Enkele tientallen organisaties - veelal door vrijwilligers in de been gehouden - steken Enschedeërs die het hoofd maar net (of niet) boven water weten te houden de helpende hand toe. In de afgelopen maanden hebben we er een tiental uitgebreid bevraagd. Doel: onderzoeken wat zij doen, welke groepen zij bereiken en welk effect dat sorteert. De bevindingen brengen we in drie artikelen in kaart. Dit tweede artikel gaat over de mensen die zij bereiken en helpen. Of juist niet.
Opvallend beeld is dat de groep mensen die in financieel zwaar weer verkeren in de afgelopen vijf jaar - om en nabij - veel diverser is geworden. In verreweg de meeste situaties is er sprake van schulden en er zijn veel meer mensen die afhankelijk zullen blijven van financiële ondersteuning dan wordt aangenomen.
Alle organisaties die wij spraken hebben hetzelfde vastgesteld: in de afgelopen vijf jaar, ongeveer, is de groep mensen die zij ondersteuning bieden opmerkelijk veel diverser geworden. Bestond de overgrote meerderheid van wie bij hen aanklopten uit mensen die afhankelijk waren van een uitkering, nu gaat het om mensen uit letterlijk alle lagen van de bevolking. De economische crisis, die toch alweer een tijdje achter ons ligt, wordt als belangrijkste oorzaak aangewezen. Bedrijven zijn omgevallen of krompen in, mensen raakten hun baan of uren kwijt, zelfstandigen moesten opgeven of redden het nog maar ternauwernood. Want ook dat valt op: het gaat in lang niet meer alleen om uitkeringsgerechtigden. 40% van de mensen die bij de Stadsbank in een schuldentraject zitten, heeft inkomen uit arbeid, bijvoorbeeld. Werk biedt geen garantie meer. Over de werkenden valt nog iets opvallends te zeggen: de meeste problemen ontstaan bij mensen met een wisselend inkomen dat net boven de toeslaggrens ligt. Dat levert terugvorderingen op, waarbij het al snel over enkele tienduizenden Euro’s gaat. Reken maar na: een jaar ten onrechte ontvangen huur-, zorg- en kindertoeslag terugbetalen…
Datzelfde signaleren zij als het gaat om de wijken waar armoede heerst. Kwam het gros van de klanten van de voedselbank voorheen uit de Wesselerbrink, Glanerbrug of Deppenbroek, nu komen ze overal vandaan. Woonden zij vroeger in een sociale huurwoning, nu zitten er steeds meer mensen met een koopwoning tussen.
Armoede is bijna niet los te zien van schulden, zoals ook wel blijkt uit het voorgaande. Volgens de organisaties die wij spraken heeft een groot deel van de huishoudens waarvoor zij iets betekenen ermee te maken. Die observatie sluit naadloos aan bij landelijke cijfers waaruit blijkt dat bijvoorbeeld een op de vijf huishoudens kampt met betalingsproblemen en dat 38% moeite heeft om rond te komen. Enschede zit aan de verkeerde kant van die gemiddelden, dus in onze stad raakt dat relatief nog meer mensen. Dit gaat om huishoudens die niet veel of geen rek hebben om onverwachte tegenvallers op te vangen. Armoede en schulden liggen op de loer.
Als het om schulden gaat valt op dat vrijwel alle organisatie aangeven dat zij weten dat er ook jongeren met schulden zijn, maar dat die nauwelijks bereikt worden. Dat komt, vermoeden zij, doordat de meeste jongeren met schulden ofwel een vangnet hebben die de klappen voor hen opvangt of het probleem simpelweg negeren.
Een laatste duidelijke rode lijn in het onderzoek naar hulporganisaties is dat veel van de mensen die zij ondersteunen zichzelf niet redt en vermoedelijk ook in de toekomst niet zal kunnen redden. Dat schuurt met de gedachte die achter veel wet- en regelgeving schuilt: je moet mensen die dat nodig hebben tijdelijk een steuntje in de rug geven, maar heb vooral helpen om het op den duur weer zelf te doen. Tijdelijke hulp. Het beeld dat opdoemt als je kijkt naar wat er gedaan wordt en voor wie, is heel anders. Verschillende organisaties geven aan dat ruwweg de helft van de mensen die zij helpen nauwelijks kansen heeft om aan armoede te ontsnappen. Ook de Stadsbank geeft aan dat bijna de helft van de mensen voor wie zij budgetbeheer of beschermingsbewind uitvoeren altijd de een of andere vorm van ondersteuning nodig zal hebben.
Vaak gaat het daarbij om mensen die kampen met structurele psychische of psychiatrische of een verslaving, maar ook bijvoorbeeld om eenzame ouderen die vastlopen in ingewikkelde procedures en regels.
De maakbaarheid die wordt verondersteld in het beleid rond sociale voorzieningen lijkt veel minder groot dan wordt aangenomen (of voorgeschilderd).
Voor dit artikel is gebruik gemaakt van jaarverslagen, interviews en antwoorden op een uitgebreide lijst vragen aan zowel bestuurders/directeuren als uitvoerders van het Budget Adviesteam, stichting Present, de Voedselbank, de Stadsbank, stichting Leergeld/Jeugd Sport & Cultuurfonds, het Ten Cate Human Help Fonds, het Diaconaal Platform Enschede, de Kledingbank, Stop Armoede 053 en het Fonds Bijzondere Noden.