Je zou het bijna vergeten, maar nog altijd zijn er particuliere initiatieven die hulptransporten naar Oekraïne organiseren. Werknemers van de van oorsprong Twentse projectontwikkelaar Ten Brinke vormden kort na het begin van de Russische invasie in dat land zo’n initiatief. Vorige week reden zij voor de negende keer naar het land in oorlog.
‘Mario Hilft’ prijkt op de plakkaten waarmee de busjes en tandem-assers van het kleine konvooi zijn beplakt. Ten Brinke is een Nederlands-Duitse onderneming en dat zie je terug in het personeelsbestand. Initiatiefnemer en drijvende kracht is Mario Nienkemper uit Borken, vlak over de grens met Twente. Edwin Menzing, Haaksbergenaar, sloot zich meteen aan bij het initiatief. Ten Brinke stelt opslagruimte beschikbaar en faciliteert (maar wil daar verder, op z’n Twents, geen ruchtbaarheid aan geven).
De lading varieert bij elke zending. Afhankelijk van wat de Oekraïense contacten aangeven nodig te hebben. Als er een toevallige materiële gift voorbijkomt die nuttig lijkt, wordt er overlegd. Kunnen jullie hier wat mee, of niet? Dat geldt bijvoorbeeld voor de 230 zonnepanelen en het twintigtal omvormers die in dit transport meegaan.
“Die zijn afkomstig van een Duits zonneveld”, vertelt Nienkemper. “Afgeschreven. Maar ze hebben nog een rendement van negentig procent.” Een uitkomst voor eenheden aan het front die met zo’n paneel de broodnodige communicatiemiddelen operationeel kunnen houden. Ook die met het thuisfront. Of waarmee ze accu’s voor drones kunnen opladen.
Lees verder onder de afbeelding.
Maar ze bieden ook uitkomst voor ziekenhuizen en andere plekken waar de stroomvoorziening onder druk staat als gevolg van Russische aanvallen op energiecentrales.
Voor het overige zijn de busjes en aanhangers volgeladen met wat je mag verwachten: houdbaar voedsel; rolstoelen, rollators en krukken; ziekenhuisbedden en matrassen; netten, voor camouflage of om drones op afstand te houden; verbandmiddelen en medicijnen; thermokleding en slaapzakken, een paar veld-fornuizen. En incontinentiemateriaal. Zeker, voor ouderen van dagen.
Maar ook voor militairen die uit krijgsgevangenschap terugkeren. Exacte cijfers ontbreken, maar een schrikbarend percentage is zodanig gemarteld dat zij incontinentiemateriaal nodig hebben. Vaak voor de rest van hun leven.
Het konvooi rijdt naar Novovolynsk, een mijnwerkersstadje ten noorden van Lviv. Aan de uiterste westkant van het immense land, waar het relatief rustig is. Al vindt je ook hier monumentjes en graven voor gevallen stadsgenoten. En hele volksstammen die ‘spullen voor het leger organiseren’. Zoals overal in het land wecken inwoners groenten voor het front, zijn er drone-fabriekjes in schuurtjes en huiskamers. En mensen die de logistiek van hulpgoederen uit bijvoorbeeld Twente regelen.
Lees verder onder de afbeelding.
Eén van hen is Vadym Konitschu, die contacten heeft in het veel oostelijker gelegen Dnipro. Zoals ‘Kaplan’ Aleksander, aalmoezenier in het leger, voorganger van een kerk en verantwoordelijk voor een door hem gestichte kliniek voor verslaafden in die stad. Aleksander, een tanige man die niet bang is om de handen uit de mouwen te steken, zorgt voor de distributie van goederen in Dnipro. Overmorgen rijdt een vrachtwagen de tonnen hulpgoederen die net zijn uitgeladen naar het oosten.
Aleksander laat beelden zien op zijn mobieltje. Een raketinslag, vlakbij de kliniek. De aan puin geschoten gevel van een oostblokflat. Uitgebrande auto’s op de parkeerplaats ervoor. Een jonge vrouw. Een bekende die is omgekomen. Allemaal van gisteren, vlak voordat hij hierheen reisde. “Dnipro wordt dagelijks onder vuur genomen”, zegt hij via een vertaal-app. Dat haalt het nieuws niet meer, maar daar wordt het voor de inwoners van zijn stad niet anders van.
Bij de spullen uit Twente en Duitsland zitten ook twee afzonderlijke vrachtjes voor een school en een vluchtelingenopvang in Novovolynsk zelf. Een partij microscopen en klokken voor educatieve doeleinden; kleding, speelgoed en paashazen voor de kinderen in de opvang. Oekraïne vangt het leeuwendeel van de vluchtelingen in eigen land op, volgens cijfers van de UNHCR 3,7 miljoen. In totaal zijn 6,9 miljoen Oekraïeners ontheemd geraakt. Nog eens 12,5 miljoen mensen zijn door oorlogsgeweld afhankelijk van humanitaire hulp.
Lees verder onder de afbeelding.
Hier wonen op dit moment 135 ontheemden, onder wie 35 kinderen. De flat waarin zij zijn gehuisvest zou in Nederland allang onbewoonbaar verklaard zijn, maar Oekraïeners maken er wat van. Met beperkte middelen: een lik verf, wat planten en kleden, schilderijtjes en reproducties van het Oekraïne in topvorm aan de muur. De samenstelling en aantallen schuiven mee met de ontwikkelingen aan het front.
Inna Vykhor zwaait de scepter op ‘School 4’ van Novovolynsk, een lyceum voor zo’n vijfhonderd kinderen van zes tot en met zeventien jaar. Het pand is van Russische makelij, gebouwd in 1952. De stoppenkast lijkt uit datzelfde bouwjaar te stammen, net als de kozijnen, deuren en vloeren. In 1959 werd het de Oekraïense school, de enige in de stad. “De Russen bouwden betere scholen en verhuisden”, vertelt Inna.
Aan de gevel, naast de hoofdingang, hangen zwartmarmeren tegels met afbeeldingen van soldaten. Dertien in totaal. Inna wijst. “Omgekomen alumni van deze school.” In mei komen er drie bij. Het aantal gesneuvelde mannen en vrouwen, niet de minste van het land, groeit dagelijks.
Lees verder onder de afbeelding.
Inna zelf heeft twee zoons. De jongste, zeventien, zit hier in de bovenbouw. Na de zomer is hij klaar en bijna achttien. Hem wacht een onzekere toekomst. De oudste is negentien en studeert in Polen. “Hij kan niet terug, want dan hij het land niet meer uit.” Inna bezoekt hem een keer per maand.
Binnen, tussen vrolijke ontwerpen van thema’s uit het lesprogramma, hangt een poster met de afbeelding van een hand die een granaat vasthoudt. Weerbaarheidstraining. Leren omgaan met de risico’s van niet ontplofte explosieven en booby-traps. Ook dat hoort bij het curriculum.
In de kelder onder de school is een labyrint van schuilplaatsen ingericht. Met bankjes, hier en daar stoelen en een paar tafels. “Als het luchtalarm afgaat, gaan we hiernaartoe”, vertelt Inna. Dat gebeurt zeker een keer per week, soms een paar keer per dag. Er is plek voor driehonderd leerlingen.
Op de tweede verdieping bevindt zich het lokaal waar lessen worden gegeven over de Oekraïense geschiedenis en cultuur. Paspoppen met vyshyvanka’s, de linnen shirts met borduurwerk op het front en de mouwen. Een opstelling van Christus en zijn leerlingen; morgen is het Pasen, ook in Oekraïne, waar afscheid is genomen van de agenda van de Russisch Orthodoxe kerk. Op een tafel liggen boeken van Taras Sjevtsjenko, de negentiende-eeuwse dichter die je kunt beschouwen als de Shakespeare of de Goethe van Oekraïne.
De Oekraïense taal, historie en cultuur werden in het Sovjettijdperk onderdrukt. De echo klonk lang door: wie Oekraïens sprak was een boertje. Na de onafhankelijkheid in 1991 leefde de belangstelling voor de eigen taal en cultuur schoorvoetend op. De Maidan-revolutie en inname van de Krim en de Donbas wakkerden dat vuurtje verder aan. Identiteit en het hervinden van eigenwaarde, daar draait het om.
Lees verder onder de afbeelding.
Sinds februari 2022, toen de Russen het hele land binnenvielen, zijn de kaarten definitief geschud: wat Russisch is wordt verguisd, wat Oekraïens is herontdekt, onderwezen en de hemel in geprezen. Dat bijna onverzoenbaar zwart-wit geworden, zeker in het publieke leven. Buitenstaanders fronzen hun wenkbrauwen bij dat chauvinisme, maar buitenstaanders hebben geen weet van decennialange gedwongen assimilatie en voelen niet dagelijks de gevolgen van een nietsontziende oorlog.
Of: niet meer. Na de Tweede Wereldoorlog was hun houding ten aanzien van alles wat Duits was decennialang niet anders.
Mario en zijn team bereiden zich voor op een volgend transport. De opslag bij Ten Brinke is zo goed als leeg, maar de ervaring leert dat dat snel verandert. En de oorlog is nog lang niet voorbij, de schermutselingen over vrede van de jongens met de grote mond ten spijt.
En Vadym heeft in vriend in Dnipro die gewond raakte aan het front. Nu rijdt hij na luchtaanvallen gewonden naar ziekenhuizen. Met een tot ambulance ongebouwde VW-bus. De teller op het dashboard tikt bijna een miljoen kilometers aan. Het ding staat net zo vaak stil als dat ‘ie rijden kan. De eerste contacten om er een goed onderhouden afgeschreven ambulance uit Nederland heen te brengen zijn gelegd.
1Twente doet regelmatig verslag van de impact die de oorlog in Oekraïne heeft op Tukkers en Oekraïners. In het dossier op onze website vind je artikelen, reportages en een vierdelige docu-serie over een eerdere reis in het spoor van Twentse hulpgoederen.