsdichter van Almelo. Het idee voor het raamgedicht ontstond spontaan. “Een aanwinst voor de stad”, zegt een enthousiaste wethouder, die vol vol lof is over het gedicht: “Ze kijkt naar het textielverleden met frisse blik.”

Almelo krijgt ook een junior stadsdichter

De glazen wand van het stadshuis krijgt een roulerende functie. Dit jaar wordt het gedicht nog ingewisseld voor het winnende gedicht van de eerste junior stadsdichter. Met dit raamgedicht groeit ook de poëzieroute van Almelo naar 16 muurgedichten. De ANWB ontwierp eind vorig jaar een vijf kilomater lange wandelroute langs de gedichten. Verspreid over het centrum vind je de verschillende gedichten geschreven door nationale grootheden en Twentse dichters. Met één gemene deler, ze werpen een uniek licht op Almelo, waarbij wandelaars al lopend de stad leren kennen.

Reden genoeg voor Almelo Promotie om een poëzieroute-boekje uit te brengen. “We worden bijna een poëziestad”, stelt Overmeen-Bakhuis. Dat werd vorige week nog eens bevestigd tijdens de Willem Wilminkdichtwedstrijd. Ruim 160 gedichten werden ingestuurd door dichters uit alle uithoeken van het land en zelfs vanuit Vlaanderen.

Aan ambitie geen gebrek

Almelo krijgt nóg een poëzieplek erbij. De bibliotheek Almelo doet binnenkort ook mee: de buitenmuur wordt binnenkort het canvas voor een nieuw muurgedicht. Wanneer dat gebeurt, is nog onbekend. Maarde ambitie is helder: “Over tien jaar hopen we een boekje te hebben met het dubbele aantal muurgedichten”, zegt Overmeen-Bakhuis. “En met de zon op komst gaan hopelijk veel mensen de route lopen.”