Het Hengelose college maakt zich geen zorgen over de toekomst van het warmtenet, nu het kabinet werkt aan het terugdringen van afvalverbranding. Dat antwoordt het college op schriftelijke vragen van LokaalHengelo-Anders!-raadslid Glenn Dedecker. De restwarmte van afvalverbrander Twence speelt een gigantisch grote rol in de ontwikkeling van het warmtenet om de stad en de regio van het aardgas te krijgen.
Hengelo maakt zich vooralsnog geen zorgen: de afvalverbranding is de afgelopen tien jaar niet afgenomen. “Wij vragen ons daarom af of de veronderstelde snelheid waarmee de hoeveelheid brandbaar afval de komende periode zal afnemen realistisch is”, schrijft het college aan Dedecker.
De verbrandingsovens van Twence blijven dan ook nog wel een tijdje branden, denkt Hengelo. “Wat ons betreft blijft voorlopig nog een waardevolle rol weggelegd voor moderne afvalenergiecentrales (AEC’s), waaronder die van Twence.” Het college ziet dan ook geen reden om de ontwikkeling van het regionale warmtenet niet door te zetten.
In januari van dit jaar presenteerde het kabinet de zogenoemde ‘beleidsvisie afvalverbranding’. Daarin staat dat het verbranden van afval niet wenselijk is en dat er meer focus moet komen op recycling. De regering wil onderzoeken op welke manier en binnen welk tijdsbestek het aantal afvalverbrandingsinstallaties (AVI’s) geleidelijk kan worden afgebouwd.
Het streven is om in 2030 de hoeveelheid afval die verbrand wordt terug te brengen tot tussen de 5,1 miljoen en de 6 miljoen ton. Ter vergelijking: in 2022 werd er volgens Rijkswaterstaat 7,4 miljoen ton afval verbrand.
Het Regionaal Warmtenet Twente (RWT) is voor Hengelo een belangrijk onderdeel van de plannen om de stad van het aardgas af te krijgen. Eerder trok het Rijk een subsidie van 17 miljoen euro in, omdat de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland het allemaal te lang vond duren. Ondanks de forse tegenvaller gaven de initiatiefnemende gemeenten, Twence en Cogas aan gewoon door te gaan met de ontwikkeling van het warmtenet.