De failliete commerciële huisartsenketen Co-Med, met vestigingen in onder meer Enschede, kon doorgaan met overnames terwijl er al lang meldingen waren dat de zorg niet op orde was en declaraties niet klopten. De signalen kwamen vanaf medio 2021 binnen bij de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) en een jaar later bij de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa). Toch kon het bedrijf, dat in 2020 begon met de eerste huisartsenpraktijken, tot medio 2024 doorgaan.
Dat blijkt uit een eerste tijdlijn van de gebeurtenissen die zorgminister Fleur Agema (PVV) vandaag naar de Tweede Kamer heeft gestuurd. De IGJ en de NZa probeerden meer informatie boven tafel te krijgen, maar Co-Med reageerde niet, te laat of onvoldoende.
Tegelijk keurde de NZa tot begin 2024 overnameaanvragen van Co-Med goed, terwijl de inspectie op dat moment al (onaangekondigde) onderzoeken deed en concludeerde dat de keten op belangrijke punten niet voldeed aan de regels. Het schortte onder meer aan de bezetting en bereikbaarheid van huisartsen.
Vanaf de tweede helft van 2023 werd ook het ministerie van Volksgezondheid meer geïnformeerd over de kwestie. In 2024 gebeurde dat intensiever toen de NZa, de inspectie en zorgverzekeraars ingrepen met maatregelen. Zo zegden verzekeraars hun contracten op. Agema schrijft in de Kamerbrief dat ze vooral lessen wil trekken uit deze zaak. Ze verwacht nog een evaluatie.
Het faillissement trof 38.000 patiënten in meerdere plaatsen. Voor ruim 33.000 van hen is een andere huisarts gevonden. Patiënten in Enschede, die tijdelijk zonder huisarts zaten, kunnen vanaf vrijdag 11 april terecht bij de gloednieuwe praktijk Twentse Oorsprong. Lees daarover hieronder meer.