Verkeer
Stuur appje
Zoek
Edwin Plokker - boek - schilderij

In Depot: de eerste gedrukte teksten in het Twents

Over hoe oud het Twents is, breken taalkundigen zich het hoofd. Al was het maar omdat het Twents geen homogene taal is, maar een Westfaals dialect van het Nedersaksisch. Met tal van lokale varianten. Misschien is dat een reden waarom het eeuwen duurde voordat de eerste Twentse teksten in gedrukte vorm verschenen, want: wat is Twents? Die vraag werd pas belangrijk in de tweede helft van de negentiende eeuw, toen Twente de rest van de wereld binnenhaalde.

De boekdrukkunst dateert van omstreeks 1450. In de tweede helft van die vijftiende eeuw verspreidde die zich over Europa. Pas in 1811 verscheen een eerste drukwerk van een Twentse tekst: ‘Het Twenther Brul’fteleed’ van Benjamin Willem Blijdenstein. Een gedicht. Het zou nog ruim honderd jaar duren voordat er een heel boek verscheen met alleen Twentse teksten: een dichtbundel. De eerste roman in de streektaal verscheen in 1925.

Industrialisatie en regionalisme

Als je tussen de oogharen door leest wat er is geschreven over die groeiende belangstelling voor streekidentiteit en -taal rond de vorige eeuwwisseling, dan hangt die nauw samen met een bijna tegengestelde ontwikkeling die alles op z’n kop zette: de industrialisatie. De wereld was eeuwenlang min of meer onveranderd gebleven. Ineens greep de moderne tijd als een veenbrand om zich heen.

Dat speelde zeker in Twente. De textielindustrie explodeerde, in Hengelo was het staal, en de regio werd een heel grote jongen aan de bestuurstafel van de bv Nederland. Het isolement waarin het land achter de Regge eeuwenlang had gelegen, werd doorbroken. Vooral Enschede breidde uit, aloude landschappen en dromerige erven, hoeven en huisjes verdwenen. In de plaats kwamen Engelse landschapstuinen en mondaine winkels met mode uit Parijs en Rome.

Lees verder onder de afbeelding.


Edwin Plokker - boek - schilderij
Beeld: Ernst Bergboer

Al die nieuwigheid riep als vanzelf een tegenreactie op: een hang naar eigenheid, naar wat oud en vertrouwd is, naar wat de Tukker typeert en onderscheidt. Als om tegenwicht te bieden aan de grijze, definitieloze vloedgolf van invloeden van god-weet waarvandaan die de regio dreigde te overspoelen. Wie zijn wij eigenlijk?

Hoeders en slopers

Opvallend is dat de mensen die al die ‘niejmoodse flantuut’n’ over de regio uitstortten dezelfden waren als de mensen die zich verdiepten in de Twentse volkscultuur. De Van Heeks, de Blijdensteins, de Ter Kuiles, de Storks. En de godfather van het Twentse regionalisme: Ko van Deinse. Ook een notabele. Overigens spraken veel van die vooraanstaande heren onderling ‘kats plat’, met name in Enschede.

Natuurlijk, zij hadden er ook de tijd en de middelen voor; de gemiddelde textielarbeider had wel wat anders aan zijn hoofd. Maar dan nog: ook hier geldt de paradox van vloek en zegen. De industriëlen van weleer werden hemeltergend rijk van het zweet van arbeiders, maar voorzagen ook in zorg, onderwijs en degelijke behuizing. Zij sloopten de grenzen met de rest van de wereld en braken met het verleden, maar spanden zich ook in om studie te maken van wat nou Twents is en dat te behouden.

Dorpsplein en wereldtoneel

Het is dus geen toeval dat die Twentse identiteit pas in het zog van industrialisatie en urbanisatie ‘een ding’ werd. Tot die tijd was Twente een kleine wereld op zich. Voor de overdracht van cultuur en kennis om de boel draaiend te houden was weinig meer nodig dan een keukentafel, een werkplaats, een preekstoel, een kroeg of een dorpsplein.

De uitvinding van de boekdrukkunst was 350 jaar lang vooral van belang voor het handjevol Tukkers dat contacten met de rest van de wereld onderhield. Voor dominees en pastoors, de dokter en de bovenmeester. Toch niet voor de verspreiding van streektaal…

Dat veranderde pas toen ook de rest van Twente met de wereld van ‘boetn’ te maken kreeg.

Voor dit artikel is onder meer gebruik gemaakt van publicaties van Frank Löwik op de websites van de Twentse Taalbank en de Faculteit der Letteren, Rijksuniversiteit Groningen.

icon_main_info_white_glyph

In Depot

Elke week lichten collectiebeheerder Edwin Plokker en 1Twente-verslaggever Ernst Bergboer een object uit het depot van de Enschedese MuseumFabriek. Dat depot is een verhalen-kabinet: al die objecten vertellen stukjes Twentse geschiedenis - oeroud èn kakelvers. Meer zien en lezen? In het dossier op de website van 1Twente vind je alle afleveringen die tot nu toe verschenen zijn.

Heb je een nieuwstip of nieuwe informatie?
Tip onze redactie via mail of telefoon. Deze vind je op onze contactpagina.