Het is gebeurd met de Stadsharmonie Enschede. Het muziekgezelschap stopt per direct. De fusievereniging heeft geen toekomst concludeerden de leden eind van afgelopen maand. Het verloop was te groot, er was weinig aanwas en bestuursfuncties konden niet worden opgevuld. Een geluk bij dit ongeluk is dat veel muzikanten onderdak vinden in Boekelo bij Unisson, in Lonneker bij Excelsior en bij de Koninklijke Burgerharmonie. Dit is niet het einde. Muzikanten die al heel lang meelopen in de Enschedese muziekwereld verwachten dat meer verenigingen verdwijnen.
Wat overblijft van de fusieclub is de site die nog niet op zwart is gezet, foto’s, filmpjes en herinneringen van de jaarlijkse concerten, de bijzondere optredens, de uitjes en het clubleven.
De Stadsharmonie werd vijf jaar geleden in 2020 uit nood geboren, omdat het toen al niet zo goed ging met de Koninklijke Enschedese Leo Harmonie en het Muziekcorps der Voormalige Schutterij. “Zo behouden we een actieve harmonievereniging voor Enschede”, sprak destijds voorzitter Kees Bosman in een uitzending van 1Twente Vandaag.
Het afscheid van weer een muziekvereniging uit de eens zo bloeiende amateurmuziekbeoefening in Enschede weegt zwaar. De stad werd ooit gekenschetst als het Mekka van de blaasmuziek, maar daar is niet veel meer van over. Nog niet eens zo lang geleden, bezat Enschede wel twintig orkesten en ook nog hetzelfde aantal drumbands. En gingen honderden kinderen per jaar naar de hafabra-afdeling (harmonie, fanfare en brassband) van de muziekschool.
Uiteindelijk werden alle orkestclubs ondergebracht in de Federatie Enschedese Muziekverenigingen. Glanerbrug had in 1968 zelfs vier harmonie-orkesten: Juliana, Prins Hendrik, Kunst naar Kracht en Wilhelmina. Alleen die laatste is nog over.
Prins Hendrik en Kunst naar Kracht fuseerden tot Orkestvereniging Glanerbrug en die club ging een fusie aan met Kunst aan ’t Volk (later: Symfonisch Blaasorkest Enschede) en werd in 2003 Harmonieorkest Twente (HOT).
Heel stilletjes verdween de Enschedese Christelijke Harmonie van het toneel waardoor nu nog de harmonieën, HOT, Soli Deo Gloria, Wilhelmina Glanerbrug, Unisson Boekelo, Excelsior Lonneker, de Koninklijke Enschedese Burgerharmonie
en brassband Leger des Heils en het Christelijk Fanfareorkest De Bazuin overblijven.
Een beetje vreemde eenden in de bijt zijn nog het studentenorkest SHOT en de Politiekapel die toegankelijk zijn voor respectievelijk studenten en politiebeambten. De hafabra-afdeling van de muziekschool is inmiddels gedecimeerd.
“Harmonieën kampen”, zei voorzitter Kees Bosman van de voormalige Stadsharmonie al eens, “met een oubollig imago van oude mannen met blaasinstrumenten.” Dat, en het feit dat het verenigingsleven zoals dat ooit bestond, is ingehaald door een druk individueel bestaan vol keuzes over sport, school en internet, zorgt ervoor dat de aanwas van nieuwe leden niet meer vanzelfsprekend is.
“We zijn niet meer gewend dat je je leven lang lid bent van één club. Het verenigingsleven van vroeger is niet meer. Je krijgt het niet meer van huis mee.”
Cornettist Klaas de Bruin loopt al zestig jaar mee in de Enschedese muziekwereld. Hij onderschrijft het verhaal van Bosman, maar ziet ook dat de dorpsclubs en de verenigingen die vasthouden aan een eigen identiteit het in elk geval beter en langer volhouden. “Natuurlijk is het ook zo dat je voor een harmonie aanmerkelijk meer muzikanten nodig hebt dan voor een fanfare of brassband.”
De Enschedeër schrijft een boek over het muziekleven en alle verenigingen die de stad rijk had en nog heeft. Hij wil het werkstuk begin volgend jaar klaar hebben, want dan bestaat de Federatie Enschedese Muziekverenigingen honderd jaar. “Ik denk overigens dat er nog meer clubs zullen verdwijnen. Er blijft een beperkt aantal orkesten over.”
Datzelfde beeld schetst Marcel Rikhof (64) die ook al heel wat jaren meeloopt in de Enschedese muziekwereld. Hij was al in 1970 lid van de Leo Harmonie, blaast de tenorsaxofoon en begeleidde zijn club vijf jaar geleden naar de fusie met de Voormalige Schutterij. “We hadden een behoorlijke basis, hoopten nog lang door te kunnen gaan, maar corona deed ons geen goed.”
De nieuwe Stadsharmonie zette een dalende lijn in, de vergrijzing sloeg toe en nieuw kader ontbrak. Wat je ook deed, de aanwas van de jeugd bleef uit. Heel veel muziekverenigingen hebben soortgelijke problemen”, merkt Rikhof op.
"Wel de geneugten en niet de plichten om een club draaiende te houden”, zegt hij over deelname aan het verenigingsleven. “We hebben zoveel geprobeerd. Plekken zoeken waar de mensen zijn en waar je kunt spelen, schoolprojecten noem maar op.” Het hielp niet. “Er zijn heel veel activiteiten. De agenda’s zijn gevuld.” Hij vindt het jammer dat de muzikale vorming ‘die zo ontzettend belangrijk is voor je brein’ het kind van de rekening is.
Ook hij denkt dat er in Enschede meer orkesten zullen verdwijnen. "Er zal een kern overblijven." De toekomst is aan projectorkesten, uitwisseling van muzikanten en samenwerkingsverbanden voorziet hij. “Hopelijk gaan mensen die aan projectorkesten meewerken ervaren dat het verenigingsleven heel belangrijk is. Het verrijkt je leven.”